Veen oogt als een belegerde vesting
VEEN. Zware betonnen wegversperringen bij de kerk en de dijk blokkeren een vrije doorgang. Veen oogt als een belegerde vesting. Niet zonder reden. Het dorp heeft een twijfelachtige reputatie opgebouwd met rellen rond oud en nieuw. Dit jaar sloeg de vlam opnieuw in de pan.
Het is koud in Veen. Een kille wind waait over de orthodox-christelijke enclave in het roomse zuiden. In de nacht van maandag op dinsdag ging het er in de kleine uurtjes even heet aan toe. Jongeren staken –volgens traditie– een autowrak in brand. Vervolgens bekogelden ze hulpverleners met bierflesjes en zwaar vuurwerk.
De politie greep in met wapenstok, politiehonden en helikopter. De ME hoefde net niet in actie te komen. Het resultaat van een nacht onrust is honderd arrestanten. „Ook uit reformatorische kring”, weet C. M. van Horssen uit Veen. „Beschamend. Veen zou een voorbeeld moeten zijn.” De eerste arrestanten zijn weer op vrije voeten.
Op de plaats delict –op een steenworp afstand van de hervormde kerk– resteert een zwartgeblakerde plek. Stille getuige van het uit de hand gelopen geweld. Straalzenders slingeren beelden het land in. Onvermoeibaar staat burgemeester Naterop de pers te woord. Het onbegrip over het incident in het kerkdorp is groot. Veen staat er weer gekleurd op.
Een overbuurman –„geen naam”– heeft het autowrak in vlammen zien opgaan. „Niet normaal. Met een vuurtje stoken is niets mis. Doe ik ook altijd. Maar de brandweer moet wel z’n werk kunnen doen. Het gooien van flessen en vuurwerk is niet goed te praten.”
De buurman vraagt zich af waar de merkwaardige traditie van het stoken van auto’s in het kerkdorp vandaan komt. „Ik zou het niet weten.” Met de daders –„op zich goeie jongens”– is volgens hem niets mis. „Het lijkt alsof er met oud en nieuw ineens een knop omgaat. Er móéten elk jaar enkele auto’s in de fik.” Jongeren krijgen de kwalijke traditie van huis uit mee, weet de buurman. „Van geslacht tot geslacht.” Hij pleit voor een harde aanpak. „Nederland is veel te soft. Laat ze voorlopig maar vastzitten.”
Het ”autostoken” in Veen voert terug tot de jaren zeventig van de vorige eeuw, weet het echtpaar Van Horssen. „Vroeger was dat nooit zo.” Op het hoogtepunt –of dieptepunt– van de traditie zijn veertien autowrakken in vlammen opgegaan. Ook zij pleiten voor harde maatregelen. „Dit is zo triest.”
Volgens een buurtbewoner om de hoek –„nee, geen naam, ik wil geen steen door m’n ruit”– is slechts 25 procent van de relschoppers afkomstig uit Veen. „Sommigen komen uit Den Bosch.” Hij heeft ook geen verklaring voor het uit de hand lopen van de situatie. „Het is balorigheid, een vorm van politie pesten. De jongeren dulden geen gezag.”
De overbuurman ziet een relatie met de eindtijd. „Het is voorzegd. De wetteloosheid zal toenemen.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 2014
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 2014
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's