Een onverwacht gesprek in de trein
ELBURG – Op 55-jarige leeftijd ging hij met functioneel leeftijdsontslag bij de Koninklijke Luchtmacht. Zes jaar later werd hij tot predikant bevestigd. Op 5 april stond ds. P. Vinke 25 jaar in het ambt.
Vanuit zijn appartement aan de rand van Elburg heeft hij een prachtig uitzicht over het buitengebied in de richting van Oldebroek, de plaats waar hij in 1987 werd bevestigd. Aan de muur hangt een geborduurd schilderij van de verloren zoon en een kleiner borduurwerk met de woorden: ”Het is volbracht”. Ds. Vinke loopt moeizaam, maar zijn geest is redelijk helder.
Peter Vinke werd in 1926 in Zwartsluis geboren. Na een jaar ulo moest hij gaan werken op de fabriek van Buisman in Zwartsluis om een bijdrage te leveren aan het gezinsinkomen voor acht kinderen. Later zou hij alsnog het verkorte ulo-diploma behalen.
Tijdens de oorlog zat Vinke in de illegaliteit en dook hij onder in Kamp Kadoelen in de Noordoostpolder. De Duitsers ontdekten hem en anderen en namen hen mee naar Vollenhoven, waar hij kans zag om uit een schoolgebouw te ontsnappen. „Toen ik net over een hoge schutting geklommen was, hoorde ik voetstappen aan de andere kant. Ik was door het oog van de naald gekropen.”
Direct na de bevrijding deed Vinke onder meer in de Arnhemse Koepelgevangenis bewakingsdienst. Daar zag hij hoe de hoge Duitse officieren Rauter en Christiansen, die het in de oorlog in Nederland voor het zeggen hadden, elke dag een emmertje met hun eigen vuil moesten leeggooien in een bak.
Vinke kwam na de oorlog als beroepsonderofficier terecht bij de Koninklijke Luchtmacht. Een onverwacht gesprek in de trein veranderde de koers van zijn leven radicaal. „Op een avond reisde ik van de Vliegbasis Leeuwarden, waar ik gestationeerd was, naar mijn huis in Zwartsluis en kwam ik tegenover twee predikanten te zitten, die zich aan me voorstelden. Het waren ds. L. Vroegindeweij en ds. A. J. Wijnmaalen, die op de terugreis waren van een zendingsdag in Driesum. Ds. Vroegindeweij vroeg op een bepaald moment: „Vriend, waarom meld je je niet aan bij de catechetencursus?” Dat heb ik gedaan. Ik beschouw ds. Vroegindeweij als mijn geestelijke vader.”
Het lukte goed met de studie, ondanks zijn geringe vooropleiding. Na de catechetencursus volgde Vinke de cursus voor hulpprediker. In 1981 was adjudant Vinke 55 jaar en ging hij met functioneel leeftijdsontslag bij de luchtmacht. Hij wilde graag als hulpprediker aan de slag, maar dat lukte niet in zijn eigen kerkverband, de Christelijke Gereformeerde Kerken. Als gevolg van de cursussen en door het lezen van het Gereformeerd Weekblad was de overgang naar de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK) niet zo groot. Tijdens een gesprek vroeg ir. J. van der Graaf, toenmalig algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, waarom hij hervormd wilde worden. „Om hervormd te zijn”, was het antwoord.
Als hulpprediker diende Vinke in totaal tien gemeenten: Zeist, Benschop, IJsselmuiden, Oldebroek, Wapenveld, Apeldoorn, Lelystad, Urk, Genemuiden en Kampen. Op zeker moment kreeg hij de mogelijkheid om via overgangsbepaling 277 predikant te worden. Het was voor hem een bijzonder moment toen hij op 5 april 1987 –op 61-jarige leeftijd– in Oldebroek, waar hij toen hulpprediker was, in het ambt bevestigd werd, door dr. A. van Brummelen. „De Heere heeft mijn levensweg op een bijzondere manier geleid.”
Ds. Vinke bleef echter werkzaam in het pastoraat. Tijdens preekbeurten heeft men hem diverse keren gepolst of hij een beroep naar een gemeente in overweging wilde nemen, maar dat heeft hij niet gedaan. Tot zijn tachtigste jaar is hij actief gebleven met allerlei pastorale werkzaamheden. Tot zijn 84e jaar, nu twee jaar geleden, bleef hij preken. De laatste preek hield ds. Vinke in Epe, over Johannes 3:16.
De predikant vindt het belangrijk dat Christus centraal staat in de prediking. Hij haalt een tekst aan waarover hij eens preekte uit Johannes 1:29: „Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt.” Ds. Vinke: „In ons leven moet Christus voorop staan en niet onze bekering, hoe noodzakelijk die ook is. De Heere heeft gezegd dat Hij geen lust heeft in de dood van goddelozen, maar dat ze zich bekeren en leven. Daarom moeten we bidden om geloof en bekering.”
De laatste tijd voelt ds. Vinke de zonde en schuld steeds meer op zich afkomen. „Ik zie steeds meer mijn eigen tekortkomingen en de noodzakelijkheid van de Heere Jezus Christus als Borg en Middelaar. Het enige wat er overblijft is het uitzicht op Christus.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 april 2012
Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 april 2012
Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's