Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voorschot op de volkomenheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voorschot op de volkomenheid

Ds. W. Smouter: „De Heilige Geest leert leven van de beloften, maar het is niet alléén toekomstmuziek''

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn gereformeerde wortels wil ds. W. Smouter niet loslaten. Wel is hij geraakt door dat wat hij ondervond en leerde in contacten met charismatische christenen. Zijn visie op de gaven van de Geest veranderde daardoor radicaal. „Ik heb er moeite mee als wordt beweerd dat we deze gaven niet meer nodig hebben.''

Met zijn jongste publicatie levert ds. W. Smouter niet alleen een theologische bijdrage aan de discussie binnen de reformatorische kerken over de Geestesgaven. Het is ook een verantwoording van de ontwikkeling die hij zelf doormaakte. „Ik ben ervan overtuigd geraakt dat de vraag naar het verstaan van het werk van de Heilige Geest een van de hoofdvragen voor de kerken in deze tijd is. Wereldwijd heeft zending bijna alleen nog effect wanneer die wordt bedreven vanuit charismatische kerken. In eigen land gebeuren de dingen op het snijvlak van gereformeerd en evangelisch. Dat heeft me ertoe gebracht om eens te gaan onderzoeken wat we in de gereformeerde traditie in huis hebben als het gaat om het werk van de Heilige Geest.

Wat is de kern daarvan?
„De Geest leert leven van de beloften, maar het is niet alléén toekomstmuziek. We krijgen nu al een voorschot of onderpand van de heerlijkheid die komt, en dat hebben we hard nodig om in het geloof te volharden. De Heidelbergse Catechismus zegt zo mooi dat Jezus door de Vader verordineerd en met de Heilige Geest gezalfd is, en dat wij als christenen deel hebben aan Zijn zalving. Daar ben ik zeer van onder de indruk geraakt. Je moet niet zoeken naar iets naast Christus, daar ben ik zeer kritisch over, maar ín Christus is veel meer te verkrijgen dan ik ooit had gedacht. Alles wat in Christus is, wil de Heilige Geest nemen om het ons te verkondigen. Dat kunnen we niet zonder schade veronachtzamen.

Hoe groot is het gevaar dat de Heilige Geest centraal komt te staan in plaats van Jezus?
„Ik bepleit in mijn boekje geen zelfstandige aandacht voor de Heilige Geest, wel een veel ruimere aandacht voor de Heilige Geest. Jezus werk, bediening en lijden waren erop gericht dat Hij van God zou ontvangen wat Hem beloofd was. Dat de Geest, waarmee Hij ten volle was vervuld, zou worden uitgestort over de hele gemeente. Daarom is het geweldig belangrijk om aandacht voor de Geest te hebben. Alles van God kun je misbruiken, maar in het gebedspastoraat en andere vormen die bij de charismatische spiritualiteit horen, kom ik meer van het werk van Christus tegen dan in menig traditioneel huisbezoek.
Merk je dat de nadruk op de gaven van de Geest afleidt van Jezus, dan moet je
eenzijdig durven zijn. Je krijgt de indruk dat dit in Korinthe speelde. Voor Paulus is dat reden om in het begin van zijn brief aan deze gemeente te zeggen: Ik heb mij voorgenomen om bij jullie niets anders te weten dan Jezus Christus en die gekruisigd. Al het spreken over het werk van de Geest waarin het Kruis niet het centrum is, lijkt me niet nuttig.

Dreigt het euvel dat Paulus in Korinthe tegenkwam ook in deze tijd?
„Ongetwijfeld, maar opvallend vind ik dan hoe Paulus ermee omgaat. Als ik lees wat in Korinthe speelde, had ik me kunnen voorstellen dat hij zou schrijven: Weg met al die gaven. Dat doet hij niet. Hij zegt: Streef naar al die gaven, maar laat Christus daarin centraal staan. Dat heeft ook ons wat te zeggen. Of weten wij meer dan Paulus?

U wilt de Geestesgaven niet onderscheiden in natuurlijke en bovennatuurlijke. Waarom niet?
„Omdat de Heilige Schrift dat niet doet. Alleen God staat boven de natuur, al het overige is natuur, door God geschapen. Je komt in gevaarlijke wateren als je gaven die wij niet begrijpen als bovennatuurlijk gaat beschouwen. Dan ben je er ook niet verantwoordelijk voor. Dat staat haaks op Paulus spreken over de gaven van de Geest. Hij bespreekt zelfs welke indruk profetie en tongentaal op buitenkerkelijken maken. Dat is niet aan de orde als je standpunt is: Hier kan ik niets aan doen, dit komt ineens van boven.
Het is typisch westers om de dingen die we niet snappen bovennatuurlijk te noemen. Daarmee laten we God de gaatjes opvullen. Naarmate we meer snappen, krijgt God minder terrein. Terwijl God alles wat Hij heeft geschapen, wil kronen en zegenen in de dienst van Zijn Koninkrijk. Om maar wat te noemen: ook de kracht om te verstaan wat God zegt, is schepping. De oorspronkelijke natuur was, dat we God hoorden. Dat mag je profetie noemen. De belofte voor de toekomst is, dat we Hem weer ten volle horen en verstaan. Als we daar nu al iets van ontvangen, is dat niet bovennatuurlijk, maar herstelde schepping, zij het nog maar gedeeltelijk.
Het werk van Christus is altijd volkomen. Je bent behouden of niet. Je kunt niet een beetje behouden zijn. Het werk van de Geest is in deze bedeling ten dele. Opvallend is dat zowel Christus als de Heilige Geest eersteling wordt genoemd. Ga je naar Leviticus, dan ontdek je dat er ook onder Israël twee soorten eerstelingen waren: die met Pasen en die met Pinksteren. De eersteling met Pasen is de halm, helemaal Gods schepping. De eersteling met Pinksteren is een brood, ook schepping, maar door mensen verwerkt. We danken God ervoor, maar moeten ons tegelijk de vraag stellen: Wat hebben we ervan gebakken? Het is de kunst om het juiste evenwicht te bewaren, door beide kanten van het werk van de Geest in het oog te houden. Je moet niet doen of we hier al in de hemel zijn en het volmaakte bezitten. Omgekeerd moeten we niet doen of we in deze bedeling enkel en alleen de beloften hebben.

De Dordtse Leerregels typeren de wedergeboorte als 'een gans bovennatuurlijke' werking. Is dat een ongelukkige formulering?
„Nee, dat vind ik niet. Het geloof wordt niet bovennatuurlijk genoemd, maar God werkt op een bovennatuurlijke wijze in ons. Bij Petrus was het bovennatuurlijk dat hij leerde dienen en lijden. Het was een man die heel veel mogelijkheden in zich had. Hij kon bij wijze van spreken van nature wonderen doen, maar in twee dingen schoot hij ernstig tekort. Lijden en dienen achter Christus aan. Lees je zijn eerste brief, dan gaat die over deze twee onderwerpen. Dat vind ik een prachtig voorbeeld van de gaven van de Geest. Het lijden en dienen was niet bovennatuurlijk, maar dat híj nu kon dienen. Zo is het bovennatuurlijk als ik ga geloven, maar het geloof zelf is schepping. Herstelde schepping. Voor een genezende hand ligt dat niet anders.

Hoe is te verklaren dat de gave van gezondmaking er zou zijn voordat de ziekte zijn intrede deed?
„Dat weet ik ook niet precies. Je moet niet te veel filosoferen over de situatie in het paradijs. Als je wilt weten hoe het was, moet je naar Jezus kijken. Hij is de tweede Adam. Zien op wie Hij is en wat Hij deed, is betrouwbaarder dan speculeren over de paradijssituatie. Duidelijk is wel dat het bewaren van de schepping aan het gezag van de mens was toevertrouwd, niet aan zijn harde werken. Iets van dat gezag komt openbaar in de gaven van de Geest, waarom wij mogen bidden. Het vraaggebed is de setting waarin het werk van de Geest het meest uitkomt.

Als iemand de gaven van de Geest niet ontvangt, zegt dat dan wat van zijn gebed?
„Je kunt dat niet voor individuen zeggen, je moet het gemeentelijk zien. Zo staat het ook in 1 Korinthe 12. Nergens lees je dat één persoon alle gaven krijgt, wel staat er dat aan de gemeente als geheel deze gaven tot opbouw geschonken worden. Ik heb er geen moeite mee als leden van de gemeente bepaalde gaven niet hebben. Ik heb er wel moeite mee als wordt beweerd dat we deze gaven niet meer nodig hebben. Zo dacht Augustinus aanvankelijk ook, maar door het ervaren van de realiteit van de gaven van de Geest moest hij belijden dat hij hierin had gedwaald, en dat ze nog steeds betekenis hebben.

De reformatoren deelden deze visie niet, maakt dat hun werk minder waardevol?
„De reformatoren meenden ook dat zending niet meer nodig is, omdat de zendingsopdracht na Handelingen vervuld zou zijn. Over de gaven van de Geest dachten ze precies eender. Iets van vroeger. Het feit dat ze me in veel dingen ten voorbeeld zijn, neemt niet weg dat ze op deze twee punten tekort deden aan de volheid die de Schrift ons openbaart. Je moet ze enerzijds om dat gebrek niet verachten, anderzijds moet je het gebrek niet canoniseren.

Hoe is de toenemende aandacht voor de Heilige Geest te rijmen met een gelijktijdige verschuiving in denken over het gezag van de Heilige Schrift?
„De Heilige Geest zal ons nooit bij het Woord vandaan halen. Wel is er altijd een wisselwerking met de tijd waarin we leven. Dat was vroeger niet anders dan nu. Binnenkort verschijnt de bundel Vrijgemaakte vreemdelingen. Daarin wordt een aantal discussies in de naoorlogse jaren onder de loep genomen: het regime in Indië, de bijstandsuitkering, allemaal zaken waar het gezag van Gods Woord bij gehaald is op een manier die nu vrijwel niemand meer voor zijn rekening zal nemen.
Het werk van de Geest kun je herkennen aan liefde tot het Woord, dat staat voor mij vast. Maar het laatste is iets anders dan liefde tot onze standpunten óver het Woord. We zijn beperkte mensen en moeten in nieuwe tijden dingen soms heroverwegen. In het algemeen valt me op dat bijna alles wat je vandaag in de kerken aan belangstelling voor bijbelstudie vindt, in de hoek zit die is aangeraakt door de evangelische beweging.

Voormannen van de klassieke evangelische beweging maken zich juist grote zorgen over de afnemende bijbelkennis in evangelische kring, die zij wijten aan de doorwerking van de charismatische beweging.
„Dat zal best voorkomen. Het laat zien dat je het niet van een richting of een stroming moet verwachten. Maar het wil er bij mij niet in dat het geloof in de gaven van de Geest tot een afname van het onderzoeken van de Bijbel leidt.

Paulus rekent ook de apostelen tot de charismata. Betekent dit dat ook het apostelschap nog actueel is?
„Onder apostelen verstaat de Bijbel mensen die met Christus zijn in- en uitgegaan. Ik kan me niet voorstellen hoe je dat apostelschap vandaag invult, tenzij je het woord een andere lading geeft. Er wordt wel gesproken over apostolisch leiderschap, maar dat is mijns inziens een oneigenlijk gebruik van het woord.

De Bijbel spreekt summier over de gaven van de Geest, op vele plaatsen over de
vrucht van de Geest.

„Dat is een vooringenomen standpunt. In alle brieven kom je de realiteit van de gaven van de Geest tegen. In de brief aan de Romeinen schrijft Paulus dat hij onder hen niet alleen met het Woord, maar ook met de kracht van de Heilige Geest het Evangelie heeft gebracht. In de brief aan de Hebreeën zegt hij dat ze de krachten van de toekomende eeuw gesmaakt hebben. Alle brieven van het Nieuwe Testament spreken over de Heilige Geest als een ervaren werkelijkheid.

Hoe ziet u de relatie tussen de gaven en de vrucht van de Geest?
„Ze zijn beide herstel van hoe God het bedoelde in de schepping. Het verschil is dat God de vrucht van de Geest in ieder mens wil laten groeien, terwijl hij de gaven van de Geest toedeelt gelijk Hij wil. De vrucht wil Hij in elke christen zien, de gaven schenkt Hij aan de gemeente als geheel.

Volgende keer: Dr. W. van Vlastuin over profetie en tongentaal.


Uitzien naar volkomen herstel

Met Herstelwerk plaatste ds. Willem Smouter zich in de schare van auteurs die aandacht vragen voor de gaven van de Geest in deze tijd. In zijn jongste boek verbindt de Nederlands gereformeerde predikant uit Apeldoorn gereformeerde noties met een charismatische visie op de Geestesgaven. Uitgangspunt is voor Smouter dat het oorspronkelijke bestaan van de mens werd gekenmerkt door een leven in de nabijheid van God, een nabijheid die door de zondeval is verbroken, maar die God in Zijn genade weer wil herstellen.
Kern van het boek is de passage: Wat onze God bedoelde bij de schepping, wat Hij herstelde in Jezus en zal voltooien bij de wederkomst, dat wil Gods Geest in ons werken en versterken. In de onvolkomen situatie tussen de hemelvaart en wederkomst van Jezus is de Heilige Geest gegeven als voorschot, eersteling en onderpand van de volle schat die wacht. Bij dat voorschot horen alle gaven van de Geest, waarin de auteur geen onderscheid wil maken tussen natuurlijke en bovennatuurlijke gaven.
N.a.v. Herstelwerk - De Geest werkt van schepping tot voleinding, door Willem Smouter; uitg. Boekencentrum, Zoetermeer; 152 blz.; € 12,90; ISBN: 90-239-2142-9.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 april 2007

Terdege | 100 Pagina's

Voorschot op de volkomenheid

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 april 2007

Terdege | 100 Pagina's