Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In Maria Horebeke woont het nageslacht der Bosgeuzen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In Maria Horebeke woont het nageslacht der Bosgeuzen

Van de Vlaamse Olijfberg bleef slechts één gemeente over (I)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

MARIA HOREBEKE — De zestiende-eeuwse reformatie was in onze lage landen beslist geen Noordnederlandse aangelegenheid alleen. Integendeel de calvinistische stroming vond haar aanhang aanvankelijk vooral in het zuiden. Daar werd ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis opgesteld.

Dat de zaak van de reformatie uiteindelijk in het noorden „zegevierde" en in het zuiden ten onder ging, heeft waarschijnlijk primair geografische oorzaken. In het noorden had men het water als bondgenoot en was men verder verwijderd van het bestuurscentrum Brussel. Men mag uit die ontwikkeling niet concluderen dat het calvinisme in het zuiden minder ingang gevonden had dan in het noorden.

Juist in Vlaanderen werden immers aan de vooravond van de Tachtigjarige oorlog tal van hagepreken gehouden. In 1572 veroverden de watergeuzen Den Briel. Maar in hetzelfde jaar bezette Jacob Blommaert met een klein legertje bosgeuzen, die zich in de omliggende bossen hadden schuil gehouden, de Vlaamse stad Oudenaarde. Hij vestigde daar een calvinistisch en Oranjegezind bestuur. Zijn rijk was echter van korte duur. Een maand later moest hij vluchten en vond hij de dood.

In de loop der jaren namen vele calvinisten uit de Zuidelijke Nederlanden de wijk naar het noorden. In de omgeving van Oudenaarde bleven echter kleine groepen achter. In totaal waren het zeven gemeenten, de Vlaamse Olijfberg geheten.

Aanpassing

Zij wisten zich te handhaven, enerzijds doordat ze zich op een bedenkelijke wijze aanpasten. Ze trouwden voor de pastoor, lieten in de RK kerk hun kinderen dopen en woonden regelmatig de mis bij. Daarnaast hielden ze 's nachts in kelders of schuren in het geheim hun protestantse godsdienstoefeningen. Zodoende bleven ze innerlijk protestant en wisten ze hun protestantse geloofsovertuiging op hun kinderen over te dragen.

Anderzijds was de steun vanuit Zeeland van belang. Na de Vrede van Munster kregen de Vlaamse protestanten het recht om zich als burger (poorter) te laten inschrijven in Noordnederlandse steden. Zo waren velen van hen burger van Middelburg of Sas van Gent. Zij golden dan in hun woonplaats officieel als ingezetene van het Noorden en waren als buitenlanders dan ook niet meer verplicht om als rooms-katholieken te leven.

In geval de Vlaamse protestanten het leven op een bijzondere manier bemoeilijkt werd, namen de autoriteiten in ZeeuwB-Vlaanderen in opdracht van de Staten-Generaal repressaillemaatregelen tegen de daar wonende rooms-katholieken. Dan werd bijvoorbeeld de RK schuilkerk in Sas van Gent gesloten, zodat de rooms-katholieken uit Sas van Gent druk gingen uitoefenen op hun geloofsgenoten in het Zuiden om de dwangmaatregelen tegen de Vlaamse protestanten op te heffen.

Na de Spaanse successieoorlog kwamen de Zuidelijke Nederlanden onder Oostenrijks gezag. Ih de grenssteden met Frankrijk werden bovendien Hollandse garnizoenen gevestigd. Die hadden hun eigen predikanten. Zo konden de protestanten van de Vlaamse Olijfberg garnizoensdiensten bijwonen in Doornik en hun kinderen door de garnizoenspredikant laten dopen.

Tolerantie-Edict

Geleidelijk aan verbeterde dus de positie van deze Vlaamse protestanten. Op den duur konden ze ook weer overdag hun erediensten houden, in plaats van 's nachts. Het in 1781 door de Oostenrijkse keizer Jozef II uitgevaardigde Ïblerantie-Edict gaf hun nog meer vrijheid.

Ze durfden nu weer hun psalmen te zingen in de kerkdiensten. Ook werden er kerkgebouwtjes gesticht. Die mochten van buiten echter niet als kerk herkenbaar zijn: geen toren of klok en aan een bestaand woonhuis vastgebouwd. Van de zeven gemeenten van de Vlaamse Olijfberg waren er toen echter nog maar drie over; te Horebeke, Mater en Etikhove. Uiteindelijk zou alleen de kerk van Maria Horebeke blijven bestaan, h 1795 was daar een eenvoudig kerkgebouwtje neergezet, dat thans nog in gebruik is als verenigingsgebouw.

Koning Willem I

Na 1815 waren de Zuidelijke en de Noordelijke Nederlanden voor korte tijd verenigd onder de protestantse koning Willem I. In die tijd kregen de protestanten in Maria Horebeke ook een eigen kerkhof. Voordien moesten ze hun doden in eigen tuin begraven. Het kwam dan voor dat fanatieke rooms-katholieken 's nachts de kist opgroeven en tegen de deur van het huis zetten.

Uit zijn eigen vermogen gaf koning Willem I geld voor de aankoop van de grond voor het kerkhof. De protestantse gemeente is hem dan ook nog niet vergeten. De weg langs de kerkhof kreeg een jaar of wat geleden de naam Koning Willem-dreef, to de muur van het kerkhof werd in 1824 bij het in gebruik nemen een steen ingemetseld met als opschrift: „Zelfs na hun dood zorgt Willem I, Koning der Nederlanden, voor zijne onderdanen". In 1825 kreeg de gemeente een eigen predikant. Die predikantsplaats werd later door de Belgische regering officieel erkend en dat betekent dat het traktement van de predikant uit de overheidskas wordt betaald. Ook na de afscheiding van België waren de predikanten van Maria Horebeke afkomstig uit Nederland. De huidige predikant, ds. J. Blokland, is echter - evenals zijn voorganger - een Vlaming.

School

Ook de onderwijzers aan de protestantse school waren aanvankelijk Hollanders. Die school werd in het begin van de vorige eeuw gesticht. Het uit 1819 (!) daterende schoolgebouw is nog steeds in gebruik, de loop der .jaren heeft men zich belangrijke offers getroost om die school in stand te houden. Men besefte dat die eigen school van grote betekenis was om de jongere generatie, die opgroeide in een overweldigend rooms-katholieke omgeving, bij het protestantse geloof te bewaren.

Bijna veertig jaar lang werd er les gegeven door meester Blommaert (mogelijk nog een afstammeling van Jacob Blommaert uit de 16e eeuw). Hij was wel niet bevoegd als onderwijzer, maar als een van de meest geletterden uit de kleine protestantse gemeenschap, was hij daartoe aangezocht. Men kon hem ook slechts een karig loon aanbieden.

In 1923 werd hij afgelost door meester De Jonge, eveneens afkomstig uit de igen gemeente. Die was opgeleid aan de Rijkskweekschool in Gent, zodat de school met zijn komst weer overheidssubsidie kreeg. Tot 1967 heeft hij aan deze eenmansschool les gegeven. Thans is het onderwijs in handen van een vrouwelijke leerkracht, ook uit Horebeke afkomstig. Maar het aantal leerlingen is zo terug gelopen, dat opheffing van de school onontkoombaar lijkt.

Nieuwe kerk

In 1872 werd een nieuwe kerk gebouwd. Ditmaal een echte met een toren. Die kerk is nog steeds in gebruik, al is het aantal kerkgangers sindsdien wel terug gelopen. Tlians zijn het er veelal niet meer dan 50. In totaal telt de gemeente zo'n 140 leden, waarvan er 100 in Maria Horebeke wonen.

Kerkelijk behoorde men tot de Protestantse Kerk van België (de Belgische Hervormde kerk, zo men wil), h 1978 is deze Protestantse Kerk van België met de Gereformeerde Kerken, de Belgische Christelijke Zending kerk en de Methodisten samen gegai in de Verenigde Protestantse Ke van België. Een kerk waarin men lerlei schakeringen aantreft.

Besloten gemeenschap

Rond 1900 verdwenen de kleine pr testantse gemeenten van Mater ( Etikhove. In Maria Horebeke wisti de protestanten zich echter tot ( deze dag te handhaven. Daartoe we zeker bijgedragen door hup geogra sche concentratie. De meeste prote tanten wonen immers buiten het« genlijke Maria Horebeke (thans zo 1300 inwoners) in de gehuchten Cors le en Vrijsbeke, ongeveer drie kilom ter van de dorpskerk. de Corsel straat is een duidelijke protestant concentratie. Daar staan ook de ker de school en de pastorie.

De gemeenteleden waren tot vo kort overwegend werkzaam in' t landbouw. Het waren kleine ma zelfstandige boeren met grond en w ning in eigendom, zodat ze niet afha keiijk waren van de rooms-katholi ken. Anderen waren buiten de agrai sche sector werkzaam in enkele pr testantse familiebedrijven. In politic opzicht was men georiënteerd op c liberale partij.

Zo handhaafden de protestanti hun eigen sociaal milieu en werd ass milatie voorkomen. Men hield c RK's op een afstand.-Pogingen o hen tot het protestantisme te beken deed men ook niet of vrijwel niet. On gekeerd lieten de rooms-katholieke de protestanten met rust.

Huwelijksproblemei

Gemengde huwelijken waren uiter zeldzaam, althans vroeger. Maar di betekende wel dat het aantal huw lijkskandidaten binnen de kleine pr testantse gemeenschap van Mar Horebeke zeer beperkt was. Bovei dien was men vaak al erg nauw ve want aan elkaar. Dit probleem trach te men op te lossen door ontmoetii gen te organiseren met protestant: jongeren uit België of het buitenlani Verscheidenen uit Maria Horebel zijn met Nederlandse vrouwen gi trouwd. Wie geen protestantse huwi lijkspartner ontmoette bleef - althai vroeger - ongehuwd.

Zo kon een kleine maar hechte gi meenschap vele jaren in stand bU. ven. Uiteraard gaven de nauwe fi miliebetrekkingen ook wel eer problemen. Familieruzies. (ov« grond of erfenissen bijvoorbeelc hadden direct hun weerslag binne de kerkelijke gemeente. In de huid ge situatie zijn er echter andere ooi saken, deels van economische, deel van geestelijke aard, die het voori bestaan van deze protestantse ei clave bedreigen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 juni 1980

Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's

In Maria Horebeke woont het nageslacht der Bosgeuzen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 juni 1980

Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's