Lutherse traditie koos eenzijdig Melanchton
Prof. Zwanepol inaugureert in Amsterdam
AMSTERDAM - De lutherse traditie heeft zich in haar denken over de rechtvaardiging ernstig tekortgedaan door uitsluitend af te koersen op liet ‘forensisch ontwerp” (de vrijspraak van buiten, red.) van Melanchton. De meer effectief gedachte rechtvaardigingsleer van Osiander kon daarop geen correctie meer aanbrengen.
Dat stelde prof. dr. K. Zwanepol gisteren in Amsterdam in de rede die hij uitsprak bij de aanvaarding van het ambt van kerkelijk hoogleraar in de leer en de geschiedenis van het lutheranisme. Zwanepol is benoemd tot kerkelijk hoogleraar vanwege het Evangelisch-Luthers Seminarium aan de Universiteit van Amsterdam. De titel van zijn rede luidde: ”Rechtvaardiging alleen? Een kernvraag aan de lutherse rechtvaardigingsleer in historisch en oecumenisch perspectief”.
De nieuwe hoogleraar spitste zijn vraagstelling vooral toe op de verhouding tussen Luther en diens respectievelijk „verguisde” en „vereerde” leerlingen Osiander en Melanchton. Terwijl Osiander de nadruk legde op rechtvaardig maken, benadrukte Melanchton het rechtvaardig verklaren. Zwanepol zag tussen beide geen absolute tegenstelling, omdat Osiander ook oog had voor het externe moment in de rechtvaardiging en Melanchton voor het effectieve aspect van de rechtvaardiging.
Hij betreurde het wel dat het ”binnen” en ”buiten” van de rechtvaardiging bij Luther nog paradoxaal één waren, maar bij zijn leerlingen uit elkaar groeiden. „Bij Luther ging het niet om een handzame theorie, maar om het geheimenis, dat slechts gelovig is te aanvaarden en te respecteren”.
Leuenberg
Prof. Zwanepol behandelde ook de plaats van de rechtvaardiging in de oecumenische context: de dialoog van luthersen met gereformeerden, roomskatholieken en oosters-orthodoxen. Wat de relatie met de gereformeerden betreft stelde hij over de Konkordie van Leuenberg dat deze voor de gereformeerden alleen acceptabel is geweest „omdat de heiliging er bij ingesloten en de predestinatie er niet door uitgesloten is”.
Over het algemeen concludeerde Zwanepol dat, zolang de kwestie van de „basale” betekenis van de rechtvaardiging niet voldoende doorgesproken is, er op de verschillende oecumenische fronten geen echte doorbraak is te verwachten. De onhelderheid inzake de status en de strekking van de rechtvaardiging vormt zijns inziens een belangrijk obstakel, niet alleen voor haar historische aansluiting, maar ook voor haar receptie in de oecumenische dialoog. Het gaat daarbij niet alleen om een simpele begripsverwarring maar om de principiële vraag naar de draagkracht van het ”alleen” van de rechtvaardiging.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's