Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waken voor zinloos gewriemel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waken voor zinloos gewriemel

Organist Teke Bijlsma probeert al vijftig jaar liedteksten uit te beelden

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Feike Asma en Piet van Egmond. Teke Bijlsma (67) spreekt vol waardering over de mannen die hij in zijn jeugd bewonderde. Zij stimuleerden hem, zonder het te weten, van de muziek zijn vak te maken. Inmiddels is de Haarlemse romanticus vijftig jaar kerkorganist. Wekelijks bezig met het uitbeelden van liedteksten en met het reageren op de preek, wakend voor "zinloos gewriemel." Al wordt dat steeds moeilijker.

De werkkamer van Teke Bijlsma ziet er indrukwekkend uit. Een drieklaviers Johannus-orgel, twee computers, een geluidsinstallatie, honderden cd's, een mengpaneel, een schilderij van de Haarlemse Grote of Sint-Bavokerk en enkele stoelen. Hier ontvangt de Haarlemse organist zijn bezoek, meestal stadgenoten die met hem de muziek voor de begrafenis van hun geliefde uitzoeken. Hij is als organist en muziekadviseur verbonden aan vijf Haarlemse begraafplaatsen en aan twee crematoria. Steeds vaker bedient Bijlsma tijdens rouwplechtigheden de cd-speler, in bijna de helft van de gevallen kruipt hij achter het orgel.

"De waarde van muziek tijdens een rouwplechtigheid? Muziek heeft zéker betekenis, biedt een moment van rust, stilte en wellicht gebed - al hangt dit wel af van het soort muziek. Ook bij extremen als hardrock of house blijf ik echter op mijn post. Dat ik nabestaanden kan helpen en bijstaan geeft mij veel voldoening. Desgewenst maak ik voor hen een cd met de muziek die tijdens de rouwplechtigheid geklonken heeft."

De Haarlemse musicus groeide op met muziek. "Mijn moeder wilde graag zangeres worden, maar mocht dit niet van haar ouders. Ze zong vooral liederen van Johannes de Heer. Vaak lag ik in bed naar haar te luisteren. Later begeleidde ik haar als zij Bach en Dvorák zong.

Mijn vader speelde niet onverdienstelijk harmonium en probeerde op het traporgel Feike Asma te imiteren. Feike was in die tijd dé man voor ons. Ik moet ongeveer 7 jaar geweest zijn toen mijn vader me 's morgens om kwart over acht een keer naar een radio-uitzending van Asma liet luisteren. Dat ik daardoor te laat op school zou komen, deerde hem niet. Hij schreef een briefje -Teke komt wat te laat omdat hij naar een radio-uitzending van Feike Asma moest luisteren- en mijn juffrouw pikte dat.

Feike trok in die tijd volle kerken, ook wanneer hij in de Haarlemse Bavo kerkdiensten begeleidde. Na een concert in de Bavo zei ik eens tegen mijn vader dat ik Asma graag een hand wilde geven, waarop hij met enigszins knikkende knieën op de organist afstapte. "Da's prima", reageerde Asma en met een groots gebaar drukte hij mij de vijf. "Jij mag tijdens het volgende concert boven zitten", zei hij. Ongelofelijk, bij de speeltafel van het beroemde Müller-orgel zitten en Asma zien spelen - iets mooiers was er niet voor me.

Asma's manier van musiceren stimuleerde me van muziek mijn vak te maken. Toen ik hem dat jaren later vertelde, reageerde hij verbaasd: "Dat meen je niet!" Overigens kom ik nog steeds onder de indruk wanneer ik Asma's platen draai. De opname uit de Amsterdamse Oude Kerk bijvoorbeeld met de Toccata van Grison, het geluid dat Feike uit het orgel wist te halen - schitterend."

Geen gewriemel

Teke Bijlsma gaf jarenlang muziekles op basisscholen. Als freelance medewerker van NCRV-radio was hij betrokken bij de programma's "In 't Zilver" en "Onder de hoogtezon". Hij gooide hoge ogen met zijn meisjeskoor "Puellae Cantate" en werd bekend door zijn improvisatie-lp's en -cd's. Ook tijdens concerten -waarmee hij op zijn vijfenzestigste stopte- improviseerde hij veelvuldig. "Natuurlijk speelde ik ook literatuur, stukken van elk maximaal vijf minuten. Langere werken wilde mijn publiek niet. In mijn improvisaties probeer ik, net als Piet van Egmond, zoveel mogelijk de tekst uit te beelden - zonder daarbij in zinloos gewriemel te vervallen."

Bijlsma studeerde aan het Amsterdams Conservatorium. Jacob Bijster en Simon C. Jansen waren zijn leermeesters. "Wat ik leerde? In elk geval niet hoe ik een baan moest kweken. Om aan geld te komen, hielp ik 's morgens de melkboer en studeerde 's middags. Bijster bracht me het koraalspel bij, terwijl ik van Jansen veel opstak over improviseren.

Ik ontdekte in mijn conservatoriumtijd dat ik weinig van componisten als Pepping en Distler moest hebben. Ik wilde me niet in een keurslijf laten dringen, mijn favoriete stukken waren en zijn nog steeds Boëllmans Suite Gothique, Bachs triosonates, Widors Zesde Symfonie en het Tweede Koraal van Hendrik Andriessen.

Tijdens kerkdiensten probeerde ik destijds dingen uit die ik op het conservatorium geleerd had. Mijn vader moest daar niets van hebben: "Als je zulke rare dingen blijft doen, zul je geen droog brood verdienen." Ik heb er direct een punt achter gezet en ben een eigen weg gaan zoeken. Ik hield organisten die veel volk trokken goed in de gaten en probeerde te ontdekken hoe zij de fijne snaar van de goegemeente raakten. Dat probeerde ík namelijk ook. Ik wilde qua stijl tussen Feike Asma en Piet van Egmond in gaan zitten. Piet was een fenomeen, hij kon alles. Samen met hem begeleidde ik de diensten met belangstellenden in de evangelisch-lutherse kerk in Amsterdam."

Verhaaltjes

Toen Piet van Egmond in 1971 naar de Grote Kerk in Apeldoorn vertrok, adviseerde hij de kerkenraad van de gereformeerde Wilhelminakerk in Haarlem, waaraan hij was verbonden, Bijlsma te benoemen. Aldus geschiedde. Nog steeds is de romanticus Bijlsma vrijwel wekelijks te vinden achter de drie klavieren van het ruim veertig stemmen tellende De Koff-orgel in de Wilhelminakerk. Het romantische instrument inspireert hem. Anders is het met de preken en de liturgie - Bijlsma lijkt zondags steeds meer te verkommeren. "Jongerendiensten, praisediensten, powerpointdiensten: het brengt niet meer mensen in de kerk. De preken verworden steeds vaker tot inhoudsloze verhaaltjes. Hoe kan ik daar nu op inspelen?

En dan de liederen Hier, bekijk deze tekst eens. "Is je deur nog op slot? Van je krr krr krr doe'm open voor God, want de Heer wil bij je wonen." Schandalig toch, om zoiets te laten zingen, of het nu om een opa of een kind gaat. Veel liederen in de opwekkingsbundels kennen slechte harmonisaties en beroerde teksten, ze verknoeien de gemeentezang."

Wat Bijlsma wel met veel genoegen doet, is het begeleiden van de maandelijkse diensten met belangstellenden in de Haarlemse Pelgrimskerk. Niet voor niets wordt daar komende zondag zijn herdenkingsdienst gehouden. Daarin blikt hij terug op een halve eeuw kerkelijk orgelspel, een periode die op 24 maart 1954 in de hervormde kerk in Vijfhuizen begon.

Mening bijgesteld

De romanticus heeft nog wat verrassingen in petto. Tsjaikovski bijvoorbeeld. "In mijn jonge jaren verafschuwde ik de muziek van deze Russische componist. Maar tegenwoordig ben ik wég van zijn instrumentatie."

Over Klaas Bolt, de in 1990 overleden kerkelijk organist van de Haarlemse Bavo: "Ik bewonderde zijn spel en had een bijzonder contact met hem. Regelmatig registreerde ik voor hem tijdens kerkdiensten. Bolt was een uitstekend begeleider van de gemeentezang en wist een orgel neer te zetten. En wat hij ook uitprobeerde, in Psalm 42 een uitkomende stem met een canon in de quint bijvoorbeeld, hij wist zich er altijd uit te redden."

Over Willem Vogel, voormalig cantor en organist van de Amsterdamse Oude Kerk: "Een vakman. Zijn orgelwerkjes en koorwerken zijn fabelachtig mooi qua harmonisaties en kleuring. Vroeger vond ik zijn muziek drie keer niks, maar nadat ik erin ben gedoken, heb ik mijn mening drastisch bijgesteld. Enkele jaren geleden hoorde ik Vogel spelen tijdens de doopdienst van een van mijn kleinkinderen. Ik vertelde hem na de dienst van mijn veranderende waardering voor zijn muziek. Toen ik hem ook zei genoten te hebben van zijn orgelspel, reageerde hij net als Asma: "Meen je dat nou?""

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2004

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Waken voor zinloos gewriemel

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2004

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's