Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zendeling Bonifatius preekte, wierp beelden oozii en bouwde ook kerken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zendeling Bonifatius preekte, wierp beelden oozii en bouwde ook kerken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

BARNEVELD - Gelukkig kunnen we als we het leven van Bonifatius willen besclirijven over een aantal betrouwbare bronnen beschikl^en. We bezitten van hem een verzameling brieven die door hem of aan hem geschreven zijn. Verder zijn er verschillende levensbeschrijvingen, waarvan die van Willibald de beste is. Deze levensbeschrijving werd ongeveer 25 jaar na de dood van Bonifatius opgesteld.

Ook Bonifatius was een Angelsaksische zendeling. Hij werd in 674 in het Engelse Exeter geboren. Als kind van vijf of zes jaar werd hij door zijn ouders naar een klooster gebracht. Toen Bonifatius wat ouder werd, ging hij naar het klooster te Nursling voor verdere studie.

In het jaar 7f6 kwam hij naar ons land om het Evangelie aan de Friezen te verkondigen. Hij kwam echter op een ongunstig tijdstip, want de Friezen waren in oorlog met de Franken. Hij werd wel toegelaten, maar hij preekte voor dovemans oren. Daarom vertrok hij spoedig weer naar zijn land om daar betere tijden af te wachten.

Willibrord

Na eerst een bezoek aan de paus te Rome te hebben gebracht, zien we in het jaar 719 Bonifatius weer in ons land. De Friese koning Radbout is dan gestorven. Gedurende bijna drie jaar helpt hij dan Willibrord met de zending onder de Friezen. Er was een goede samenwerking tussen Willibrord en Bonifatius.

Dat mogen we wel afleiden uit het feit dat Willibrord hem vroeg zijn opvolger te noemen. Bonifatius weigerde echter, want hij zou van de paus de opdracht gekregen hebben om onder de Duitse heidenen te arbeiden. Willibrord liet hem toen gaan.

Bonifatius gaat dan naar Duitsland. Hier werkt hij als zendeling en organisator, maar ook als hervormer van de misstanden in kerk en klooster. In die tijd wordt hij ook door de paus tot aartsbisschop gewijd.

Afscheid

In de zomer van het jaar 753 keert Bonifatius van uit Duitsland terug naar Friesland. De bijna 80-jarige Bonifatius hield er rekening mee dat de Heere hem ieder moment kon wegnemen uit dit leven. Daarom nam hij de nodige maatregelen en trof beschikkingen omtrent zijn weinige bezittingen en zijn opvolging. Zo zei hij tegen zijn opvolger Loell:

,Jk kan van deze lang gehoopte reis niet afzien. Mijn laatste dag nadert; weldra zal ik uit de gevangenis van dit lichaam bevrijd, de eeuwige beloning plukken.(...) Leg de laatst? hand aan de kerk te Fulda en breng daarheen mijn lichaam over, dat vermoeid is door de lange pelgrimstocht van het leven. (...) Leg in mijn boekenkist ook het lijnwaad om er mijn versleten lichaam in te hullen".

Als werkterrein kiest hij dat gedeelte van Friesland dat in 734 is veroverd en waar de zending nog maar nauwelijks voet aan de grond gekregen had. Daar predikte hij, wierp er afgodsbeelden omver, en hij bouwde er kerkjes. Hij werd daarin bijgestaan door negen helpers. Dit tiental geestelijken werd geëscorteerd door een aantal krijgslieden, want men bevond zich aan de grenzen van het Frankische rijk!

De winter van 753/54 heeft Bonifatius zeer waarschijnlijk doorgebracht in Utrecht. Het voorjaar van 754 gaf echter weer het sein tot hervatting van het zendingswerk.

Te Dokkum vermoord

Weer werden velen gedoopt. Ook in de omgeving van Dokkum, waar Bonifatius eind mei zijn tenten opsloeg. Hij gaf pasgedoopten opdracht om 5 juni terug te komen om het vormsel te ontvangen. Toen echter de bewuste dag was aangebroken en de zon was opgegaan, verschenen er in plaats van vrienden vijanden. Deze drongen met wapengeweld het kamp binnen. Bonifatius zei tegen zijn begeleiders dat ze zich niet mochten verzetten.

Zelf viel hij door het zwaard dat een Bijbel, die hij ter bescherming boven zijn hoofd hield, doorkliefde. Overeenkomstig zijn eigen wil werd hij in zijn eigen abdij te Fulda begraven. Bonifatius mag overigens met meer recht apostel der Duitsers dan apostel der Nederlanden genoemd worden. Toch heeft hij ongeveer vijf jaar in Nederiand gewerkt.

Hij was een man met een verbazingwekkende werkkracht en een onvermoeibare reislust. Hij was een leider en organisator. Hij was vurig, ijverig en Godvrezend. Uit zijn brieven blijkt dat hij het zendingswerk als een Goddelijke opdracht zag. Hij wilde de heidenen redden uit de klauwen van de duivel en brengen in de eeuwige gelukzaligheid, waar hij zelf ook hoopte te komen.

Aangenaam karakter

Overtuigd van zijn eigen ontoereikendheid bad hij steeds om Gods hulp bij zijn werk en vroeg anderen dit ook te doen. Hij bezat ook heel aangename karaktereigenschappen zoals: een teer gemoed, dankbaarheid voor kleine bewezen diensten en gaven, respectvol omgaan met de belangen van anderen. Verder beschouwde hij vriendschap als een groot goed.

In een brief die hij schrijft aan een zwaar beproefde vrouw, komen die fijne karaktereigenschappen aan het licht. „Geliefde zuster. Nadat de vreze van Christus en het verlangen om in een vreemd land zending te bedpjven ons door een lange en brede tussenruimte van zee en land gescheiden hebben, heb ik uit de mond van velen het verhaal van uw beproevingen en van uw wederwaardigheden vernomen, die onder de toelating van God in uw ouderdom uw deel zijn geworden", zo schrijft Bonifatius.

„Tot schreiens toe", vervolgt hij, „heeft het mij bedroefd, dat juist sinds u de grotere zorgen aan het kloosterleven verbonden, had laten varen voor de rust van het beschouwend leven, uw tegenslag zoveel groter en drukkender is geworden. Daarom zend ik u dan ook, eerwaarde zuster, uw bewezen weldaden en en onze oude vriendschap gedachtig zijnde, deze broederlijke maan- en troostbrief'.

„Ik bid u, vergeet niet het Woord der waarheid, die daar zegt: "door uw volharding zult u uw leven winnen", noch de spreuk van de wijze Salomo "want de Heere kastijdt degene die Hij lief heeft: gelijk een vader de zoon in welke hij een welbehagen heeft. Onthoud ooic het apostolisch woord, dat wij door vele verdrukkingen het koninkrijk Gods moeten ingaan", en elders "wij roemen in de verdrukkingen, wetende dat de verdrukking volharding werkt, en de volharding beproefdheid en de beproefdheid hoop: de hoop beschaamt niet. Verblijd u, geliefde zuster, in die hoop..."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1994

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Zendeling Bonifatius preekte, wierp beelden oozii en bouwde ook kerken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1994

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's