Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Festival van de dood fascineert steeds meer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Festival van de dood fascineert steeds meer

Feest met een sinister uiterlijk

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hekserij, Halloween, griezelverhalen: veel mensen voelen zich er onweerstaanbaar door aangetrokken. Die fascinatie voor het fantastische lijkt niet te passen bij onze door en door onttoverde samenleving. Maar schijn bedriegt.

Halloween, 31 oktober. In veel plaatsen lopen weer geschminkte kleuters met puntmutsen en zwarte capejes in optocht over straat. Intussen toveren winkeliers een mengsel van magie en macabere symbolen tevoorschijn. Pretparken veranderen deze maand vrijwel allemaal in min of meer spookachtige oorden. De sfeer varieert van „een beetje griezelig” in de Julianatoren in Apeldoorn tot huiveringwekkend in Walibi Holland. „’s Avonds wordt je leven een hel door gruwelijke demonen, angstaanjagende zombies, kinky meesteressen, hongerige freaks en Eddie de Clown”, belooft het pretpark in Biddinghuizen. Steeds meer Nederlanders besluiten om tijdens het ”festival van de dood” eens goed te gaan griezelen, aangemoedigd door de middenstand en de media.

Want winkeliers zien wel brood in het najaarsfeest dat is overgewaaid vanuit Amerika. Zo kunnen kinderen in Hellendoorn –tijdelijk omgedoopt tot Heksendoorn– „spannend winkelen” en hun heksendiploma halen. „Heb jij altijd al een heks willen zijn? Dan is dit je kans!”

Halloween heeft veel te maken met de manier waarop Nederlanders feestvieren, zegt de Groningse godsdienstantropoloog prof. dr. Y. B. Kuiper. „Dat klinkt gek, want het is een macaber feest, maar dat is het gekke met mensen, ze worden aangetrokken door het onvoorspelbare, het griezelige. Halloween is een magisch feest dat vooral op kinderen is gericht. Maar je ziet nu ook dat de oudere generatie erbij betrokken raakt.”

Hekserij, sprookjes, horror, griezelverhalen: de meeste mensen hebben volgens de hoogleraar een fascinatie voor het fantastische. Iets wat helemaal niet lijkt te passen bij onze door en door onttoverde, gerationaliseerde samenleving. Maar dat is schijn, stelt prof. Kuiper. Halloween vieren is net als bezig zijn met wicca (hekserij), het occulte en het esoterische een manier waarop onze moderne samenleving speculeert over dingen die niet zichtbaar zijn. Ze maakt daarbij gebruik van een potpourri aan rituelen en voorwerpen – schaar-en-lijmpotmagie, noemt prof. Kuiper dat.

Heksenkring

Tegelijk geldt dat magie en hekserij zich steeds meer ontwikkelen tot een legitieme spirituele variant. Deze tendens doet zich in heel het geseculariseerde Europa voor. Vorig jaar opende in Berlijn het Magicum, een magiemuseum vol kristallen bollen, toverspreuken en magische voorwerpen. Het museum daagt bezoekers uit om hun „magische energie” uit te proberen en de deuropening naar „een koninkrijk van intuïtie en creativiteit” te ontdekken. „Je zult zien dat er meer is tussen hemel en aarde dan ons moderne denken ons laat geloven”, voorspelt het museum op de website.

In België zijn moderne heksen een geaccepteerd verschijnsel. Ze krijgen dan ook met enige regelmaat een podium aangeboden. De regionale krant Het Belang van Limburg besteedde afgelopen voorjaar aandacht aan wicca nadat de hogepriesteres van een heksenkring (”coven”) in Tongeren was overleden. In België maken wicca’s geen geheim van hun bestaan, al treden ze niet snel in de openbaarheid. De Tongerense coven heeft bijvoorbeeld een eigen website. Een Vlaamse heks die de publiciteit niet schuwt, is ”Christ Wicca”. In 2003 noemde ze wicca de sterkst groeiende religieuze beweging. „Vijf jaar geleden werd in Vlaanderen het eerste wicca-halloweenfeest gehouden”, zei ze toen. „Nu zijn we al heel wat verder.” Een verklaring heeft ze ook: „Mijn generatie is opgegroeid onder de stempel van het katholicisme, wat ons een goede basis heeft bezorgd. Maar nu zijn er geen wortels meer en is de jeugd op zoek naar zingeving. Veel jongeren zijn ziek en ontregeld. Ik hoop echt dat er verenigingen komen die kinderen houvast kunnen bieden. Wicca kan hierbij inspireren.”

In Houston, in de Verenigde Staten, gaat volgende week tijdens Halloween een zogenoemde Luciferkerk open, waar mensen „zichzelf in ultieme vrijheid kunnen ervaren.”

Marketing

In het algemeen kun je zeggen dat het paranormale steeds normaler wordt, concludeert dr. R. J. A. Doornenbal, sinds september tweede voorganger van de Nederlands gereformeerde kerk in Houten. Hij houdt zich sinds 1994 bezig met de bestudering van occultisme. „In allerlei films en tv-series –eigenlijk in wat je de populaire cultuur noemt– vind je steeds meer verwijzingen naar een geestelijke dimensie van magie.” Dat vraagt om waakzaamheid én om nuchterheid, vindt hij. Hij kan zich namelijk niet aan de indruk onttrekken dat Halloween vooral commercie is. De bezemstelen, de doodshoofden en de grijnzende pompoenen: „Wat je ziet, is vooral een hoop marketing. Dat brengt geld in het laatje. Het griezelige van deze uitingen vind ik als zodanig nog niet occult. Dit is een nieuwe variant van kindermarketing. In Amerika geven mensen per persoon omgerekend bijna 80 euro uit aan Halloween. In onze kapitalistische economie is alles wat geld opbrengt interessant. Ook iets als magie wordt vercommercialiseerd.”

Vandaar dus de halloweensnoep (gesuikerde doodshoofden) en het halloweenlego (geesten en engerds met kettingzagen) in de speelgoedwinkel. Halloween is een commercieel feest met een sinister uiterlijk. Dr. Doornenbal wil echter ook waakzaam zijn. „Mijn zorg is dat kinderen –zeker als ze in een niet-christelijk milieu opgroeien– het normaal gaan vinden dat er een geestenwereld bestaat en dat het mogelijk is om daarmee contact te krijgen. Ook oppervlakkige uitingen kunnen gaandeweg zo’n wereldbeschouwing vormen. Kijk je als kind veel naar twijfelachtige tv-programma’s op Nickolodeon of speel je als tiener occulte games, dan beïnvloedt dat je wereldbeeld. God en de satan, de vertegenwoordigers van goed en kwaad, hebben daarin plaatsgemaakt voor een tamelijk neutrale geestenwereld waarin je krachten en kennis zélf kunt manipuleren.”

En dáár, zegt dr. Doornenbal, raak je aan het echte occultisme. „Dat bestaat namelijk. Veel van het gecommercialiseerde is niet het echte werk, maar verwijst er wél naar: mensen die bezig zijn om geesten op te roepen en bepaalde geestelijke krachten te mobiliseren. Wie zich daarmee bezighoudt, loopt geestelijke schade op. Je zou kunnen zeggen dat, doordat magie op straat ligt, we ons vermogen kwijtraken om goed van kwaad te onderscheiden. Ik zeg dus niet: „Dit is occult, dat is van de duivel.” Dat is me te kort door de bocht. Maar in de loop van de jaren ontwikkelen we in Europa een wereldbeeld dat meer heidens dan christelijk is. Dat kan ertoe leiden dat mensen zich op latere leeftijd inlaten met de alternatieve geneeswijze reiki of met wicca en daardoor occult belast raken.”

Voor dr. Doornenbal staat het buiten kijf dat mensen moeten oppassen met actief participeren in rituelen waardoor ze zich openstellen voor de geestenwereld. „Dus niet experimenteren met glaasje draaien of naar een paranormale genezer gaan. Laten we opletten en dicht bij de Heere blijven, ook met onze kinderen.”

In veel boeken en films zit, min of meer, magie. Christenen verschillen van mening over hoe je hier het beste mee om kunt gaan. Dr. R. J. A. Doornenbal hoopt dat ze geestelijk onderscheidingsvermogen ontwikkelen.


„Soms liever uitleggen dan verbieden”

Moet je een boek waarin magie voorkomt altijd mijden?
„Mijn persoonlijke mening is dat je ze niet altijd krampachtig hoeft te weren – het uitbannen van sprookjes bijvoorbeeld gaat me te ver. Wel vind ik het zinvol om dat wat je leest of ziet te filteren aan de hand van je eigen wereldbeschouwing. Dan stel je vast: „Met hoe dit wordt gepresenteerd, ga ik niet mee. De Bijbel trekt hier een grens.” Jonge kinderen kunnen dit nog niet, maar als kinderen ouder worden, hebben ze meer aan uitleg en aan geestelijk onderscheidingsvermogen dan aan categorische verboden die zijn ingegeven door angst.”

Ook in de boeken van de Britse schrijvers C. S. Lewis en J. R. R. Tolkien komt toverij voor.
„Tolkiens ”In de ban van de ring” is nadrukkelijk geschreven als een mythe. Ja, er komen wonderlijke dingen in voor, maar het uitoefenen van toverij wordt in dit literaire meesterwerk niet gepropageerd.”

Kunnen christenen ook boeken over Harry Potter lezen?
„Deze boeken vind ik van een andere orde. Hier is sprake van een identificatiefiguur, iemand die jong is en die ingewijd wordt in magische zaken. Uit de praktijk van het pastoraat blijkt dat sommige jongeren zich dusdanig met hem identificeren dat ze denken: Dit wil ik ook. Er zijn jongeren die daadwerkelijk op zoek zijn gegaan naar hoe ze magie kunnen leren praktiseren. Als je dat wilt, kun je er van alles over vinden, ook in de boekhandel. Vooral jongeren met een beschadigd zelfbeeld zijn hier gevoelig voor doordat ze dan kunnen uitblinken in iets bijzonders. Iets dergelijks heb ik nog niet horen zeggen van de tovenaar Sauron, uit ”In de ban van de ring”. Mijn oproep is dat we ons met elkaar moeten oefenen in geestelijk onderscheidingsvermogen. Ga niet aan één kant zitten, maar wees nuchter én waakzaam. Wat je moet doen als kerk en als gezin is met elkaar in gesprek gaan. Anders ontstaan er overspannen reacties zoals het verbranden van een schoolagenda waarin een vermeend occult teken staat. Niet alles kun je linea recta uit de Bijbel halen. We hebben elkaar nodig in het vormen van een evenwichtige mening.”

Waar ligt voor u de absolute grens?
„Ik let op twee dingen. Het eerste is: let goed op het kind. Sommige kinderen zijn zo gevoelig dat ze beter helemaal niets kunnen kijken of lezen waarin magie voorkomt. Sowieso moet je, als het over kinderen gaat, heel voorzichtig zijn omdat ze erg bang kunnen worden. Het tweede is: ik zou willen waken voor het kijken naar films waarin sprake is van horror of occultisme. Er zijn mensen die ervoor kiezen om helemaal geen films kijken. Persoonlijk mijd ik films als ”The Exorcist”. Die komen bij mij te direct binnen. Het is dan moeilijk om er met een zekere afstand naar te kijken. Laten we deze dingen niet uit nieuwsgierigheid opzoeken. Wij zijn geestelijke wezens. Vermijd de werken van de duisternis. Richt je liever op het licht.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 oktober 2015

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's

Festival van de dood fascineert steeds meer

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 oktober 2015

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's