Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lof in het leven van Anna Maria

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lof in het leven van Anna Maria

"Verbastert christendom", bloemlezing met brieven en gedichten

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In haar Woord vooraf valt Piëta van Beek met de deur in huis: „Anna Maria van Schurman (1607-1678) was een markante en veelzijdige vrouw. Zij oogstte vooral tijdens haar leven veel lof. Ik bied hier vrijwel de gehele oogst van haar overgeleverde Nederlandse gedichten aan. Een levensbeschrijving van Anna Maria van Schurman en een inleiding op haar Nederlandse dichtkunst gaan aan de gedichten vooraf'. Gelukkig, drie jaar na het vorige in de reeks verscheen "Verbastert Christendom", het vierde deel in de serie Christelijk erfgoed.

De oorzaak van de late verschijning van de reeds enige jaren geleden aangekondigde bloemlezing nadere-reformatorische poëzie van Anna Maria ligt niet bij uitgever Den Hertog of bij de beide redacteuren, drs. G. C. de Waard en C. Bregman. „De verschijning van dit boekje is nogal vertraagd door het (tijdelijk) verhuizen naar de andere kant van de aardbol en door de geboorte van een tweeling". Concreet: Oud-Guido-de-Brès-leerling Piëta van Beek is sinds 1988 als lector en wetenschappelijk onderzoekster verbonden aan de universiteit van Kaapstad en is sinds 1989 moeder van de tweeling Thomas en Brandaan.

Vrouwenstudies

Inmiddels verscheen deze uitgave wel in een jaar waarin de eerste vrouw die in Utrecht college volgde brede belangstelling ten deel viel. Het aantal publikaties over haar is de laatste vijftien jaar sterk toegenomen, na een stilzwijgen van drie eeuwen. Overwegend komt de aandacht voor Anna Maria niet uit de kring die, om met Piëta van Beek te zeggen, „behoort tot het volk dat de brieven en gedichten uit deze bloemlezing met instemming zal lezen". Zo maakte de vrouwenstudies Letteren van de Utrechtse universiteit zich in november jl. nog sterk om het portret van Anna Maria van Schurman, gepresenteerd ter gelegenheid van het verschijnen van een andere uitgave over haar, „een eervolle plaats te bezorgen te midden van de honderden al dan niet met witgepoeierde pruiken getooide oudhoogleraren in de Senaatszaal". Nu is ze nimmer hoogleraar geweest, maar gezegd moet worden dat dat in het zeventiende-eeuwse Utrecht niet mogelijk was. Anna Maria als voorvechter van een positie van de vrouw zogezegd.

Piëta van Beek levert in krap dertig bladzijden een heldere en inzichtelijke inleiding in de persoon en het werk van Van Schurman. Ze schetst het klimaat waarin ze haar opvoeding inademde en vermeldt daarbij dat ze op zestienjarige leeftijd aan het sterfbed van haar vader moest beloven nooit te trouwen: die „onontwarlijken verdorven wereltschen huwelijks-bant moest ze vermijden", zodat haar spreuk werd: Mijn liefde is gekruisigd.

Vol lof

In vier perioden wordt in de inleiding allereerst het leven van Anna Maria belicht: Utrecht, Keulen, opnieuw Utrecht, waar ze een verbasterd christendom aantrof, en ten slotte de laatste negen jaren van haar leven. Ze toont zich dan een vurig volgeling van Jean de Labadie.

In het tweede deel gaat de auteur in op de Nederlandse dichtkunst van Van Schurman, die ook in het Duits, Frans en Latijn dichtte. Van Beek komt hierin nauwelijks tot een zelfstandig oordeel over de poëzie, maar legt de nadruk op de receptie van de verzen. Cats is vol lof en ook diens aanhangers gunnen Anna Maria een plaats te midden van Hollands poëten, maar anderen zien de waarde van de Nederlandse gedichten vooral in de godsdienstigheid zelf liggen. Op de vraag of Van Schurman alleen in het Nederlands over geloofszaken schreef, kan zolang veel Franse en Latijnse publikaties niet vertaald en bestudeerd zijn, nog geen antwoord volgen.

Nader-reformatorisch

Van Beek noemt de jaren tussen 1636 en 1669 de nadere-reformatorische periode in het leven van Van Schurman. In haar woordkeus is enige distantie ten aanzien van deze stroming te vinden: de kinderen Van Schurman werden „in wat men noemt de vreze des Heeren opgevoed" (pag. Il), ze spreekt over „leersysteem en idioom van de Nadere Reformatie" (pag. 27), noemt het „verbazend hoe zeventiende-eeuwse tale Kanaäns overeenkomt met hedendaags piëtistisch woordgebruik" (pag. 42) en heeft het over predikanten en professoren „die nader-reformatorisch prediken" (pag. 66). Dit afstandelijke taalgebruik betekent echter niet dat er geen sympathieke betrokkenheid van de schrijfster op haar onderwerp doorklinkt.

De redactie beloofde ooit dat deze serie „hoofdzakelijk literatuur zal bevatten, maar dat een brokje theologie niet is uitgesloten". Die belofte is met dit deel met name wat het brokje theologie betreft waargemaakt.

Behalve uit de poëzie krijgen we ook zicht op de opvattingen van Van Schurman uit haar brieven. Die spreken duidelijke taal: „Meent niet dat God de Heere met die verbastaerde kerke, als of sy syn wyf waere, en met dat volk van swaere overtredinge bevredigt is". We zien Van Schurman als iemand die pleit voor een doorleefd geloof en een doorleefd christendom: Ze pleit ervoor elkaar geen dingen te schrijven die ieder al weet, maar „laet het eygen bevindinge, en eygen gevoelens zyn; (...) En schryft my, so het u gelieft, gelyk ten tyden van de beginselen deser oorlogen, uyt binnenste gevoelens uwes herten (...) En schryft my eens de redenen waerop ghy de hope van de verschooninge uwer plaetse fondeert".

Utrecht

We volgen uit haar verzen de ontwikkeling, haar hoog opgeven van Utrecht ("Men hoorde alle dagh in kraght des Geestes preken / Men siet er door de wet de steene herten breken"). De kritiek op Utrecht groeit en het getal der ware vromen was, vond ze, tussen de duizenden naam-christenen op twee handen te tellen. Ondanks de waarschuwingen van Voetius vertrekt Anna Maria naar Middelburg, waar ze de openbare en huiselijke godsdienstoefeningen van De Labadie bijwoont.

Nu het vierde deel - een waardevol boek - verschenen is, wordt Christelijk Erfgoed langzaam maar zeker een echte série. Op je boekenplank gaat een klein reeksje ontstaan, zodanig dat de liefhebber volgende delen ook in zijn bezit wil hebben. Continuïteit op termijn lijkt me in dit kader belangrijker voor de reeks - en voor het onderwijs! - dan een hoge frequentie van verschijnen van de afzonderlijke delen. Als redactie en uitgever zo doorgaan, kan er over een aantal jaren een mooie verzameling tekstuitgaven gereed zijn.

N.a.v. "Verbastert christendom. Nederlandse gedichten van Anna Maria van Schurman (1607-1678)"; met inleiding en toelichting van Piëta van Beek; serie Christelijk Erfgoed; uitg. Den Hertog, Houten, 1992; 168 biz.; prijs 22,75 gulden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 26 april 1993

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Lof in het leven van Anna Maria

Bekijk de hele uitgave van maandag 26 april 1993

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's