Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Antwoorden in Antwerpen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Antwoorden in Antwerpen

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

België is rooms-katholiek. Je weet niet beter. Maar getalsmatig boeren de katholieken daar hard achteruit. Na de oorlog was 85 procent van alle Belgen rooms-katholiek. Nu is dat nog 40 procent. Vier procent in België is moslim. Twee procent is protestant. De percentages blíjven gestaag achteruit lopen. De zuiderburen dreigen religieloos te raken. Werk genoeg, ook voor Nederlandse kerkenwerkers in de havenstad Antwerpen.

"He died for me; I live for Him". De tekst hangt aan een wand in de studeerkamer van ds. K. Groeneveld, predikant van het Evangelisch Centrum te Antwerpen-Deurne. Vanwaar die tekst? "Dat is de inhoud van mijn leven. Als die zekerheid er niet was, had mijn leven geen zin. Dat Hij stierf voor mij, dat is zeker. Dat ik leef voor Hem, dat blijft bij een pogen, ik jaag ernaar, of ik dat ook grijpen mag."

Via een studie aan het Bijbelinstituut Brussel kwam Kommer Groeneveld in het evangelisatiewerk terecht. Hij was in 1971 uitgezonden door de Christelijke Gereformeerde Kerken om in Antwerpen gemeentestichtend werk te doen. In 1982 werd hij bevestigd als predikant van de christelijke gereformeerde kerk te Eindhoven met als standplaats Antwerpen-Deurne. In 1992 verrees aan de Boterlaarbaan in Deurne een riant kerkgebouw. In datzelfde jaar werd de wijkgemeente van Eindhoven een zelfstandige christelijke gereformeerde kerk.

"Dit is de enige christelijke gereformeerde kerk in het buitenland", zegt ds. Kommer Groeneveld, terwijl hij het kerkgebouw van onderen tot boven laat zien. Boven is de kerkzaal. 's Morgens zijn er zo'n honderd kerkgangers, 's middags wat minder. Links van de kansel staat een scherm dat tijdens kerkdiensten gebruikt wordt voor de beamerpresentatie. Daarop staan dan de liturgie, de liederen, de namen van de mensen voor wie men voorbede doet en de tekst voor de preek. "Mensen hoeven nu niet meer te mompelen: Zei de dominee nu Kronieken of Korinthe?"

De benedenverdieping is grotendeels bedoeld voor jongeren. Daar staat een tafeltennistafel, er is een zithoek rond een tv-toestel.

Het Evangelisch Centrum bloeit, zegt de predikant. "De Heere heeft door Zijn Geest harten willen bewerken. Hier zijn mensen geestelijk ontwaakt."

Wat zoeken de leden van de gemeente hier? "De één zoekt kerkelijk onderdak. De ander zoekt antwoorden op vragen over de zin van het leven. Anderen zijn geïnteresseerd geraakt in het Evangelie, weer anderen zoeken voedsel ter versterking van hun geloof."

Ds. Groeneveld: "We willen heel bewust een evangeliserende gemeente zijn. Dat proberen we te bereiken door jeugdwerk, door Bijbelkringen, door een vakantie-Bijbelclub, door thema-avonden waarop deskundigen een onderwerp behandelen, zoals De Da Vinci Code van Dan Brown, of Harry Potter. Soms organiseren we een concert. Mensen die nog nooit een kerk van binnen hebben gezien, denken dan: Tjoh, toch mooi dat een kerk ook zoiets doet."

Rouwdiensten vormen voor de predikant een uitgelezen gelegenheid om het Woord kwijt te raken aan buitenkerkelijken. "Juist een rouwdienst moet laagdrempelig zijn, moet stijlvol zijn. Ik probeer dan heel dicht bij de mensen te komen. We hebben hier wel rouwdiensten met meer dan 150 bezoekers van wie er 100 nooit in de kerk komen. Je moet in het evangelisatiewerk nogal wat ondernemen om zo veel mensen bij elkaar te krijgen."

In de beginjaren deed ds. Groeneveld veel aan straatwerk, aan openluchtprediking, op markten en in parken. "We organiseerden tentevangelisatiediensten. Fantastisch vond ik dat. Ik kreeg al tranen in de ogen van ontroering als zo'n tent werd opgezet. Dat werkte toen wel, maar nu niet meer. Wie nu nog in een tent gaat zitten, krijgt alleen maar meewarige blikken. Sekten zitten in tenten. Een betrouwbare kerk doet dat in 2006 niet meer. Je maakt je er alleen maar belachelijk mee."

Recent kreeg de christelijke gereformeerde kerk van Antwerpen-Deurne toestemming nauwer te gaan samenwerken met de gereformeerde kerk vrijgemaakt te Gent. Vorige maand vond er voor de eerste maal kanselruil plaats. De eerstvolgende avondmaalsdienst is opengesteld voor leden van beide kerken. "Het Belgische volk is verder van het christelijk geloof vervreemd dan ooit tevoren. Als je dan dingen samen kunt doen, waarom zou je dat dan niet doen?"

Bijbelhuis

Een felrood geschilderde gevelplaat in het sombere straatbeeld van de Lange Dijkstraat in Antwerpen-Noord draagt de witte letters: "Bijbelhuis". Achter een vrolijke etalage ligt de clubzaal. Een trap voert naar een bovenzaaltje. Op de vloer zitkussens in een kring. Evangelist Jaap Hansum: "Het Bijbelhuis is een huis tussen een kerk en een moskee." En: "Je hoort hier geen afgeronde bekeringsverhalen."

Sinds 1999 zijn Jaap en Ina Hansum als evangelistenechtpaar werkzaam in het Bijbelhuis. Ze zijn uitgezonden door de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) en sindsdien als zendingsarbeiders in dienst van de Verenigde Protestantse Kerk in België (VPKB). De moedergemeente van het Bijbelhuis is de Christusgemeente (van de VPKB) in Antwerpen.

De locatie ligt middenin een multiculturele wijk met meer dan 100 verschillende nationaliteiten. De opdracht hier? "Mensen ontmoeten met en vanuit het Evangelie. Je hoopt dat mensen Jezus leren kennen als hun Heer en Heiland", zegt Jaap Hansum. "Ons verlangen is dat rond het Bijbelhuis een gemeenschap groeit waar moslims en oosterse christenen meer leren over het Evangelie en de navolging van Christus."

Elke week worden er kinder- en tienerclubs gehouden. Ook worden er vrouwenmiddagen georganiseerd en zijn er Bijbelkringen en Alphacursussen. Het Bijbelhuis wordt vooral bezocht door kinderen en volwassenen uit de Turkse en Koerdische moslimmigrantengemeenschap, uit islamitische vluchtelingengezinnen uit de Balkan en uit de Assyrische christengemeenschap. "Hier komen bijna geen Vlamingen."

Bij hun werk worden Jaap en Ina geholpen door vrijwilligers uit Nederland en België. De GZB benoemde recent Anneke Plaisier die in april als jeugd- en jongerenwerkster begint. Jaap en Ina gaan zich dan vooral richten op (jong)volwassenen. Hansum: "Binnenkort starten we een platform waar christelijke en islamitische studenten elkaar ontmoeten om samen over het geloof te spreken. Dan kiezen we bij voorbeeld een onderwerp dat in beide religies van belang is, zoals het gebed, of het werk en de persoon van Jezus. Zo proberen we vooroordelen op te ruimen."

Hansum hoopt op het ontstaan van, wat hij noemt, een soort Jezusbeweging. Veel Assyrische christenen hebben kerkelijk onderdak in een rooms-katholieke parochie in de wijk. "De meeste moslims die in het Bijbelhuis komen, hebben niet de mogelijkheid om uit hun islamitische gemeenschap te treden. Toch maken ook zij hier kennis met het Evangelie. We hopen en bidden dat het Evangelie als een zuurdesem hun leven zal doortrekken en van binnenuit veranderen."

Onnodige confrontaties vinden in het Bijbelhuis niet plaats. Hansum: "Als we samen eten, eten we nooit dingen die voor een moslim onrein zijn. Als we bidden, bidden we niet met gevouwen handen, maar met opgeheven handen. Opgeheven handen, dat kent een moslim, gevouwen handen niet. We proberen aan te sluiten bij vormen en gebruiken die hun eigen zijn."

Aan de wanden van het Bijbelhuis hangt bewust geen kruis. "Het kruis als symbool is voor een moslim zó beladen. Onder het mom van dat kruis zijn hun voorouders de hersenen ingeslagen. Het kruis is eng. Daarom vermijden we het kruissymbool, zodat er geen onnodige hindernissen en ergernissen zijn. De enige ergernis die niet weg te nemen is, is de ergernis van het kruisevangelie zelf, behouden worden door het geloof in de gekruisigde en opgestane Heiland. Dáár moet de confrontatie plaats vinden."

Welk Evangelie wordt gebracht? "Het héle Evangelie! Maar we kiezen daarvoor een route die voor een moslim na te volgen is. We nemen er rustig de tijd voor. De Bijbelverhalen vertellen we in een doordachte volgorde. We beginnen bij: Wie is God? Wie de mens? Wat wil God van de mensen? Wie is Jezus? Stapje voor stapje nemen we de mensen mee."

Zoals Jezus gelijkenissen vertelde, zo wil Hansum ook werken, via de taal van het Bijbelverhaal. "Als je een Bijbelverhaal vertelt, neem je moslims mee naar hun eigen oosterse leefwereld. Een verhaal nodigt uit, maakt nieuwsgierig en stelt de verteller en de luisteraar dan ineens voor een onverwacht keuzemoment."

Nee, dat is geen knieval voor de islam, zegt Hansum. "Jezus zond zijn leerlingen uit met de opdracht: wees oprecht als de duif en slim als de slang. Dat is het spanningsveld waarbinnen we werken. Enerzijds trouw zijn aan het Evangelie, puur, oprecht, maar anderzijds ook verstandig en wijs communiceren, slim als een slang. Jezus was in zijn omgang met mensen ook wendbaar: nu eens direct en confronterend, dan weer verhalend en indirect. Het gaat er niet om of je al of niet een knieval doet, maar of iets Bijbels is."

De Bron

"Christelijk Centrum De Bron". Zo staat het op de deuren van de evangelisatiepost aan de Oude Barreellei te Antwerpen-Merksem. "Erediensten, elke zondag, 10.00 en 17.00 uur". Op de buitengevel prijkt een schildering van Albert Wessels, een herder met zijn schapen op een grote stille heide, terwijl in de verte de zon achter de kim verdwijnt.

De deur is open. In de hal liggen folders, Saambinders en een stapeltje Vrienden van oud en jong. Het inloophuis is nieuw. Het ruikt naar koffie. Achter het inloophuis ligt de kerkzaal. Op de preekstoel ligt de Bijbel open bij het Bijbelgedeelte van afgelopen zondag: 1 Samuël 6.

Arie van Setten is sinds juli 2004 voor de Gereformeerde Gemeenten evangelist in Merksem. "Soms zit het hier vol. Dan zijn er veel schippers uit de eigen kring. Dat is natuurlijk heel fijn. Maar ik ben vooral hierheen gezonden voor die enkeling die niet weet dat hij een ziel heeft, die van het Evangelie nog nooit gehoord heeft."

De vrucht op het werk wil Van Setten overlaten aan zijn Zender. "Je kunt kerkgangers tellen, maar het werk van de Geest laat zich niet door ons optellen. Hij werkt in de stilte." Een enkel voorval wil hij wel kwijt: "Hier komt al vele jaren een alleenstaande man. Hij zei nooit zo veel, maar hij kwam altijd trouw. Nu zei hij pas: "Van Setten, ik heb de televisie de deur uitgedaan, want ik heb gehoord dat je niet én God kunt dienen én de wereld. Dus de televisie is weg." Kijk, dan maken we ons in de gereformeerde gezindte druk of je wel open internet mag hebben, en of je wel televisie mag hebben, en zo'n eenzame man doet uit zichzelf gewoon al die rommel de deur uit. Hij voelt dat dat niet kan."

Van Setten heeft een nieuwe folder verspreid. "Vrije inkom", staat erop. "En de inkom is gratis!" "In het inloophuis kunnen mensen op adem komen, hun verhaal kwijt, tot kalmte komen als ze verdriet hebben, of als ze boos zijn. Hier is ruimte voor gesprek, voor een tas koffie, hier kun je de krant lezen, je vragen stellen. Hier mag men zijn wie men is, somber, opgewekt, gelovig, of niet. Sinds het inloophuis in november openging, zijn er toch al zo'n 20 bezoekers geweest. En als er dan iemand met een Bijbel de deur uitgaat, dan ben je blij en vraag je stilletjes aan de Heere of Hij Zijn eigen Woord wil zegenen."

In de kelder moet ruimte komen voor ontspanning, voor een tafeltennistafel en een dartbord. "Op zaterdagavond staat deze jeugdkelder straks open voor gezelligheid en ontmoeting. Op vaste avonden houden we hier dan themabesprekingen. Iemand zei pas: "Van Setten, kunnen we het eens hebben over verdriet?" Dan gaan we met elkaar na wat de Bijbel over verdriet zegt en hoe dat in ons eigen leven is. En bij elk thema probeer je aan te sturen op de noodzaak van het kennen van Christus, als Borg en Middelaar, Die niet alleen ons verdriet kent, maar Die ons vooral wil zaligmaken van onze zonden."

Het christelijk centrum De Bron heeft een jeugdvereniging, er is catechisatie en telefonisch spreekuur. "Het is belangrijk dat je het werk dat je zondags doet, doordeweeks verankert. De zondag mag geen eiland worden. Het kan niet zo zijn dat men zondags het Woord hoort, en dat er dan zes dagen lang helemaal niks meer is."

Wekelijks foldert van Setten op de markten in Merksem, Schoten en Brasschaat. "Je raakt met een Belg vrij gemakkelijk in gesprek. Een Belg is beleefd, zal niet gauw onaardig doen, maar blijft vervolgens ook graag wat op een afstand. Een Belg is in religieus opzicht niet vijandig, maar ze vinden het niet fijn als je probeert hen onrustig te maken over de eeuwigheid."

Een Nederlander zit niet op het Woord te wachten. Een Belg is niet anders, zegt de evangelist. "Daarin ervaar je als evangelist je beperktheid, je onmogelijkheden. Je kunt geen mensen bekeren, want dat is Gods werk."

Moet de post in Merksem uitgroeien tot een gemeente? "Dit moet een post blijven. Want dit is België."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 2006

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Antwoorden in Antwerpen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 2006

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's