Eerherstel voor ds. R. Kok?
Een opmerkelijke brochure werd mij dezer dagen toegezonden onder de titel Appèl - Bezwaarschrift aan de Generale Synodes der Gereformeerde Gemeenten. Normaal gesproken ligt het niet op de weg van De Wekker aandacht te besteden aan een bezwaarschrift tegen genomen besluiten van synodes van de Gereformeerde Gemeenten. Men zou immers kunnen zeggen: Laat dat maar daar worden afgehandeld. De reden om er toch aandacht aan te besteden is, dat het gaat om besluiten die genomen zijn met betrekking tot ds. R. Kok. In 1950 werd hij door de synode van de Gereformeerde Gemeenten geschorst, waar hij reeds vijfendertig jaar als predikant had gediend. In 1956 ging hij met zijn gemeente te Veenendaal (thans Veenendaal-Pniël) over naar de Christelijke Gereformeerde Kerken. En daar was hij nog eens met ere drieëntwintig jaar predikant in actieve dienst. Het gaat dus ook ons wel aan!
Een bezwaarschrift?
Of deze bundel van meer dan 100 bladzijden in de eerste plaats als bezwaarschrift tegen een generale synode bedoeld is, of door de schrijver is samengesteld om een zaak breder bekend te maken is ook een vraag.¹ Voor een bezwaarschrift was veel van de achtentwintig bijlagen geheel overbodig. Bovendien mondt het stuk niet uit in een helder verzoek aan de synode, al is de bedoeling geheel duidelijk. Naar kerkrechtelijke eisen gerekend rammelt er nogal het een en ander aan dit 'appèl'.
Het is dan ook zeer wel denkbaar, dat een volgende generale synode van de Gereformeerde Gemeenten er snel mee klaar is, en zal zeggen: dit is zo niet ontvankelijk.
Formeel zal dat dan ook kloppen. Daar komt bij, dat ds. Kok zich ook zelf- in 1971, toen hij al lang christelijk gereformeerd predikant was - nog eens tot de synode van de Ger. Gem. heeft gericht met een verzoek om rehabilitatie. Dat verzoek is afgewezen. Wat de heer De Jong vraagt - inderdaad hetzelfde: eerherstel voor ds. Kok - is formeel gesproken dus al behandeld geweest. Er zou dan nu moeten worden aangewezen wat aan de behandeling toen onjuist is geweest of ontbroken heeft. Dat alles wordt niet gedaan.
Er kan aan dat soort opmerkingen nog wel meer worden toegevoegd. Wat is de betekenis van rehabilitatie van iemand die al lang overleden is? Waar moet dat kerkelijk toe leiden? Tot betuigingen in de richting van zijn kinderen en kleinkinderen - onder wie een aantal predikanten - die zich in de Christelijke Gereformeerde Kerken bevinden of in de Gereformeerde Bond in de Nederlands Hervormde Kerk? Niemand zal daar in formele zin behoefte aan hebben.
Materieel ligt er echter wel wat meer in deze kwestie. En dat is de reden waarom ik er aandacht aan besteed. Er is kerkelijk en vooral geestelijk heel wat mee gemoeid. Daarom zou het van heel grote waarde zijn wanneer de zaak die hier is aangesneden in de kring van de Gereformeerde Gemeenten aandacht kreeg!
Om het aanbod van genade
De zaak waarover ds. Kok in de jaren veertig in conflict kwam met degenen die de toon aangaven in de Gereformeerde Gemeenten was die van het aanbod van genade. In 1950 werd ds. Kok door de synode voor zes maanden geschorst, in de kern van de zaak op de volgende grond: '...omdat hij vasthoudt aan de reeds eerder gebleken leerverschillen, onder meer: de vereenzelviging van de beloften met het aanbod van genade.'
Wat daar aan vast zat was een visie op het genadeverbond. In de Gereformeerde gemeenten is in 1931 vastgelegd, 'dat het verbond der genade onder de beheersing staat van de uitverkiezing tot zaligheid en dat het wezen van het verbond daarom alleen de uitverkorenen Gods kan gelden en niet het natuurlijk zaad.' Wanneer een kind wordt gedoopt, en de beloften van de HERE aan Abraham ook aan de kinderen worden bevestigd, moet daar dus volgens deze uitspraak bij worden gedacht: Maar dat geldt alleen de uitverkorenen ...
Het gevolg van die leer is, dat in de prediking van de Gereformeerde Gemeenten de volgorde van beloven en ontvangen precies worden omgekeerd. De belofte van Gods verbond moet eigenlijk achteraan worden gezet, want eerst moet iets anders duidelijk worden, namelijk dat als gevolg van Gods verkiezende genade de vervulling van de beloften in het leven van een zondaar te vinden is. En als de vrucht van de uitverkiezing er blijkt te zijn - kennis van schuld, geloof in Gods genade, en een verlangen de Here waarachtig te dienen - dan mag de belofte van het verbond ten volle worden gehoord. En eerder niet. Eerst het beloofde, dan pas de belofte... Het is inderdaad precies zo vreemd als het klinkt!
Inderdaad was ds. Kok met die leer in conflict geraakt. Bij hem kwam in zijn preken het eerste wat ook in de Bijbel het eerste komt: Gods genadig spreken tot een zondige mensheid. En dan is daar het wonder van het verbond! God zegt: Ik zal U tot een God zijn en gij zult Mij tot een volk zijn. Dat zijn beloften! En dat is aanbod van genade! En dat is óók de grote ernst van de eis tot gehoorzaamheid. Dienaar des Woords zijn kon voor ds. Kok niet anders meer betekenen dan de hoorders op te roepen werkzaam te zijn met Gods beloften en op die beloften te pleiten. In de oren van de meerderheid der synode betekende dat, dat de beloften van Gods verbond 'te grabbel werden geworpen'. Die beloften kunnen immers pas spreken wanneer de Heilige Geest Zelf daar plaats voor heeft gemaakt, doordat een mens eraan wordt ontdekt dat zijn schuld zo erg is dat hij helemaal niets kan. Dat er voor een mens niets te pleiten is, als de Here het hem niet leert.
Om het zaad der wedergeboorte
Het is goed hier een paar opmerkingen bij te maken die de geweldige betekenis van-de zaak waar het om gaat verhelderen. De Geref. Gemeenten zeggen: Geen prediking van de beloften als een aanbod van genade, want dan gaan mensen denken dat ze het zo maar mogen en kunnen pakken. En dat is het binnenhalen van de remonstrantse leer van de vrije wil.
In wezen werd ds. Kok daarvan beschuldigd, en werden de Christelijke Gereformeerde Kerken in het algemeen daarvan beschuldigd. Klopt dat? Wist ds. Kok niet meer dat het genade is als een mens tot geloof komt? Dat het het werk van de Heilige Geest is wanneer iemand tot Christus komt om in Hem de genade van vergeving en vernieuwing te vinden? Niemand die er iets van afweet kan dat zeggen! Dat alles genade is - ook het ontvangen van genade - is deel van het evangelie!
Het gaat echter om het wonder van de verkondiging van Gods evangelie. De Here komt ermee naar ons toe, en Hij wéét dat een mens van nature niet hoort en niet wil horen. En toch is het Gods bedoeling dat Zijn Woord als een zaad der wedergeboorte in de gemeente wordt uitgestrooid. Daar was ds. Kok van overtuigd. En zo heeft hij een mensenleven lang gepreekt.
Het geding tussen ds. Kok en de synode van de Ger. Gem. was een geding om de Bijbel. Als Gods Woord zelf zegt dat het Woord het zaad der wedergeboorte is, mogen wij dan zeggen dat het niet zo is?
Meer dan rehabilitatie: het Woord!
In 1971 heeft ds. Kok aan de synode van de Ger. Gem. gevraagd zijn schorsing van 1950 te funderen op Schrift en belijdenis, zo dit mogelijk is, en zo niet, de schorsing evenzeer naar Schrift en belijdenis ongedaan te maken. Het voornaamste doel van dat (niet ingewilligde) verzoek was niet herstel van zijn eer te krijgen, maar dat Gods zegen op deze gemeenten zou rusten omdat zowel een onrecht als een onbijbelse leer zouden worden weggenomen.
Eerherstel voor ds. Kok zou mooi zijn, maar wat hij veel meer wenste zou nog veel mooier zijn. Maar dat heeft dan nog betrekking op de kerkelijke verhoudingen van vandaag! Staan wij niet op een gemeenschappelijk fundament? Schrift en belijdenis? Blijkt dat niet ook dikwijls genoeg? In de prediking van een aantal voorgangers in deze kerken wordt duidelijk, dat het ze bij een eerlijk luisteren naar Gods Woord niet mogelijk is het aanbod van genade achter de uitverkiezing te zetten. Het Woord zelf blijkt gelukkig sterker dan de synode. Soms ook kan men iemand horen spreken uit deze kring, die het Woord van harte wil bedienen, en er merkbaar mee worstelt: Nu moet ik recht doen aan wat de Here hier zegt, maar ik moet het feitelijk weer terughalen door te zeggen dat het alleen is voor wie bij zichzelf de gevolgen van de uitverkiezing heeft ontdekt. Pijnlijk en schrijnend.
God geve dat die zaak in bespreking komt. Onder predikanten en gemeenteleden. Het boekje van prof Blaauwendraad. Het is ingewikkeld geworden is een paar jaar geleden een smeekbede om hetzelfde geweest. Ten diepste om niets anders dan dat het heilige Woord van God aan de orde mag komen zonder dat mensen er teugels aan binden.
J.W. Maris
¹ Men kan deze brochure op A4 formaat schriftelijk bestellen bij de auteur, E. de Jong, Schorpioen 7, 8531 NT Lemmer. De prijs ervan is ƒ 20,-.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 mei 2000
De Wekker | 16 Pagina's