Seminarie en colloquium
Lezers van De Waarheidsvriend, dat zijn twee vreemde woorden, die velen uwer niet begrijpen. Daarom is het goed, u er eens iets van te vertellen.
Seminarie noemen onze Rooms Katholieke landgenoten de scholen, waar hun toekomstige priesters worden opgeleid. Die studenten leven daar met elkander in gezinsverband. Ze studeren samen, maar ze houden ook hun maaltijden gemeenschappelijk ; ze gaan samen op de wandeling ; ze slapen onder één dak.
Welnu, de Generale Synode heeft besloten om ook voor onze aanstaande predikanten iets dergelijks te scheppen. Wel niet voor de hele studie, maar dan toch voor de laatste vier maanden. Op dat seminarie zullen ze dan gemeenschappelijk de nadere vorming voor hun ambtsbediening ontvangen.
Als onze kerk een gereformeerde kerk was, die werkelijk wenste te staan op de grondslag van Schrift en Belijdenis, dan was er misschien wel wat voor te zeggen, om de jonge mannen, die op het punt staan om, de Evangeliebediening in te gaan, nog wat practische kennis bij te brengen.
Zo zijn er meer dingen in onze kerk, die wel wat goeds in zich hebben, maar waar we nu wat huiverig tegenover staan.
Wat toch is het geval ?
In dat seminarie komen studenten samen van verschillende richtingen. Daar zijn ze van gereformeerd tot vrijzinnig. Zou 't nu misschien ook de bedoeling zijn, om gedurende die vier maanden de verschillende richtingen meer tot elkaar te brengen ? Gedurig horen we grote verwachtingen uitspreken over het kerkelijk gesprek. Ik ben misschien een ondeugend vrager. Zou het misschien ook de bedoeling zijn om de studenten te winnen voor de nieuwe koers, die de Generale Synode heeft ingeslagen ?
Ik wil het wel eerlijk bekennen, dat ik over dit alles niet gerust ben.
Ook zal ik u zeggen, waarom.
Aan het einde van die vier maanden moeten de candidaten zich onderwerpen aan een colloquium. Dit vreemde woord betekent eigenlijk „gesprek". In de oude reglementenbundel lezen we ook al van een colloquium doctum, d.w.z. een geleerd gesprek.
Als een predikant uit een andere kerkformatie wilde overgaan tot onze Hervormde Kerk, moest hij zich onderwerpen aan een zogenaamd colloquium doctum, een geleerd gesprek. Dat was dus eigenlijk zoveel als een examen.
Het colloquium, waaraan onze studenten zich zullen moeten onderwerpen, is geen examen in wetenschappelijke vakken.
In art. 16 van de eind-redactie van Ordiantie 7 voor de opleiding en vorming van de dienaar des Woords en voor de theologische arbeid der kerk, lees ik onder 1. het volgende :
Het colloquium bedoeld als gesprek over het ambt van de dienaar des Woords in het geheel van het leven en werken der Kerk, vindt plaats aan de hand van de door de candidaat ingezonden predicatie.
En onder 2. van hetzelfde art. 16 lees ik : , , Vindt de delegatie het resultaat van het colloquium niet bevredigend, dan wordt dat op verzoek van de 'aanvrager bij een latere gelegenheid voortgezet". En onder 3. lees ik :
, , Is de delegatie daarna van oordeel, dat tegen diens toelating, hetzij terzake van de roeping, hetzij terzake van de geschiktheid of bekwaamheid, onoverkomelijke bezwaren bestaan, dan deelt zij dit de candidaat onder opgave van redenen mede, in welk geval hij zich kan beroepen op de Generale Synode, die in deze een eindbeslissing heeft".
Dat is allemaal veel te vaag. Wat bedoelt men eigenlijk met het spreken over het ambt van de dienaar des Woords in het geheel van het leven en werken der Kerk ?
Zal men misschien de jonge candidaten voor de vraag stellen, of ze het eens zijn met de koers, die thans door de kerk wordt gevolgd ?
Hier ligt een terrein van vele voetangels en klemmen.
Het zou kunnen gebeuren, dat straks een candidaat van gereformeerde beginselen afgewezen wordt, omdat het bij het colloquium gebleken is, dat hij tegen de huidige gang van zaken grote bezwaren heeft.
Daarom hopen we, dat op alle Classicale Vergaderingen ook deze zaak ernstig onder de ogen zal worden, gezien.
Als we het niet zulllen kunnen tegenhouden, dat het seminarie verplicht wordt voor onze studenten, dan moeten we toch daarnaar streven dat het colloquium geen andere bedoeling mag hebben dan te onderzoeken of de candidaat bekwaam en genegen is het ambt te bedienen naar Schrift en belijdenis en daarin begeert te volharden.
TIMMER.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1950
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1950
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's