Dr. Versluis: Bijbel laat naast geweld ook genade zien
WOERDEN. Welk verweer heeft een orthodoxe christen als een ander hem verwijt dat de Bijbel oproept tot geweld?
Op die vraag ging dr. A. Versluis, christelijk gereformeerd predikant te Ouderkerk aan de Amstel, gisteren in tijdens de eerste Guido-lezing in Woerden, georganiseerd door het wetenschappelijk instituut voor de SGP. Zeven volken moesten de Israëlieten „totaal uitroeien” als ze in het beloofde land waren gekomen, memoreerde dr. Versluis. „Genocide noemen wij dat nu, op Gods bevel nota bene.”
Die oproep in Deuteronomium 7 is „uitsluitend verbonden aan de vestiging van Israël in Kanaän”, benadrukte hij. „Van een algemene oproep tot of legitimatie van geweld is op geen enkele wijze sprake.” Een herhaling van dat uitroeiingsbevel is „uitgesloten, omdat God Zich in Zijn Zoon volledig heeft uitgesproken.”
Verheerlijking van geweld kom je in het Oude Testament ook niet tegen, stelde hij verder. De christelijke kerk leest het Oude Testament bovendien nooit los van het Nieuwe Testament. „Jezus’ Koninkrijk is niet van deze wereld. Zijn weg is niet die van wapens, maar van het kruis.” De wraak en de vergelding komen God toe, zei dr. Versluis. „Als er menselijk geweld moet plaatsvinden, is dat een taak van de overheid; nooit is het de kerk die met wapengeweld dingen moet realiseren.”
Gods volk wordt wel opgeroepen tot strijd, „maar dan een geestelijke strijd, met geestelijke wapens, namelijk de verkondiging van het Woord en het gebed.”
De predikant reikte vier handvatten aan voor het gesprek met andersdenkenden over geweldsteksten in de Bijbel. Allereerst moeten christenen de moeite die mensen tegenwoordig hebben met geweld, serieus nemen. „Het is belangrijk om eerlijk aan te geven dat wij die moeite zelf ook ervaren bij allerlei gedeelten in de Bijbel, en dat we daar ook geen pasklaar antwoord op hebben.” En om duidelijk te maken dat de Bijbel geen verzameling losse teksten is, maar dat er een ontwikkeling in zit. En méér laat zien: „Vooral Wie de Heere is, de heilige en genadige God, Die Zijn eigen Zoon gegeven heeft.”
Ten tweede moeten christenen duidelijk maken dat een oproep om mensen te doden „in onze situatie niet aan de orde is en na de dood en opstanding van Jezus Christus ook niet meer aan de orde kán zijn.”
Christenen moeten verder wijzen op het verschil tussen godsdiensten. „Waar vind je geweld door christenen dat echt gevoed wordt door een gemeenschap, dat verdedigd wordt door geestelijke leiders en dat elders in de wereld als Bijbels gelegitimeerd erkend wordt? Dat lijkt me een belangrijk verschil met de islam.”
Ten slotte moeten christenen de heilsgeschiedenis ernstig nemen. „Christus’ Koninkrijk is niet hier door ons te realiseren. We moeten dat biddend verwachten.”
Een eerlijk getuigenis vraagt om een kritische blik in de spiegel, besloot dr. Versluis: „Ieder mens is behept met de neiging tot het gebruik van geweld tegen zijn naaste. Denk dan ook aan groepsdruk en verkettering van andersdenkenden in kerk of partij. Laten we dus vooral bij onszelf beginnen.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 november 2015
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 november 2015
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's