Dorsen met de staf van het Woord
Biografie van ds. A. Makkenze draagt de kleur van de auteur
Veel rust leek hem niet vergund te zijn, de kruisdominee A. Makkenze. Ruim zeventien jaar was hij weliswaar predikant in zijn geboortedorp Dirksland, alle gemeenten daarna diende hij slechts zeer korte tijd. Rust kreeg Makkenze toen hij op 16 januari 1921 werd opgenomen in de eeuwige rust.
Buiten een korte levensschets, een in memoriam in De Saambinder en wat informatie in plaatselijke herdenkingsboeken was er weinig bekend over de kruisdominee Andries Makkenze (1854-1921). Zo weinig zelfs dat J. van Belzen dacht af te moeten zien van het schrijven van een boek. Maar hij bleef zoeken en deed verrassende ontdekkingen. De speurzin van Van Belzen heeft ervoor gezorgd dat er een uitvoerige levensbeschrijving op de markt kwam.
Krachtdadig bekeerd
In een ongodsdienstig gezin groeide Andries Makkenze op, in het Flakkeese dorpje Dirksland. Als landarbeider verhuisde hij op 20-jarige leeftijd naar de Haarlemmermeer, waar hij krachtdadig tot God bekeerd werd. In korte tijd mocht hij weten dat zijn schuld vergeven was.
Zijn ambtelijke werk nam een aanvang toen Makkenze op 29-jarige leeftijd aangesteld werd als oefenaar in de ledeboeriaanse gemeente van IJsselstein. In 1889 werd hij predikant in de kruisgemeente van Enkhuizen, om vier jaar later naar de vrije kruisgemente van Dirksland te verhuizen. Met zijn vertrek naar Meliskerke, in 1909, kwam ds. Makkenze binnen het verband van de Gereformeerde Gemeenten, waar hij, telkens voor enkele jaren, nog Tholen, Bruinisse, Ridderkerk en Nieuw-Beijerland diende. De auteur maakt wel een fout als hij op blz. 39 over oefenaar Gerrit Maliepaard (1842-1898) schrijft en vervolgens een foto opneemt van ds. Gerrit Maliepaard (1862-1897).
Uit het boek blijkt een sterke persoonlijke betrokkenheid van de auteur op het leven en werk van ds. Makkenze. Voor het schrijven van een biografie is dat een pré, omdat er dan geen afstandelijk betoog ontstaat. "Dag en nacht in Zijn tempel" is geschreven met een bewogen toon, die ook eigen is aan het werk van ds. Makkenze.
Toch zijn er schaduwzijden. Meer dan eens voegt Van Belzen -en dat is niet echt gebruikelijk in een levensbeschrijving- een 'stichtelijke toepassing' toe aan gebeurtenissen in Makkenzes leven (zie blz. 31, 65, 98, 163, 179) waarbij hij de lezers zelfs rechtstreeks aanspreekt met een "Geliefde lezer, ik schreef dat..." (blz. 19).
De auteur zet nog een stapje verder als hij een eigen inkleuring geeft aan het leven van Makkenze. De vraag is of dat de bedoeling kan zijn. Deze vraagt dringt te meer bij de beschrijving van geestelijke ervaringen van ds. Makkenze. Over diens bekeringsweg bijvoorbeeld zijn de bronnen sober, maar helder. Ds. G. H. Kersten, die ds. Makkenze goed had gekend, schreef: "In de Haarlemmermeer brak die overtuiging meer door, tot op 22-jarige leeftijd onze Makkenze zeggen kon: "Ik weet, mijn Verlosser leeft" en zijn ziel de vrede vond die alle verstand te boven gaat".
Waardevol
Van Belzen weet over deze ervaring anderhalve bladzijde te vullen in bewoordingen die ook niet zo in de brieven voorkomen waarin ds. Makkenze over zijn geestelijk leven schrijft. Heeft de predikant zijn bekering beleefd zoals zijn biograaf meent? Dit geldt ook blz. 221, waar Van Belzen schrijft dat Makkenze kon instemmen met Hizkia: "Heere, bij deze dingen leeft men...". Is dit een gedachte van de auteur of was dit de ervaring van ds. Makkenze? Bij zulke tere zaken is de grootste voorzichtigheid geboden. Levensbeschrijvingen zijn ermee gediend als de auteurs vooral sober zijn en het verhaal niet 'mooier' maken. Dat hoeft ook niet, het werk des Heeren spreekt voor zichzelf.
Waardevol zijn de brieven die van de hand van ds. Makkenze bewaard zijn gebleven. Daarin leren we de predikant beter kennen. Dat geldt ook voor de citaten uit ds. Makkenzes preken en de twee volledige preken die zijn opgenomen. De kruisgezinde leraar was er zich van bewust dat hij afsnijdend preekte, maar met het doel de gemeente te bouwen op het enige fundament Jezus Christus. "Gemeente", sprak hij bij zijn afscheid van Enkhuizen, "voor de onbekeerden, voor de bekommerden maar ook voor de bevestigde kinderen Gods heb ik met de staf van Gods Woord gedorst om het kaf van het koren af te krijgen."
"U heeft vandaag veel afgebroken", zei een ouderling eens tegen ds. Makkenze. "Is het teveel?" antwoordde deze. "Alles wat minder is dan Christus is immers tekort voor God en voor uzelf." Dát is de les die er van het leven en werk van ds. Makkenze uitgaat.
N.a.v. "Dag en nacht in Zijn tempel. Leven en werk van ds. A. Makkenze", door J. van Belzen; uitg. Gebr. Koster, Barneveld, 2000; ISBN 90 5551 162 5; 347 blz.; 49,50.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 september 2000
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 september 2000
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's