Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een kerkklok is niet nodig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een kerkklok is niet nodig

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ANTWERPEN - Halte Mestputteke. Daar, te midden van huizen, winkels, een verzorgingstehuis en een BMW-dealer, staat de enige protestantse kerk van Antwerpen-Deurne. Een klein, goudkleurig bord, half verscholen achter een struik, maakt duidelijk dat het gaat om een christelijke gereformeerde kerk. "Welkom in de erediensten!" staat er op een felgele poster aan de deur. "Inkom vrij".

Het Evangelisch Centrum staat midden in Deurne, een wijk met zo'n 80.000 inwoners. Zoiets als Dordrecht, verduidelijkt ds. K. Groeneveld. "Mensen hebben het hier goed. Er wonen veel tweeverdieners met mooie huizen en appartementen. Ze zeggen wel eens: Een Belg wordt met een baksteen in de maag geboren. Hij leeft en werkt voor zijn huis."

Zelf woont de predikant in een statig wit pand naast de kerk. "Ons pleintje", heet zijn pastorie. Bakken en potten met paarse bloemen geven kleur aan de woning. De rolluiken zijn dicht tegen de felle zon.

De materialistische instelling van veel wijkbewoners heeft volgens de predikant tot gevolg dat ze "spiritueel weinig meer nodig hebben." Antwerpen-Deurne is niet zo kerkelijk. Hij schat dat ongeveer 85 procent van de bevolking op zondag thuis blijft. De overigen bezoeken een van de rooms-katholieke of Afrikaanse kerken.

De Afrikaanse kerken in de wijk is doorgaans geen lang leven beschoren, weet ds. Groeneveld. "Ze zijn niet zo stabiel en verhuizen vaak na een paar maanden alweer naar een andere plaats. De leden komen samen in garage s, maar buurtbewoners klagen dan over geluidsoverlast en parkeerproblemen. En ja, volgens het bestemmingsplan mag je in een garage twee auto's stoppen, maar niet met 150 man een kerkdienst houden."

Over zijn eigen gemeente zijn nooit klachten binnengekomen. "De mensen zijn vriendelijk en groeten ons. Ik heb niet de indruk dat ze zich ergeren." De predikant herinnert zich wel een voorval bij de bouw van de kerk, veertien jaar geleden. "Een buurtbewoner zei toen: Als er een moskee of een kerkklok komt, maak ik bezwaar. Dat was gelukkig geen probleem. Nergens in de Bijbel staat dat we een kerkklok nodig hebben. Maar ik vind het wel prachtig als om vier uur de klok van de kathedraal over heel de stad galmt."

Da Vinci Code

De stadsgemeente bestaat inmiddels 34 jaar. Ds. Groeneveld en zijn vrouw waren de pioniers: hij was deeltijdpredikant in Eindhoven en werkte als evangelist in Antwerpen. De gemeente begon in een winkelpand, op de grens van een achterstandswijk. "Daar was veel sociaal werk te doen. Een mooie tijd."

Na zes jaar verhuisde de gemeente naar een voormalige spuiterij in het centrum van Deurne. Toen de gemeente groeide, kwam de behoefte aan een ruim en goed kerkgebouw. Een particulier kocht de huidige pastorie, knapte die op en schonk de woning aan de gemeente. Later werd daar een modern kerkgebouw naast gezet.

Achter de glazen deuren ligt de kerkzaal, waar stoelen in een halve cirkel om de preekstoel staan. Een beamer projecteert zondags het thema van de dienst, de liederen en het schriftgedeelte op een groot scherm. "Mensen hoeven zich niet meer af te vragen: Zei hij nu Kronieken of Korinthe? Het is geen middel waarvan je het moet verwachten, want het gaat om de werking van de Heilige Geest. Maar Hij wil het wel gebruiken."

Achter de zaal is een grote ruimte waar gemeenteleden en gasten elke zondag na de dienst een kopje koffie kunnen drinken. Een trap leidt naar beneden, waar zich ruimtes bevinden voor catechese, oppas, zondagsschool. Daar is ook de studeerkamer van ds. Groeneveld. Op zijn boekenkast prijkt een portret van het Belgische koningspaar.

De Antwerpse gemeente telt 150 leden, van wie de helft uit de wijk zelf komt. Het is een jonge gemeente, gericht op buitenkerkelijken. Ds. Groeneveld: "Dertig jaar geleden hielden we openluchtbijeenkomsten en deden tonnen folders en krantjes door de brievenbus. Die methodes werken nu niet meer. Je moet de bevolking duidelijk maken dat je er bent."

Hoe de gemeente dat doet? "Meedenken met vragen en problemen. Dat hulpbehoevenden weten: Daar kan ik terecht." Regelmatig organiseert de kerk daarom open avonden. De laatste, enkele weken geleden, ging over het omstreden boek "De Da Vinci Code" van de Amerikaanse schrijver Dan Brown. "Op een loeihete avond kwamen daar toch zo'n 120 mensen op af."

Sfeer

"We willen eigentijds gemeente zijn", zegt ds. Groeneveld. "Bij de psalmen en de liederen die we zingen, letten we niet alleen op het bijbels gehalte, maar ook op de sfeer. Het is belangrijk dat mensen zich thuis voelen. Een gastpredikant liet eens Psalm 10-14 zingen, maar mensen kennen die niet en zitten maar om zich heen te kijken. Zing dan Psalm 42 of 89. Die liggen gemakkelijk in het gehoor en iedereen kent ze."

De relatie met het landelijk kerkverband, de Christelijke Gereformeerde Kerken, ervaart de predikant als "een beetje dubbel." Hij bezoekt de vergaderingen van de classis Utrecht -waartoe Antwerpen behoort- en legt kerkvisitaties af. "Ik heb door de jaren heen veel sympathie ervaren en er zijn goede contacten geweest, ook verbondenheid. Dat is goed, maar je verandert ook. Je wordt ouder en je relativeert meer."

België is een ander land dan Nederland, is zijn ervaring. "Belgen spreken wel dezelfde taal, maar zijn een ander volk. Nederlanders zijn rechtlijniger. Bij hen is twee keer twee vier, maar bij Belgen kan het ook vijf zijn. Ze zijn flexibeler, en dat is wel prettig. Wat niet in het voordeel van de Belgen is, is dat ze minder open zijn. In Nederland weet je wat je aan elkaar hebt. Ja is ja en nee is nee. Dat weet je bij een Belg niet altijd."

Toch zou de predikant, die vijf jaar geleden de Belgische nationaliteit aannam, niet meer zo snel terugkeren. "Ik zou niet weten hoe ik mij aan Nederland moest aanpassen. Als je lange tijd in dezelfde gemeente staat, is een van de mooie dingen dat je kinderen hebt gedoopt die later hun eigen kinderen laten dopen. Ik kwam hier als jonge kerel, en ben nu opa. Ik heb de huwelijken van mijn kinderen bevestigd en mijn kleinkind gedoopt. Deze dingen brengen vreugde."

Hoe ziet hij de toekomst van de stadsgemeente? "We bidden voor een opwekking in de gemeente, de stad en voor onszelf. Hoe dat eruit moet zien, kunnen we het beste aan de Heilige Geest overlaten. Ik ben er wel van overtuigd dat een opwekking een gestalte van diepe verootmoediging geeft. Van daaruit wordt het verlangen geboren naar verzoening met God. Bij een opwekking gaan we niet uit de bol, maar op onze knieën."

Dit is het tweede artikel in een zesdelige serie over kerkzijn in de stad. Volgende week woensdag deel 3.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 juli 2005

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Een kerkklok is niet nodig

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 juli 2005

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's