IJveraar voor lutherse kerkmuziek
Ds. Hans Mudde: Mijn vader was een bevlogen mens
Willem Mudde (1909-1984) is in orgelland bekend vanwege zijn orgel¡koraal "Lieve Jezus, zie ons saam" en de variaties en fuga over "Waer dat men sich al keerd of wend". De eigenlijke betekenis van de cantor-organist ligt echter in zijn ijver voor de lutherse kerkmuziek in Nederland. Honderd jaar na zijn geboorte is zijn invloed nog altijd tastbaar.
Wie over Willem Mudde spreekt, heeft het automatisch ook over Jan Zwart. Niet omdat Mudde in denken en musiceren een echte Zwart was, wel omdat hij het vak ooit leerde van Jan Zwart en in 1938 trouwde met diens oudste dochter, Christina.
Zoon ds. Hans Mudde (1939) uit Rijswijk is het oudste kleinkind van Jan Zwart. Maar hij heeft z'n opa, die in 1937 overleed, nooit gekend. "Daardoor is hij een soort mythische groot¡vader geworden."
Ds. Mudde spreekt met dankbaarheid over hem. "Jan Zwart was de eerste cantor-organist van Nederland, die heel vakmatig bezig was. Bijvoorbeeld in het begeleiden van de samenzang en ook als dirigent van het kerkkoor van de hersteld evangelisch-lutherse kerk in Amsterdam."
Willem Mudde zong in dat kerkkoor en kreeg jarenlang les van Zwart. In de jaren 30 verving hij zijn leermeester geregeld in diens concertserie voor de NCRV. "Mijn vader heeft altijd grote bewondering gekoesterd voor zijn schoonvader, ook toen hij zelf verder ging in zijn ontwikkeling."
Net als bij Zwart stond bij Willem Mudde de meeste kerkmuziek in het teken van het koraal, zegt Mudde. "Dat had hij van Zwart. Ook het samenzang begeleiden deed hij altijd vakmatig, voornaam, deftig. Waar had hij dat anders geleerd dan bij Zwart?"
Theologie
Willem Mudde was als kerkmusicus veel met theologie bezig. Zijn zoon is als theoloog nauw bij de kerkmuziek betrokken. "Mijn vader hoopte dat ik in zijn voetspoor zou gaan. Maar orgelles was aan mij niet besteed. Wél heb ik altijd gezongen. Je krijgt er toch een tik van mee."
Hans koos voor theologie. "Ik denk dat dat bij mijn moeder vandaan kwam, die van gereformeerden huize was. De ernst van de theologie trok me." Hij werd in 1966 predikant binnen de Lutherse Kerk.
Hij zegt het in de verschillende gemeenten die hij diende getroffen te hebben qua kerkmuziek. "Ik heb altijd een goede cantor gehad. Vooral in m'n laatste gemeente, Arnhem, hebben we mooie dingen gedaan, bijvoorbeeld cantatediensten."
Daarnaast houdt de emeritus predikant zich al jaren intensief bezig met het kerkelijk lied. Hij schreef liedstudies en heeft ook een aantal liedteksten op zijn naam staan.
"Ik herken bij mezelf de bevlogenheid en emotie van mijn vader. Hij kon diep geroerd zijn als hij met zijn koor een evangeliemotet uitvoerde. Hij was een emotioneel mens. Daarbij was zijn geloof een diepe drijfveer, ook al vond hij het moeilijk dat onder woorden te brengen. De lofzang raakte naar zijn overtuiging aan zaken die niet rationeel te beredeneren zijn. Dat je je in alle angsten geborgen mag weten, dàt wilde hij vertolken. Heel mooi komt dat tot uitdrukking in zijn grote passacaglia over "Aus tiefer Not", waarbij hij aan het eind het glorialied "Allein Gott in der Höh" tevoorschijn laat komen. Daar klopt heel duidelijk z'n lutherse hart."
Gemeente
Hoewel Willem Mudde als organist talloze concerten gaf, lag daar toch niet z'n echte kracht, zegt zijn zoon. "Zijn grootste betekenis lag op het vlak van de gemeente: kerkelijk orgelspel, kerkkoor, cantorij. Daarnaast had hij met zijn kennis grote invloed, bijvoorbeeld voor de NCRV-microfoon, in talloze artikelen en als docent aan het Utrechts conservatorium."
Maar Mudde was vooral een groot organisator. "Mannen als Adriaan C. Schuurman en Frits Mehrtens hadden ook grote invloed, maar het waren geen organisatoren. Mijn vader tilde het ene na het andere project van de grond: een eigen blad, een werkgroep, een projectkoor, congressen. En hij hield het allemaal in gang. Waar hij de tijd vandaan haalde!"
Tegelijk was Mudde in het brede verband van de Lutherse Kerk bezig. "Toen onze kerk in 1955 een nieuw gezangboek kreeg, ging hij samen met prof. P. Boendermaker alle lutherse gemeenten langs, zo'n vijftig Ó zestig, om de mensen te leren zingen uit het nieuwe liedboek."
Mudde was innemend, wist mensen voor z'n ideeën te winnen, maar was soms ook wel wat dominant. "In die tijd kon dat." Z'n doorzettingsvermogen was zijn grote kracht. "Hij werd ook tegengewerkt. Hij heeft zelfs een keer overwogen te emigreren naar de VS, waar hij in een gespreid bedje terecht zou zijn gekomen. Toch bleef hij hier op z'n post."
Hoewel Willem Muddes naam nog veelvuldig valt in lutherse kring, wil ds. Mudde niet spreken van de erfenis van z'n vader. "Dat vind ik een te zwaar woord. Hij heeft gewoon van dag tot dag gewerkt aan datgene waardoor hij bevlogen was. En hij kon mensen daarin meenemen. Maar na zijn overlijden in 1984 is het ook verdergegaan. De aandacht voor componisten als Pepping en Distler, met wie m'n vader zo veel op had, is wat weggeëbd. Tegenwoordig heb je experimenten met twaalftoonsmuziek of gezangen van Arvo Pärt. De tijdgeest is anders."
Herdenking in Utrecht
Willem Mudde, op 25 oktober 1909 in Amsterdam geboren, was van 1927 tot aan zijn dood in 1984 cantor-organist in verschillende lutherse gemeenten in Nederland. Vooral na zijn korte kerkmuziekstudie in Berlijn in 1940 zette Mudde zich onvermoeibaar in voor de vernieuwing van de kerkmuziek. Daartoe richtte hij de Lutherse Werkgroep voor Kerkmuziek (1946), het Utrechts Motet Gezelschap (1947) en het blad Musica Sacra (1950) op. Vanaf 1951 leidde hij jarenlang de Werkweken voor kerkmuziek. Ook internationaal organiseerde Mudde allerlei studie- en contactbijeenkomsten voor hymnologen en kerkmusici. Als componist schreef Mudde een groot aantal werken voor koor en orgel.
Zaterdagmiddag vindt in de lutherse kerk in Utrecht (Hamburgerstraat) een Muddeherdenking plaats. Aanvang 13.30 uur. Referaten worden gehouden door ds. Hans Mudde en drs. Jan Hage, die een dissertatie over Willem Mudde schrijft. Tevens verlenen een aantal lutherse koren en cantorijen, het Luthers Projectkoor onder leiding van Hans Jansen, Mirjam Mudde (cello) en Sebastiaan 't Hart (orgel) hun medewerking.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 5 oktober 2009
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 5 oktober 2009
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's