Prof. Kuitert maakt zelf constructiefout
H. M. Kuitert maakt ook in zijn nieuwste boek een constructiefout, stelt prof. dr. Henk Bakker.
Graag feliciteer ik Harry Kuitert, niet alleen vanwege zijn negentigste levensjaar, maar ook vanwege zijn nieuwste boek, ”Kerk als constructiefout. De overlevering overleeft het wel”. Het is knap geschreven, met een heldere analyse. Ik moet zeggen dat Kuitert eerlijk aan het zoeken en het vertellen is.
De auteur betoogt in de eerste plaats dat de kerk de secularisatie serieus moet nemen. Het christelijk geloof maakt de dienst in Nederland niet meer uit, en dat is volgens hem maar goed ook. En als christenen zich op het publieke terrein vertonen, blijken zij meestal niet zo bijzonder te zijn als zij doorgaans menen. „Gij geheel anders”, wordt aan de christenen van Efeze geschreven, maar hoe doet de kerk dat anno 2014? Geloven blijkt vaak een eenvoudige kers op de taart te zijn en die taart is het leuke en fatsoenlijke leven dat velen ook zonder God wel leiden.
Kuitert ziet daarom een groot probleem bij de kerken. Dat zit volgens hem vooral in de verkondiging. Gewone mensen vinden zichzelf niet meer terug in het grote verhaal dat de kerken vertellen. Het christendom doet er beter aan zich te beperken tot het format van een zoekreligie. Mensen zoeken volgens hem altijd en overal naar veiligheid en verbondenheid. Kuitert noemt dit een menselijke oerhouding die vertrouwen geeft in het leven en mogelijk ook tot zingeving en betekenisgeving leidt. Daar kan de kerk bij aansluiten.
Als baptist herken ik in zoverre iets van deze benadering van geloof, dat ook wij op dit moment niet zo sterk meer redeneren vanuit een voorgegeven dogmatiek, maar vanuit het geleefde geloof. Dat gaat vooraf aan het geleerde geloof en is daar de levensader van. Als het omgekeerde het geval is, kan de kerk inderdaad een machtsbolwerk worden, zoals Kuitert uitgebreid toelicht in zijn bespreking van Dostojevski.
Alles groen
Toch is de titel van Kuiterts boek mij niet voldoende duidelijk geworden. Wat is nu precies de constructiefout die de kerk aankleeft? Zijn boek raakt immers niet zozeer de constructie van de kerk als wel het hart van de kerk, namelijk haar beroep op God.
Ik waag het daarom te spreken van een constructiefout in Kuiterts eigen redenering. Grondleggend voor zijn denken, ook in dit boek, is de bewering: „Alle spreken over boven komt van beneden, ook de uitspraak dat iets van boven komt.” Maar dit soort totaaluitspraken zegt uiteindelijk niets, juist vanwege het totaalkarakter. Want als alles van beneden is, is niets meer van beneden, net zoals niets meer groen is, als alles groen is.
Bij de uitspraak: „Alle spreken over boven komt van beneden, ook de uitspraak dat iets van boven komt” is er feitelijk geen boven of beneden meer. In dat geval kan het net zo waar zijn dat „alle spreken over beneden van boven is, ook de uitspraak dat iets van beneden is.” Of wat dacht je van „alle spreken over boven komt van beneden, ook de uitspraak dat iets van beneden is.” Het deksel is van de bewering afgeslagen en de bodem is eruit gevallen.
In dit licht constateer ik dat Kuitert zich als een koele rekenmeester opstelt die het failliet van de kerk voorrekent, of een harde keurmeester die stelt dat de kerk ver over haar houdbaarheidsdatum heen is, terwijl de redenering meer op aannames berust dan op dwingende gevolgtrekkingen. Hij lijkt dwangmatig de vraag te moeten stellen: „Kan het ook stuk?” Ja, alles kan stuk, maar hoezo? Waarom moet dat?
Ik wil daarom afsluiten met drie kritische overwegingen.
Verborgenheid
1. Spreken over boven begint beneden en komt daar nauwelijks bovenuit. Karl Barth had gelijk toen hij stelde dat wij juist in het geloof dienen te zeggen dat godskennis pas begint met weet hebben van Gods verborgenheid. Met andere woorden, dat God Zich niet kenbaar maakt is niet de uitzondering. De uitzondering is dat mensen zoals wij iets van Hem mogen ontwaren. Maar dit ontwaren is er, wis en waarachtig, en er valt ook over te praten.
2. De kerk is geen sneue vereniging of een verdwaald fossiel uit een ver verleden. Links en rechts wordt dit soort beeldvorming door de feiten ingehaald. Kerk is gebeurende gemeenschap die als vanzelf voortvloeit uit verlossende gemeenschap. Het is nooit anders geweest. Maar deze gemeenschap is geen blufclub. Zij is weerloos en kwetsbaar, net zoals Jezus was en net zoals de Schrift die van God getuigt. Het is daarom niet moeilijk om de kerk ervan langs te geven. Het is makkelijk om hard en koud te zijn.
3. Een uitspraak zoals: „De wereld redt het wel”, ook zonder de kerk, is pure bluf. Wie kan dit nog met droge ogen te zeggen in het licht van de kwesties waar we wereldwijd voor staan? Ik wil niet het tegendeel beweren en de eindtijdprofeet uithangen, maar optimisme is beslist nergens op gebaseerd. Daarom meen ik dat het ethos van Jezus Christus meer nodig is dan ooit. Jezus’ visie op bijvoorbeeld geweld en vrede, bezit en hebzucht, leegroof van de aarde en verantwoordelijkheid. Maar niet alleen Zijn visie, vooral ook Zijn Geest Die dit door mensen heen uitwerkt.
De auteur is hoogleraar geschiedenis, identiteit en theologie van het baptisme aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Dit artikel is een bewerking van de lezing die hij gisteren hield aan de VU bij de presentatie van H. M. Kuiterts nieuwe boek ” Kerk als constructiefout”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 2014
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 2014
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's