DOMME BESTRIJDING?
In „De Stem des Woords" van 21 Septem
ber j.1. maakt dhr. C. uit Z. de volgenide woorden die van Comrie zouden - zijn, op ons toepasselijk: „Wat domme bestrijders zeggen trekken wij ons niet aan". Laten we eens zien, naar aanleiding waarvan hij mieende dit te moeten schrijven:
Van de zijde van dr. Steenblok enz. is als< tijd met klemi betoogd, dat de roeping of de aanbieding in zijn eigen aard en wezen voorwaardelijk is en dat een onvoorwaar!» delijke aanbieding in de grond der zaak een bedriegelijke leugenleer is. Ds. R. Kok van Veenendaal en ds. A. Verhagen waren de scherpste bestrijders van de waarheid in deze.
Mien had al gauw een punt gevonden, waar mee men meende te kunnen aantonen, dat de voorwaardelijke aanbieding onjuist zou zijn. Immers, dan zou er een voorwaarde in de mensi gelegd worden, zo redeneeiSB m^en. En dan, noemde men zulk een vo^ stelling nu eens Remonstrants, dan weer Baxteriaans enz.
De ernstige fout, die men van die zijde maakte, was deze, dat de voorwaarde in de uitwendige roeping niet gesteld is als; : of de mens die zelf zou kunnen opbrengen, maar om hem te ontdekken aan zijn viy andschap en idodelijk onvermogen. Een dui* delijke uiteenzetting hiervan is dan ook te vinden in de samenspraak tussen de kerke* raad van Gouda en ids. Verhagen (pag. 34). Daar zegt dr. Steenblok: Ik zal 'het nogo maals zo duidelijk mogelijk zeggen: Dat de uitwendige roeping, ook de wedergeboorte en alle Gods bemoeienissen, niet alleen met het Woord maar ook in het maatschappen lijke leven, komen altijd onvoorwaardelijk^ want een mens heeft alles verbeurd en heeft nergens recht op dan qp de hel; maar wat betreft de inhoud van die uitwendige roeping, komt de Heere weer te zeggen: ' „Zoekt den Heere en leeft", dat is weer voorwaardelijk.
Ds. Verhagen kon zich hiermee destijds blijkbaar niet verenigen en ging voort met het aanklagen van dr. Steenblok. Echter ook dhr. C. niet, want in het blad van ds- Kok van 2 Mrt. j.1. deed hij een scherpe aanval op dr. Steenblok en op het boekje „Om de Oude Waarheid". Hij doet dit op de bekende, vragende, wijze en om de tooi van dit schrijven eens te demonstreren, l, a* ten we hier een kort stukje volgen: „Zo neen, hoe matigt hij zich dan aan, voor de oude waarheid te strijden? Zo ja, vreest hij dan niet, een ambtelijke moord te heb* ben gepleegd met de schorsing van ds. Kok, daar ids. Kok het nooit anders heeft ge* leerd? Is zijn onophoudelijk strijden geen bewijs van innerlijke onrust, welke hem deze daad nog dagelijks bezorgtd? "
Uit zulk een heftige aanval mag men toch zeker wel concluderen, dat dhr. C. zidh stelt aan de zijde van ds. Verhagen, die het pleit voerde voor een aanbieding, welke onvoorwaardelijk van inhoud is. En zulk een aanbieding is in de grond der zaakeen miskenning van de orde van Wet en Evan* gelie, het ontrooft de prediking van de eis der Wet tefl ontdekking en als tuchtmees* 4er tot Christus en is dan ook een zielsi* bedriegelijke leer.
Dhr. C. roept nu wel ach en wee, en, zulks heb ik njiet geleerd en wat dies meer zij, maar dan mag hij wel eens onderzoeken, waarom hij zo fel tegen dr. Steenblok in strijd ging en zulk een heftige aanval op meergenoemd boekje deed. 'Want als hij het werkelijk niet met ds. Verhagen eens is, dan is zijn bestrijding toch moeilijk verstaindig te noemen.
B.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1956
De Wachter Sions | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1956
De Wachter Sions | 4 Pagina's