Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tragiek van het verder wegzinken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tragiek van het verder wegzinken

„Soms maakt een dementerende spontaan een psalmvers af. Dat kan het werk van de Heere zijn”

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De pastorale zorg aan dementerenden en hun familie is confronterend. „Ik proef de tragiek van het steeds verder wegzinken. Behalve paniek is er een diep leed: ik word dement”, stelt ds. C. A. Korevaar. Ondanks alle verwarring kan er verwondering zijn, weet geestelijk verzorger drs. L. Terlouw. „Mensen kunnen soms helder vertellen wat de Heere voor hen betekend heeft en nog betekent”.

De verkondiging van het “Woord staat voor ds. C. A. Korevaar, hervormd emeritus predikant in Rotterdam, centraal in het pastoraat. De predikant verzorgde een aantal publicaties over ouderen. „Het bij de ander zijn, het wederkerige is voor mij ook van belang. De mens in al zijn facetten, tijdelijk en eeuwig, lichamelijk en geestelijk, zit tegenover mij. Blijf met hem in gesprek. Verval na iemands woorden niet in een monoloog”.

Terlouw, als geestelijk verzorger verbonden aan het Ridderkerkse verpleeghuis Salem: „Pastoraat bedrijven is wat anders dan preken. Je bezoekt mensen in de situatie waarin zij verkeren. Daar moet je aandacht aan schenken, wil je Gods Woord tot die persoon in zijn situatie laten klinken. Ga na waar iemand met zijn gedachten zit. Wanneer ik vraag of een dochter op bezoek is geweest, confronteert hem dat met zijn gebrek. Hij weet dit namelijk niet meer. Op de vraag: Hoe gaat het met u?, krijg je, hoe onsamenhangend soms, vrijwel altijd een antwoord. Probeer daar verder mee te komen. Als het over moeder gaat, kun je vragen naar de plaats die de Bijbel in de thuissituatie innam”.

Opstand

Dementerenden merken dat er iets met hen gaande is. Het gevoel de controle over zichzelf te verliezen, doet pijn. Ontkenning, woede en angst wisselen elkaar af

Terlouw: „Ik kom opstand tegen over de weg die de Heere gaat: „Ik ben altijd naar de kerk geweest. Mijn onkerkelijke buurman is dit niet overkomen””.

Ds. Korevaar: „Een dementerende verwijt haar echtgenoot of kinderen wel eens: „Jullie hebben me opgesloten, terwijl ik vroeger wél voor mijn ouders heb gezorgd”. Dementie begint vaak sluipend. Ik ontmoet schaamte. Mensen proberen te camoufleren dat ze dingen vergeten. Ik proef de tragiek van het steeds verder wegzinken. Behalve paniek is er een diep leed. Een pastor moet begrip tonen en wijzen op de trouw van de Heere. God is niet afhankelijk van ons denkvermogen. Bij het spreken over de kracht van het gebed is een hartelijk „ja” wel eens de reactie. Neem wanneer daar in een later gesprek niets van over is, de tijd om alles te herhalen. Probeer in te spreken op wat leeft en denk niet: Ik weet al wat er komt”.

Nood

Voelen mensen zich meer afhankelijk van de Heere wanneer ze merken dat hun verstandelijke vermogens achteruitgaan?

Ds. Korevaar: „Ja, mede doordat het meestal ouderen betreft. Aan de ene kant hoor ik een aanklacht: „Wat heb ik de Heere lang laten wachten, terwijl ik beter wist”. Aan de andere kant merk ik nood, omdat het een afgesneden zaak is”.

Terlouw: „Mensen voelen hun lichamelijke en geestelijke onmacht om het alles op een rij te krijgen. „Vader en moeder hebben me verteld dat ik een nieuw hart nodig heb. Datzelfde hield ik mijn kinderen voor. Ik mis het nog. Als alles doorgaat, hoe moet dat dan?” Dan mag je wijzen op de macht van God én aangeven dat de tijd dringt”.

Ds. Korevaar: „Blijf daarbij wel ndist de ander staan. Isoleer hem niet. Ook mij kan een ongeluk overkomen. Voor iedereen geldt: Heden, zo gij Mijn stem hoort”.

Dementerenden raken hun greep op de wereld kwijt, voelen zich onveilig of stuurloos. Speelt dat proces ook door in geestelijke zaken?

„Niet altijd. Het kan zijn dat iemand naar zijn moeder vraagt en toch iets van de Heere mag weten en daaraan houvast heeft”.

Terlouw: „Dementerenden hebben steeds meer moeite om feitelijke informatie vast te houden. Ingrijpende gebeurtenissen in een mensenleven blijven echter lang overeind. Dat zijn vaak zaken waarin emoties een rol spelen. Bij de bekering wordt ook het gevoel aangeraakt. Wanneer die emoties door eèn psalm of een tekst geraakt worden, kan de reactie zijn: „Dat is de Heere voor mij persoonlijk. Vervolgens vertelt men soms hoe de Heere in het leven is geko „ men .

Dementerenden zoeken naar geborgenheid. Meestal vertaalt zich dat in de roep om vader of moeder. Ik kom tegen dat mensen in plaats daarvan altijd dezelfde psalm opzeggen. Het kan zijn dat dit de eerste psalm is die ze geleerd hebben. Er kan echter ook een diepe geloofsbeleving achter schuilen. De Heere heeft dan door die psalm gesproken”.

Kurk

„Soms vullen mensen een psalmvers aan. Ze noemen per regel steeds een bepaald woord. Als je daarop let, kunnen die woorden een vertolking van de gevoelens zijn waarmee de dementerende persoon op dat moment worstelt. Xe. hebben alleen het vermogen niet om het te zeggen”.

Ds. Korevaar: „Het zijn de kurkjes waar mensen op drijven”.

Terlouw: „Of hun angsten in uiten”.Kunnen dementerende mensen hun geloofizekerheid kwijtraken?

Terlouw: „Dat kan. Dementerenden kunnen soms niets meer verwoorden. Kinderen zeggen dan: „Vader kon er zo van spreken”. Dan mag op de Heere gewezen worden. Hij zorgt dwars door de dementie heen, hoe versluierd ook, voor Zijn eigen werk. Het kan zelfs zo ver gaan dat er verschijnselen van vloeken op treden. De stelling dat de Heere Zijn volk voor dementie en altijd voor vloeken bewaart, is onbijbels. Als Job zijn geboortedag vervloekt heeft, wie zijn wij dan om de ander daarin de maat te meten? Enerlei wedervaart de goddeloze en de rechtvaardige”.

Ds. Korevaar: „We komen weer bij de trouw van de Heere uit. Hij is niet afliankelijk van wat ik wel of niet begrijp. Al blijft het afschuwelijk wanneer kinderen van God vloeken of zusters met hun verhalen laten blozen”.

Adventstijd

Terlouw: „Er leven vragen: „Mijn man is onbekeerd. Kan het nog voor hem?” Zou voor de Heere iets te wonderlijk zijn? Het psalmvers “Opent uwen mond”, dat op vierjarige leeftijd geleerd is, kan door de Heere voor een tachtigjarige die aan dementie lijdt, gebruikt worden”.

Komt u mensen tegen die ondanks de dementie door God zijn aangeraakt?

Ds. Korevaar: „Ik sprak ooit in de Adventstijd met dementerende vrouwen en zei: „Het gaat er niet alleen om dat de Heere Jezus in Bethlehem geboren is”. Voordat ik m’ n zin kon afmaken, wees een vrouw met een vinger naar haar hart. De tranen sprongen in m’ n ogen”.

Terlouw: „Aan het eind van een pasto raal bezoek kun je een dementerende beter niet vragen: „Weet u nog wat ik gelezen heb?” De Heere doet wat Hem behaagt. Wij willen te veel weten. Soms maakt iemand spontaan een psalmvers af. Dat kan het werk van de Heere zijn”.

Ds. Korevaar: „Bij een pastoraal bezoek moeten we geen kinderlijke toon aanslaan. Blijf mensen serieus nemen. Spreek ze niet aan met jij of omaatje. Maak korte zinnen. Gebruik de tale Kanaans. Dementerenden zijn daar vertrouwd mèe. Het is ontroerend wanneer iemand tijdens een bezoek drie keer aan me vraagt wie ik ben. Wanneer ik echter het “Hijgend hert” noem, volgt zonder haperen het psalmvers. Dat is op de bodem van het hart blijven liggen, terwijl de eigen naam soms niet meer onthouden kan worden”.

Terlouw: „Neem degene die je bezoekt apart. Ga niet in een huiskamer waarin anderen aanwezig zijn een pastoraal gesprek aan. Hoe vinden wij het als de dominee zich in ruimte met dertig gemeenteleden tot ons richt met de vraag: Hoe is het met u op wfeg en reis naar de eeuwigheid? Corrigeer dementerenden niet. Wanneer een dementerende zinnen afmaakt, terwijl je leest, laat dat gewoon gebeuren. Geef ze de ruimte”.

Familie

De confrontatie met iemand die dementeert, kan verwarrende gevoelens hij een predikant of ouderling oproepen.

Ds. Korevaar: „Je zoekt als pastor steeds naar de juiste houding in de wetenschap dat God deze medemens op je weg plaatst. Ik mag door Gods genade iets van de boodschap van Jezus Christus proberen aan te reiken”.

Terlouw: „Wanneer je merkt dat mensen zich niet meer in woorden kunnen uitdrukken, zing dan een psalm met hen. Wellicht dat die woorden gezegend worden”.

Ds. Korevaar: „Heb ook belangstelling voor de echtgenoot en de kinderen van een dementerende. Bezoek hen trouw! Vraag in het gebed om kracht en wijsheid. We moeten de Heere echter niet de weg voorschrijven. De bede “Uw wil geschiede”, mag niet ontbreken. Er kan een moment komen dat opname in het verpleeghuis noodzakelijk is. De Heere weet ook wat iemand voor een dementerende gedaan heeft”.

Terlouw: „Je mag je eigen leven niet in de waagschaal stellen. Dat geldt ook voor eventuele verwaarlozing van je gezin omdat de zorg voor de ouders te veel vergt. Anderen praten familieleden nogal eens schuldgevoelens aan: „De zorg voor je vader viel toch wel mee. Je hebt hem opgeborgen”. We moeten ook met deze opmerkingen naar God gaan. Hij verlangt niet het onmogelijke van ons. Er geldt immers: Ken Hem in al uw wegen”.

Ds. Korevaar: „Verwijten komen hard aan. Gemeenteleden wier vader in een verpleeghuis is opgenomen, worden in de beklaagdenbank gezet”.

Terlouw: „Er is veel stil verdriet. Wanneer man en vrouw samenwonen en de vrouw dementeert, houdt de man dat vaak lang verborgen. Wanneer hij uiteindelijk met zijn dochter praat, is haar reactie soms: „Vader zeurt over moeder. Ik ben even geweest, maar er was niets aan de hand”. De verzorgende krijgt dan zelfde schuld. Dat geeft strijd en isoleert.

Er wordt door buitenstaanders zo makkelijk gezegd: „Uw man zit nu in het verpleeghuis. Dat is een hele zorg minder”. Men moest eens weten hoe zwaar het is om iedere dag naar het verpleeghuis te gaan.

Een vrouw raakt haar man steeds verder kwijt en gaat met de pijn die dat geeft alleen naar huis. Dit leed kun je niet afdoen met de opmerking dat hij goed wordt verzorgd. Tegen bewoners van het verpleeghuis wordt nogal eens gezegd: „U hebt hier een mooie kamer. Ze zorgen toch maar goed voor u””.

Ds. Korevaar: „Dat doet pijn. Zulke opmerkingen komen voort uit verlegenheid. Mensen die opgenomen zijn in een verpleeghuis, worden door gemeenteleden snel vergeten. Hun familie wordt niets meer gevraagd. Trouw is daarom ook na de opname ontzettend belangrijk”.

Dit is het laatste verhaal in een driedelige serie over dementie.


Nieuwe taken, nieuwe vragen

De Protestants Christelijke Ouderen Bond (PCOB) onderzocht welke bijdrage kerken aan de ondersteuning van verzorgers van dementerenden kunnen leveren. Het boek "Op weg met dementie" is gebaseerd op de resultaten van dit onderzoek. De verzorgers blijken met een grote fysieke en emotionele last te kampen. Onbegrip vanuit de kerkelijke gemeente komt regelmatig voor. Desondanks blijven verzorgers verlangen naat vooral emotionele steun. De samenstellers geven in een aantal praktische punten aan hoe gemeenteleden hun betrokkenheid vorm kunnen geven.

Ook Marinus van den Berg, pastoraal vormingswerker in het dekenaat Almelo, vraagt begrip voor de familie van dementerenden. In zijn boek "Mijn moeder weet mijn naam niet meer" beschrijft hij hoe familieleden machteloos staan toe te kijken bij een langzaam „afsterven". Behalve theorie, onder andere de ouderdomsbeelden van Andriessen en de stadia waarlangs dementie verloopt, geeft de schrijver praktische voorbeelden. Dit brengt de dementerende en zijn familie dichtbij.

Dementie verwart de ouder-kindgevoelens op een pijnlijke wijze en plaatst kinderen voor nieuwe taken en nieuwe vragen. Van den Berg waarschuwt omstanders in hun beoordeling niet klakkeloos van een ideale situatie uit te gaan. Zorgvuldig gaat hij in op het verlies van intimiteit tussen echtgenoten wanneer een van hen dementeert. Terecht bepleit de schrijver een contextueel pastoraat, waarin aansluiting bij de mens in zijn situatie wordt gezocht. Kennisname van dit boek zal bijdragen aan het verkrijgen van meer inzicht in en begrip voor de ervaringen van de dementerende en zijn familie.

N.av. "Op weg met dementie"; uitg. PCOB i.s.m. Intro, Baarn, 1997; ISBN 9055741507; 46 blz.; f 14,95; en "Mijn moeder weet mijn naam niet meer. Lijden aan dementie in de familie", door Marinus van den Berg; Uitg. Kok, Kampen; ISBN 902428296 9/CIP; 105 blz.; ƒ 19,90.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 december 1997

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's

De tragiek van het verder wegzinken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 december 1997

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's