Het lijden: Gods megafoon
Een gesprek over de leerschool van het lijden
Hoeveel vragen kunnen je bestormen, als de Heere lijden in je leven toelaat. Wat kan het van binnen een warboel zijn. Opstand, twijfel en overgave strijden om de voorrang. Heel herkenbaar voor ds. A.T. Vergunst. Prangende vragen riepen om een antwoord toen de dominee met vijf jonge kinderen zijn vrouw moest begraven. Vragen die hij nu nog niet allemaal beantwoord weet. Wel mag hij ervan getuigen dat de Heere trouw is. Dat Hij niets doet zonder doel. Een gesprek over het lijden naar aanleiding van een preek over Klaagliederen 3 vers 27.
Welke vragen en reacties op het lijden komt u tegen in de pastorale praktijk?
“Allereerst zou ik willen zeggen.
Alle lijden is niet hetzelfde. Of je geconfronteerd wordt met rouw is weer een totaal andere ervaring dan wanneer je slachtoffer bent van misbruik. Ook je persoonlijkheid en de mate van geloof zijn heel belangrijk voor je beleving en reactie op het lijden. Maar ik denk wel dat de vragen die de wereld stelt, ten diepste ook de vragen van mensen uit onze kring zijn. Alleen de vragen worden niet altijd hardop gesteld.
Maar ze zijn er wel. De twijfel of God wel bestaat. Opstandige waarom-vragen. Maar ook onderwerping aan Gods beleid. Geloofsvertrouwen.”
“Ik stimuleer mensen om hun vragen wel te stellen. Om ze niet uit de weg te gaan. Pas wanneer je ze onder ogen ziet, kan er een antwoord op komen. Zelf heb ik in het zware verdriet om het sterven van mijn vrouw veel opgeschreven. Ik worstelde ook met waarom-vragen.
Waarom moest mijn vrouw zo jong sterven? Waarom moest ik alleen overblijven met vijf jonge kinderen.
De reden daarvan zal ik op deze aarde misschien nooit achterhalen.”
Toch mocht u in een preek over Klaagliederen 3 zeggen dat u deze ervaring uiteindelijk niet had willen missen.
“Ja, ik heb gepreekt over de tekst: Het is goed dat een man het juk in zijn jeugd draagt. Ik heb een aantal redenen mogen doorgeven waarom het lijden toch goed is. Als je jong bent, kun je denken dat je leeft om plezier te maken. Maar je bent niet geschapen om vakantie te vieren.
Je bent gemaakt om God uit te beelden. Dat is een les die we door het lijden kunnen leren. We leven niet voor onszelf. Nee, de Westminster Catechismus zegt dat we leven om God groot te maken en ons in Hem te verheugen.
Een tweede les is dat Gods wonden meer helen dan de kussen van de zonden. Het is levensgevaarlijk om altijd maar voorspoed te hebben.”
Levensgevaarlijk?
“Niet dan? Als alles maar goed gaat, kan het er geestelijk zo dor bij staan. En dan lijkt het wel dat we het zonder God ook wel redden.
Maar ik ken mensen die als het ware van probleem naar probleem gaan. Maar daarin zo afhankelijk zijn. En waar je de vreze des Heeren proeft. Ja, daar ben ik dan jaloers op. Weet je, C.S. Lewis zegt ergens: ‘God fluístert tegen ons in ons plezier. Maar hij roept heel hard in onze pijn. Het lijden is Gods megafoon om onze aandacht te trekken.’”
Zijn er nog meer lessen te trekken uit het lijden?
“Het lijden vergelijk ik weleens met Gods beitel en hamer, om ons te vormen. Als de Heere mijn vrouw niet had weggenomen, had ik de preek over het juk van Jeremia zo niet kunnen houden. We mogen daar ook over bidden. Heere, wat is Uw doel met mijn leven? In het pastoraat probeer ik mensen daar ook op te wijzen. Blijf niet teveel in je leed zitten. Ik heb zelf ervaren dat ik mijn eigen leed ook leerde verwerken, naar mate ik me meer toelegde op het lijden van anderen.
Als dominee moest ik natuurlijk naar beproefde mensen toe. In het begin hoorde ik mezelf bidden, of dingen zeggen. Dat was dan net zo zeer een gebed voor mezelf.
Verder, als de Heere het lijden heiligt, kan het een manier van God zijn om ons van een verkeerde weg te weerhouden, om ons dicht bij Hem te houden.
Tenslotte is het mijn ervaring geweest dat er heel wat boven komt als de Heere tegenwind stuurt.
Dingen die helemaal niet mooi zijn.
Je leert dan een kant van jezelf kennen waar je van schrikt. En dat is toch heilzaam. Want dat leert je meer en meer de waarde van Christus’ bloed kennen en benodigen.”
Welke reacties op het lijden kom je tegen in de Bijbel?
“Dezelfde reacties als anno 2013.
Wanhoop. Woede. Depressiviteit.
Maar ook onderwerping en zelfs vreugde. Ik vind het geloof van Paulus heel indrukwekkend. Hij heeft twintig jaren lang veel geleden.
Maar dan mag hij in Filippenzen 4 toch zeggen: ‘want ik heb geleerd vergenoegd te zijn in hetgeen ik ben.’ Tevreden in Gods weg. Bij Job zie je weer meer een golfslag. Dan zit hij in de diepte en vervloekt zijn geboortedag. Dan op de hoogte van een golf als hij zegt: Zo Hij mij doodde, zou ik niet hopen. En tenslotte ook onderwerping aan Gods beleid. Jobs mond gaat dicht. God is groot en wij begrijpen Hem niet.”
De Heere Jezus is het lijden niet vreemd. Wat heeft Zijn lijden ons te zeggen als we zelf beproefd worden?
“Onder mensen kan het lijden dat een ander meemaakt je ten diepste nooit helpen. Als mijn vriend eveneens weduwnaar wordt, helpt dat mij in zekere zin niet. Behalve dan dat je elkaar begrijpt. Je hebt soms aan twee woorden genoeg.
De steun uit het lijden van de Heere Jezus gaat veel verder dan alleen maar ‘lotgenotencontact’. Door Zijn lijden heeft de Heere Jezus voor Zijn kinderen de vloek uit het lijden weggenomen. Juist in het lijden kan de gunst en nabijheid van de Heere zo sterk ervaren worden. Dat is het heerlijke gevolg van Christus’ lijden. Zijn lijden was zo onnoemelijk veel zwaarder. Omdat Hij de liefde van Zijn Vader moest missen. Omdat de Vader Zijn heilige toorn over de zonden op Hem deed aankomen.
En dat is er nu voor allen die in de Heere Jezus geloven, uit. In de Engelse vertaling wordt voor het lijden van Gods kinderen dan ook nooit het woord ‘punishment’, straf gebruikt, maar ‘chastisement’, kastijding.”
Ook mensen die het lijden niet persoonlijk ervaren, kunnen worstelen met de vraag waarom God zo veel lijden toelaat, als Hij barmhartig en almachtig is.
“Dat is waar. Ik denk dat er duizenden jongeren zijn die zich dit afvragen. Maar heb je er weleens op gelet welke vragen we nu haast nooit stellen? En dat zijn vragen die ons voor een nog veel groter dilemma plaatsen. Hoe komt het dat er nog zoveel mooie dingen zijn? Dat je gezond bent, dat er nog zoveel onderlinge liefde is? Wat wij verdienen, krijgen we niet. Maar onverdiend, overlaadt de Heere ons.
Daar is geen passend antwoord op.
We kunnen de Heere alleen maar in stilte aanbidden.
Maar terugkomend op de vraag naar het toelaten van de Heere van zoveel lijden: veel lijden hebben wij onszelf opgelegd. Er hoeven geen krottenwijken te zijn. Er hoeft geen hongersnood te zijn. Tenminste, veel hongersnoden zijn niet nodig omdat ze gevolg zijn van mismanagement. In Amerika wordt een boer soms zelfs betaald om niet zijn land te bebouwen.
Maar dan blijft dat wij op de vragen naar het lijden geen makkelijke, afdoende antwoorden kunnen geven. Maar de Heere hoeft ons geen uitleg te geven. Zijn gedachten zijn veel hoger dan onze gedachten. Job moest dat ook belijden: ‘ik heb veel te veel gezegd.’”
U hebt mogen getuigen dat het juk goed was, ook al geeft het u nu nog soms veel verdriet. Wat zou u willen zeggen tegen mensen die dat nog niet kunnen bekijken? Die Gods stem in hun leed niet horen?
“Graaf in het Woord. Daar is het antwoord van God te vinden. Zoek gelovig, biddend. Dan zul je Zijn stem gaan verstaan en antwoord krijgen. Leer van anderen die juist door het lijden zo gezegend zijn.
Het wordt zo goed als je leert buigen voor de Heere en stil wordt. Als je ervan doordrongen raakt dat God goed is en goed doet. Dat kunnen mensen je niet leren. Daarvoor heb je de Heere Jezus zo nodig. Hij wil het je graag leren.”
Wil je de preek ook beluisteren? Prekenweb, ds. A.T. Vergunst, klaagliederen 3: 27
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 maart 2013
Daniel | 28 Pagina's