Verzetspenning voor Westduitse president
Staatshoofd legt krans voor keuzen'
VLAARDINGEN - De Geuzenpenning 1990 is gistermiddag in de Grote Kerk van Vlaardingen uitgereikt aan president R. von Weizsacker van West-Duitsland. De uitreiking vond plaats in aanwezigheid van onder anderen koningin Beatrix en prins Claus, premier Lubbers en minister D' Ancona.
De Geuzenpenning wordt uitgereikt aan personen of instellingen die zich hebben ingezet vóór democratie en tegen dictatuur, discriminatie of racisme. De toekenning geschiedt door de Stichting Geuzenyerzet, opgericht door een groep oud-verzetstnensen, de "Geuzen".
In een toespraak zei stichtingsvoorzitter en oud-Geus S. Minco dat hij tijdens,zijn.le^pzame opsluiting in de 'levenslangcel' nooit had kunnen denken dat Éfj nu in een vrij Nederland voor de Nederlandse Koningin en de president van Duitsland verzoenende woorden zou mogen spreken. Hij vroeg de president echter ook om begrip voor burgers en oud-Geuzen die deze handreiking aan de naoorlogse Duitse generatie niet kunnen steunen.
De reden voor het toekennen van de penning omschreef Minco als volgt: „U heeft de moed gehad om uw volk voor te houden dat het menselijk leed, teweeggebracht in de periode 1933-1945, niet mag worden vergeten". Na de uitreiking van de penning verklaarde Von Weizsacker dat het voor hem, als Duitser, een ingrijpende ervaring was de onderscheiding te krijgen uit handen van iemand die het Duitse onrecht aan den lijve heeft ondervonden.
Von Weizsacker ging in de Grote Kerk ook nadrukkelijk in op de ontwikkelingen in Oost-Duitsland en de rest van Oost-Europa. Volgens het Westduitse staatshoofd dient zijn land rekening te houden met de gevoelens van de buurlanden. „Daarom willen wij alles doen om de weg van de Duitsers niet alleen in de hoofden van de regeringen der buurlanden, maar ook in de harten van hun volkeren begrijpelijk, dragelijk en waar mogelijk voordelig en heugelijk voor heel Europa te laten worden", aldus Von Weizsacker.
Kranslegging
Na de plechtigheid in de Grote Kerk legde president Von Weizsacker een krans bij het Geuzenmonument en had^ hij in het stadhuis een informeel samenzijn met oud-Geuzen. Tijdens een hierna gehouden persconfe-. rentie beklemtoonde hij vervolgens nogmaals de noodzaak om vooruit te zien. Zijn pleidooi voor één Duitsland herhaalde hij met de woorden „Als kind ben ik opgegroeid in de omgeving van Berlijn. Het is dan ook een natuurlijk gevoel om samen te zijn ten nutte van geheel Europa en niet alleen van de EEG".
Angstgevoelens van de buurlanden kan hij, gelet 'op het verleden, wel begrijpen, maar, zo stelde hij, „we leven nu in een democratisch land en straks in een verenigd Europa. Hierin zal gewoon geen plaats zijn voor situaties zoals in het verleden". Zie ook pag. 6: „Duitsers moeten rekening houden met buurlanden".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 maart 1990
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 maart 1990
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's