Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als sap verandert in zomerdroogte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als sap verandert in zomerdroogte

Ds. Joz. A. de Koeijer: „De Heere heeft mn majesteitelijke onkwetsbaarheid weggenomen"

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ze worden door velen naar de ogen gezien en in eigen kring weinig gecorrigeerd. Daardoor krijgen predikanten ook zelf gemakkelijk het gevoel onmisbaar te zijn. Een ideale voedingsbodem voor burn-out. Ds. Joz. A. de Koeijer: „Ik moest leren om het Woord te brengen en de rest aan God over te laten.

In zijn studeerkamer hangt onder een sober houten kruis een lijstje met daarin slechts één woord. Nochtans. Het lege kruis is afkomstig van een Roemeense christen, die er in de verdrukking moed uit putte. Voor ds. De Koeijer werd het een laatste houvast toen alles om en in hem ging wankelen. „In het Paulinische nochtans van het naakte kruis is voor mij de kern van het Evangelie samengevat. Ze moeten het ook maar op mn graf zetten. Maar er is een periode geweest dat ik nochtans moest leren geloven dat er een nochtans is.
Hoewel artsen vaststelden dat hij een burn-out had, benadrukt de predikant van de hervormde gemeente te Bodegraven dat die van hem niet model kan staan voor de burn-out van anderen. Het waren niet de arbeidsomstandigheden, maar zijn karakter en geestelijke houding die hem aan de grond brachten.
„Ik was dé dominee geworden. Naar mijn gevoel zeer begeerd. Op 2 januari was ik al mn beurten voor het volgende jaar al kwijt. Daar heeft God in geblazen. Vorig jaar augustus brak ik mn enkel. Letterlijk, op zaterdagavond, in de badkamer.
Maakt u zich maar klaar voor de operatie, zei de dokter.
Dat kan niet, zei ik, ik moet morgen preken.
Het antwoord van die man zal ik nooit vergeten.
U moet niets, meneer.
Of ik een preek hoorde.
U moét niets, meneer.
God heeft me weer ontdekt aan wie ik ben. En wie ik, Goddank, mag zijn. Wéér mag zijn. Na de operatie heb ik een stukje voor de kerkbode geschreven, onder de kop: Het is niet enkel dominees enkel. Er was meer gebroken.

Doodsbang
Zijn burn-out beschouwt de hervormde predikant niet in de eerste plaats als ziekte, maar als zonde. „In Wilnis werd de gemeente almaar groter, zodat de kerk moest worden uitgebreid. Ook in Baarn, mn tweede gemeente, verbeeldde ik me enorm populair te zijn. Ik zoog alles naar me toe, tot en met de administratie. Baarn was ík en ik was Baarn. Ik gaf steeds minder beurten weg, want wie kon het beter dan ik? Je zou het bijna een messiascomplex kunnen noemen.

Dat u werd opgedrongen of dat u uzelf aanpraatte?
„Voornamelijk het laatste. Ik kreeg in die periode nogal wat beroepen. Dat streelt. Tegelijk was ik doodsbang dat ik uit Baarn weg zou moeten. Er gebeurden daar bijzondere dingen. Professor W. Balke heeft eens gezegd dat er onder ds. I. Kievit kenmerken van een opwekking waren. Toen ik in Baarn kwam, zag ik daar helemaal niks van, in tegendeel. Later is dat veranderd. Ik heb de vruchten mogen binnenhalen van het zaad dat zo veel jaren eerder door anderen is gezaaid.
Ik heb daar zó veel authentieke, levende kinderen van God mogen begraven. Mn scriba is op de kerkenraad gestorven met een belijdenis. Temidden van allerlei peanuts die we aan het bespreken waren rechtte die man zijn rug en zei: Broeders, als we nu maar aan één ding vasthouden: Uit genade zijt gij zalig geworden en dat niet uit u, het is een gave Gods. En hij stierf. We hebben wat gezongen op dat kerkhof. De mensen hingen aan het Woord. En, dacht ik, aan mijn lippen.

En daar ging u de foute kant mee op.
„Ja, je gaat jezelf geweldig belangrijk vinden. Ik gaf me voor meer dan tweehonderd procent. Waar ziekte, zorg, pijn en leed was, wilde ik zijn. Om vanuit de gevolgen van de zonde, en het meeleven daarin, te kunnen spreken over de oorzaak ervan. Op de bodem van alle vragen, ligt der wereld zondeschuld. Ik kon daar goed over preken en spreken, want zelf zat ik lekker in mn vel. Ik had echt wel empathie naar mensen die leden of stervende waren, maar het was allemaal heel dubbel.

Waardoor werd dat anders en stortte u in?
„Ik stond op het punt om op vakantie te gaan toen ik een telefoontje kreeg uit een gemeente. We zouden u willen beroepen. Op hetzelfde moment viel een geweldige onthechtingsangst over me. Terwijl ik altijd heb geroepen dat een predikant niet te lang in dezelfde gemeente moet staan. De hele vakantie heb ik dat beroep meegesjouwd. Ik kreeg paniekgevoelens, kon niet meer genieten van het goede om me heen. Voor die tijd was ik een Bourgondiër op gereformeerde grondslag, dat was helemaal weg.

Daar zit meer achter dan een beroep.
„Natuurlijk, het was de druppel die de emmer deed overlopen, maar dat zag ik niet. Wilde ik niet zien. Ik heb me jaren groter gehouden dan ik in werkelijkheid was. Om dat wat te verdoezelen, slikte ik medicijnen. Antidepressiva en pepmiddelen als bromazepam. Met die pammen kun je voor je gevoel alles aan. Tot je een grens gepasseerd bent.
Na verloop van tijd werd ik overvallen door lusteloosheid en desinteresse. De term burn-out geeft in mijn geval de realiteit niet goed weer. Ik was niet uitgebrand, bij mij is heel veel van wat ik in het predikantschap heb meegemaakt ingebrand. Zoals mijn zoon dingen inbrandt op een CD. Het leed, de ellende, de ruzie, de zorg, de pijn en vooral de de onbekeerlijkheid die zich buiten het paradijs manifesteert. Ik kon het niet meer aan.
Dat heeft ook met mijn karakter te maken. Ik kán het niet verdragen dat mensen in wie door de Heere zó veel is geïnvesteerd, verloren gaan. Meer dan eens kwam ik naar huis met het gevoel: Wat doe ik hier nog? Wie heeft onze prediking geloofd en aan wien is de arm des HEEREN geopenbaard? Ik wou de dingen zelf veranderen. Ik moest leren om het Woord te brengen en de rest aan God over te laten. Rationeel wist ik dat wel, maar ik deed het niet. Ten diepste wilde ik mensen scheppen naar mijn beeld en mijn gelijkenis. Ik had zo mijn ideeën over de prediking, de liturgie, de levensstijl. Voldeed men daaraan, dan was men mijn vriend. Anders niet.

Was dat ook een gevolg van het feit dat predikanten in de rechterflank van de gereformeerde gezindte weinig kritiek ontvangen en zelden gecorrigeerd worden?
„Klopt. Wee hem die wat tegen een gezondene des Heeren zegt. Daar hebben we een probaat middel voor. De natuurlijke mens verstaat niet de dingen die des Geestes Gods zijn, want ze zijn hem een dwaasheid. Ik blijf het autoritatieve karakter van de prediking handhaven. Op het moment dat ik het Woord verkondig, spreekt niet ds. De Koeijer. Dan is het God Zelf Die spreekt en door Zijn Geest werkzaam is, naar Zijn belofte. Maar dat betekent niet dat we als mens onfeilbaar zijn.
Hier in Bodegraven zat ik ineens met drie dominees en drie kerkenraden, en kreeg ik te maken met overleg. Dat had ik nooit geleerd. Mijn tegenwapen bij kritiek was vaak sarcasme. Tot op de preekstoel toe. Dat is me allemaal afgebroken. Niet door mijn collegas, maar door de Heere. Hij heeft mn majesteitelijke onkwetsbaarheid weggenomen. Een jaar geleden ben ik huilend van een kerkenraadsvergadering weggegaan. Op dat moment ervoer ik dat als een afschuwelijke afgang. Ik gaf nota bene cursussen pastoraat, voor de Theologische Vorming Gemeenteleden. Hoe ga je om met depressieve en uitgerangeerde mensen? Dat uitgerekend ík nu aan de andere kant van de tafel terecht moest komen.
Ik leek Schortinghuis wel. Ik kon niks, ik was niks, ik wou niks. Als de telefoon ging, durfde ik die niet op te pakken. Stel je voor dat het narigheid is. Complete angstscenarios! Om mezelf af te schermen, ging ik steeds cynischer reageren. Ik was totaal uitgebrand. Ingebrand! Zoals David het zegt in Psalm 32: Mijn sap werd veranderd in zomerdroogte.

Hoe reageerde de kerkenraad?
„Heel positief. Ze hebben me een week eerder op vakantie gestuurd. Daar heb ik echt van genoten. Maar zodra ik terug was, begon ik weer met hollen en vliegen. In eigen kracht. Ik heb de Bijbel gelezen met gesloten ogen, ik heb de Bijbel gehoord met een gesloten oor, ik heb gepreekt met een gesloten hart. Tot die avond waarop ik mn enkel brak. Het vliegen was meteen voorbij. Ik zat thuis en was gedwongen de realiteit onder ogen te zien.

Kon u uw psychische en de geestelijke problematiek nog een beetje uit elkaar houden?
„Nee, dat heb ik nooit gekund. Wel bij een ander, maar niet bij mezelf. Ik ben bij een christen-psycholoog terecht gekomen en daar ben ik heel dankbaar voor. De huisarts gaf aan dat de gedwongen rustperiode een mooi moment was om de medicijnen af te bouwen. Hij nam daarmee mijn vijgenblad weg. Aan de andere kant was die psycholoog bezig om me door zijn gesprekken uit te kleden. Op een gegeven moment was het zo ver dat ik door al mn bodems was gezakt. Ik zat daar als gevolg van mijn misstappen, misdaden.
Ik ben altijd een klein jochie geweest, dat er toch bij wilde horen. Dat leidde ertoe dat ik zo nodig anderen de grond in trapte, om zelf groter te lijken. Die psycholoog liet me dat stukje bij beetje zien. Hij werd een soort biechtvader voor me. Op het moment dat ik eerlijk vaststelde: Het is bij mij geen ziekte, maar zonde, zei hij: Zullen we dan nu samen bidden om dat voor God neer te leggen.
Ik zeg niet dat je altijd een christen-hulpverlener moet zoeken, maar in een situatie als die van mij is het geweldig belangrijk dat je een therapeut hebt die tevens christen is. Geen happy-clappy figuur, die uit de losse pols zegt dat je gewoon moet geloven, maar iemand die de diepten van de zonde kent. Waarbij ik opnieuw zeg: Mijn situatie is niet maatgevend. Mensen moeten niet gaan zeggen: Voor die dominee is zn burn-out zonde geworden, dat zal bij mij ook moeten gebeuren.

Wat hebt u gehad aan de adviezen en bemoedigingen van anderen?
„Dat varieerde. Er waren mensen die zeiden: Dominee, u bent toch geroepen? Daar had ik niks aan. Ik ben niet geroepen, ik ben zelf over de muur geklommen. Al die oude termen kwamen weer bij me boven. Als kind speelde ik al domineetje, met twee vrienden in het kolenhok. Ik moest altijd de dominee zijn. Al die gevoelens overspoelden me. Ik heb mn leven lang toneel gespeeld.
Als we het over troosters hebben, zou ik bijna met Kohlbrugge zeggen: Zij die het zijn, die zijn het niet, en zij die het niet zijn, die zijn het. Een broeder, van onder tot boven in het zwart, zei tegen me: De Heere heeft het al verloren als je Hem pakt op Zijn Woord. Daar kan Hij nooit meer van af. Kijk, daar heb je wat aan. Mensen die je niet op jouw roeping wijzen, maar op Gods trouw. Het was of ik mijn godvrezende grootmoeder hoorde. Mn kind, je moet altijd maar onthouden, de Heere is een waarmaker van Zijn Woord.
Ik heb me altijd verbonden gevoeld met de geestelijke krabbelaars. Met gearriveerde mensen heb ik weinig. Dat is alleen maar sterker geworden. Het geloof is meer een hunkering dan een hebben. Het is net als met Monopoly: op het moment dat je de zakken vol hebt, moet je terug naar Af.
Ik heb ook veel gehad aan het eerste hoofdstuk uit het boek Spiritual depression van Martyn Lloyd Jones. En aan wat Brakel in zijn Redelijke Godsdienst schrijft over de atheïsterij, waarvan hij zegt dat die het hevigst voorkomt in het hart van Gods kinderen. En laat ik mijn vrouw en mijn kinderen niet vergeten. Die hebben me geweldig opgevangen. Dat zie ik nu pas goed. Onderschat niet wat het betekent om met iemand in zon situatie te leven. Mn vrouw kreeg bij haar openbare geloofsbelijdenis de tekst mee: Dient de Heere met blijdschap. Dat is praktijk geworden. Kun je begrijpen wat het voor me betekende toen een paar weken geleden onze dochter belijdenis deed en dezelfde tekst meekreeg? Dan houd je je ogen niet droog. Ik in ieder geval niet.

Wat hebt u van de achterliggende periode geleerd?
„De betekenis van openheid, eerlijkheid, oprechtheid. En een heilig leven. Ik haatte het woord vroom. Dat gebruikte ik als scheldwoord. De vrome mens. Als reactie op mijn geestelijke achtergrond. Nog steeds staat voor mij vast dat we als een goddeloze worden gerechtvaardigd. Maar dat neemt de roeping tot een heilig leven niet weg, in de zin van een apart leven, een wonderlijk leven. Leven vanuit het wonder van de opstanding. Dan wordt ook je predikantschap weer nieuw. Als je je werk als dominee doodgewoon gaat vinden, is het gewoon dood. Dat God Zijn Zoon aan mij gegeven heeft en dat ik weer op die preekstoel mag staan, dat kan ik nooit klein krijgen.

--------------------------------------------------------------------------------------------

Kenna Schipper-Velema
56 jaar
Oud-zendinswerkster
Ik heb geleerd om meer te leven uit het volbrachte werk van de Heere Jezus
„Toen ik me geroepen wist in fulltime dienst voor de Heere, werd ik geleid door wat staat in Spreuken 24: Red degenen die ter dood gegrepen zijn, want zij wankelen ter doding zo gij u onthoudt. Dat betekende voor mij 24 uren per dag beschikbaar zijn.
Na de talenschool werd ik geplaatst bij een oudere, vrij dominante zendelinge. Dat gaf mijn eerste terugslag. In plaats van tegengas te geven, wat ze verwachtte, klapte ik dicht en werd geremd. De zorg voor jonge gelovigen hield ik krampachtig onder mijn controle. Daardoor vertrouwde ik hen niet volkomen toe aan de Heere en aan de hoede van mijn jongere teamleider, die zeer flegmatisch was.
Ik voelde me altijd verantwoordelijk voor alles en heb me te veel laten leiden door de nood. Vooral in de laatste jaren, toen zich de ene ramp na de andere in onze omgeving voltrok. Als ik tijd voor mijzelf nam, voelde ik me schuldig. Tijdens verlof nam ik te veel spreekbeurten aan en luisterde niet naar de wijze raad van vriendinnen. Ik dacht dat de Heere dit van mij vroeg. Daarin speelde ook mijn Navigator-achtergrond een rol. Mijzelf en mijn behoeften vond ik niet zo belangrijk. Ik had een onregelmatig eetpatroon, waardoor een chronische bloedarmoede ontstond. Die verdween na mijn huwelijk in 1996, toen ik een ander levenspatroon kon opbouwen.

Geen slavendrijver
Het willen voldoen aan een bepaald verwachtingspatroon is mede terug te voeren naar mijn achtergrond. Mijn ouders waren harde werkers. Ook de kinderen werkten al vroeg mee op de boerderij en in huis. Ik had de indruk dat ik alleen geliefd en geaccepteerd was als ik hoge cijfers haalde en hard werkte. Mijn broer heeft dit overigens weer anders ervaren.
Door het lezen van het boekje van Nico van de Voet Waarom moet ik altijd helpen? ontdekte ik dat de woorden jezelf wegcijferen niet in de Bijbel voorkomen en dat jezelf verloochenen iets heel anders betekent. Na mijn bekering, in 1971, ging ik letterlijk opvolgen wat staat in 2 Korinthe 5 vers 15 volgens de NBG-vertaling van 1951: En voor allen is Hij gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die voor hen gestorven is en opgewekt.
Na mijn burn-out ontdekte ik dat de Heere iets heel anders bedoelt met die tekst, zoals wordt weergegeven door de Statenvertaling: Als die dit oordelen, dat, indien Eén voor allen gestorven is, zij dan allen gestorven zijn. En Hij is voor allen gestorven, opdat degenen, die leven, niet meer zichzelven zouden leven, maar Dien, Die voor hen gestorven en opgewekt is. Wij moeten Christus leven, en geleid door Zijn Geest wandelen in de goede werken die God heeft voorbereid. Hij is de Goede Herder, geen slavendrijver. 
Ik heb geleerd meer te rusten in en te leven uit het volbrachte werk van de Heere Jezus. Meer tijd te nemen voor het Woord en voor gebed. Selectief om te gaan met taken en opdrachten die op mij afkomen. Nee te durven zeggen zonder uitgebreid tekst en uitleg te geven. Waar mogelijk te delegeren. Na te denken over wat ik zelf leuk vind en graag zou doen voor ontspanning. Een regelmatig levenspatroon te volgen, met ingeplande rusttijden. Onmogelijke situaties over te geven aan de Heere en geen energie te steken in het overdenken van rampscenarios. Ik heb ontdekt dat ik voor de Heere nooit heb afgedaan, maar dat Hij juist Zijn kracht in mijn zwakheid wil openbaren

--------------------------------------------------------------------------------------------

Tineke
41 jaar
Echtgenote van een man met burn-out

„Het moeilijkste van alles is de eenzaamheid, je stik-alleen voelen
„Sinds een jaar of twee heeft mijn man een burn-out. De belangrijkste oorzaak lag bij zijn werk. Ook de kerkenraad vroeg veel tijd. Heel veel avonden was hij weg. Nu is dat een uitzondering. Vaak ligt hij te slapen in zijn luie stoel in de kamer, zodat iedereen rustig moet zijn. Tot frustratie van de kinderen. De televisie moet meestal uitblijven, want daar kan hij niet tegen. En dan zijn er al de kleine ergernissen die er vroeger niet waren. Hij is erg onrustig, waardoor hij vaak onnodige geluiden maakt en moet zuchten. Visite ontvangen of ergens op bezoek gaan, gebeurt weinig meer.
Als moeder wil je geen partij trekken. Aan de ene kant vind ik dat de kinderen respect moeten hebben voor hun vader. Aan de andere kant ben ik het in mijn hart met hun kritiek eens. Na verloop van tijd treedt overigens een zekere gewenning op, waardoor ze minder vragen gaan stellen. Wel krijg ik nog regelmatig opmerkingen van familie en kennissen. Waarom we niet willen komen. Elke keer moet je de situatie weer uitleggen en verdedigen. Begrip kom ik weinig tegen.
En dan je huwelijk. Hoe moet je verder leven met iemand die zich zo anders gedraagt. Voor mijn gevoel heb ik een andere man gekregen! Het moeilijkste van alles is de eenzaamheid. Je stik-alleen voelen. Het lijkt er vaak op dat je man je niet meer aanvoelt. Zelfs een kus voelt zo. Door alle spanningen heb ik ook lichamelijke klachten gekregen. Medegelovigen praten er vaak heel makkelijk over. Als je maar op God vertrouwt, komt alles wel goed. Juist nu lijkt God voor mij zo ver weg. Toch blijf ik naar de kerk gaan, naar de bijbelstudie en de vrouwenvereniging. Ik wil in het licht blijven leven, dan moet je het daar zoeken waar het te vinden is. De laatste tijd moest ik veel aan de Heere Jezus denken. Toen Hij aan het kruis hing, werd Hij helemaal verlaten door Zijn Vader. Hij weet beter dan wie ook wat eenzaamheid is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 juni 2004

Terdege | 108 Pagina's

Als sap verandert in zomerdroogte

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 juni 2004

Terdege | 108 Pagina's