Ingebruikname van het nieuwe kerkgebouw te Harderwijk
Dinsdag 18 sept. j.1. heeft de gemeente Harderwijk haar nieuwe kerkgebouw in gebruik genomen.
Dit gebeurde in een bijzondere dienst die gehouden werd, waarin haar consulent, de weleerwaarde heer Ds. J. de Groot voorging.
Vooraf merkte ds. De Groot op dat het een bijzondere ure is waartoe we nu bijéén zijn.
Reeds lange tijd is er door de gemeente uitgezien naar een andere, een geschiktere plaats van samenkomst, daar het oude gebouw bouwvallig werd, en er ook in een toenemende mate hinder ondervonden werd van de omgeving waar het stond.
Ds. zei dan ook met de gemeente en kerkeraad verblijd te zijn dat dit nieuwe gebouw nu vol-
tooid en in gebruik genomen kon worden. Anderzijds gaan nu de gedachten toch ook terug naar hen die in de loop der jaren door de dood zijn ontvallen, en memoreerde in dit verband ook voorgangers vanuit de gemeente waarvan we geloven mogen dat ze de strijd te boven zijn.
Het mag groot geacht worden dat de Heere nog gelegenheid heeft wiUen geven tot het bouwen van een nieuw gebouw op een zo'n geschikte plaats, hoewel we niet weten voor hoe lang dit zal zijn, waar de tekenen der tijden steeds meer heen komen te wijzen naar de wederkomst van Christus. Ds. waarschuwde er voor maar niet op te gaan in gebouw zelf, want het zal wat zijn te zijn opgegaan onder de zuivere verkondiging van Gods Woord en daaronder dezelfde te zijn gebleven.
Na een woord ter inleiding uit Ps. 84 bepaalde Ds. zijn talrijk gehoor bij de gekozen tekstwoorden van Ps. 132 vers 13 en 14.
„Want de Heere heeft Sion verkoren, Hij heeft het begeerd tot zijn woonplaats, zeggende: Dit is mijn rust tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen want Ik heb ze begeerd."
Dewelke onderverdeeld werden in drie hoofdgedachten:
een volk door de Heere verkoren, een woonplaats door de Heere begeerd, een rustplaats door de Heere verworven.
David heeft uitgezien naar een plaats, een huis, waar de ark kon verkeren, waar hij tot de profeet Nathan zei. Zie ik woon in een cederen huis en de ark woont 'va. het midden der gordijnen.
David kon niet buiten God, en begeerde te kunnen opgaan naar Gods huis, en het was dan ook daarom zijn begeerte dat huis te mogen bouwen wat later gebouwd is door Salomo die tot koning gezalfd is over het volk Israël in de plaats van . zijn vader David.
Wat zou het groot zijn wanneer er nu ook onder ons nog gevonden werden die het in waarheid om de gunst des Heeren te doen is.
Sion is van God begeerd en verkoren. De verkiezing tot de zaligheid moet uitgewerkt worden UI het hart van z'n volk. De kerk wordt uit het Egypte der zonde uitgeroepen en verkrijgt een eeuwige woning die door God Zelf begeerd is. De ark alsook deze psalm komen heen te wijzen naar Christus, waar er ook van een rust gesproken wordt. De Kerk kan ook in zichzelven geen rust vinden maar wordt er bij aanvang een laag bukken en buigen gevonden daar God Zijn recht komt te handhaven.
Zo wordt er wat een rust gezocht daar waar ze niet te vinden is. Gods volk vindt rust in het volbrachte werk van de Middelaar. Zo zullen ook de predikanten steeds heen moeten wijzen naar de Middelaar die de Vader bevredigde in de handhaving van z'n recht. Zo blijft er dan een rust over voor het volk van God.
Na het zingen vanPsalm 26 vers 8 richtte Ds. De Groot zich ook mede namens de kerkeraad met woorden van dank tot allen die hebben meegewerkt en betrokken zijn geweest bij het tot stand komen van het gebouw.
Hierin werden betrokken de eigen gemeenteleden die steeds in allerlei opzicht veel medeleven hebben betoond, alsook de bouwcommissie voor het werk dat belangeloos werd verzet.
Het gemeentebestuur waarvan veel medewerking is ondervonden voor en tijdens de bouwperiode. Ook werd een woord van dank gesproken tot hoofdaannemer - Architekt dhr. Buitenhuis uit Uddel, met de onderaannemers die bij de bouw betrokken zijn geweest.
Waardering is er voor de wijze waarop er samengewerkt kon worden, en waarop het werk is uitgevoerd. Steeds is er sprake geweest van een goed overleg. Het werk zelf laat zich aanzien dat dit door u, alsook door uw medewerkers, met de meeste zorgvuldigheid is gedaan.
Ook is er waardering voor het werk van Stratenmakersbedrijf Koele die met een aantal mensen uit Elspeet geheel belangeloos het parkeerterrein heeft aangelegd.
Hierna werd namens het gemeentebestuur het woord gevoerd door Burgemeester Van Boeyen, die ook zijn vreugde uitsprak dat de nieuwe kerk nu in gebruik genomen kon worden, en wenste de gemeente en kerkeraad toe veel samen te komen in de gemeenschap des Heeren.
Vervolgens werd het woord gevoerd door hoofdaannemer dhr. Buitenhuis, die ook mede namens de onderaannemers de kerkeraad bedankte voor het in hun gestelde vertrouwen.
Hij wees in het kort nog op de vormgeving van het gebouw, in het bijzonder dan het pyramide dak en de spits. Het doet denken aan de profetie van Jeremia 31:21: Richt u merktekenen op, stelt u spitse pilaren enz., en wenste aUen toe dat de vorm van de kerk en z'n spits, ook een merkteken mag zijn of worden op de levensweg die wij begaan (geen plaats om op te rusten) maar een merkteken om weder te keren uit het Babel der wereld en de weg te volgen naar het nieuwe Jeruzalem dat boven is, welker kunstenaar en bouwmeester God is.
Door ouderling van Bentum werd opgemerkt, blij te mogen zijn met het nieuwe gebouw waar de wereldgelijkvormigheid en zondagsontheiliging rond het oude gebouw steeds ernstiger vormen aannam.
Maar achtte het van het grootste belang bewaard te blijven bij de waarheid zoals die in Gods Woord verklaard ligt. Gods Woord leert ons dat elke afwijking van de waarheid hoogmoed baart.
De waarheid mocht onder ons nog bewaard blijven, en door Zijn Geest worden toegepast.
Tenslotte werd nog het woord gevoerd door Ds. F. Mallan, die (zowel als Ds. v. d. Berg) gelegenheid gevonden had voor deze bijzondere dienst in het midden te kunnen zijn.
Ook Ds. Mallan was met de gemeente verheugd dat dit nieuwe gebouw in gebruik genomen kon worden, en merkte op dat het zo ongeveer 32 jaar geleden is dat hij voor het eerst in Harderwijk Gods Woord heeft uitgedragen. Bepaalde verder zijn gehoor bij Ps. 51, met als hoofd gedachte:
, Doe wel hij Sion''
Koning David heeft op een geheel andere wijze over het volk Israël geregeerd dan Saul. Saul was geen koning geworden in Gods gunst. David dat was de man naar Gods hart.
Toch heeft David een diepe val gemaakt, denk aan toen hij tot Bathseba is ingegaan en aan doodslag van Uria. In Adam was ook David van God afgevallen, waar hij komt te betuigen, zie ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijne moeder ontvangen. Dwars door alle zonde en afmakingen heen heeft toch de Heere zijn verbondstrouw aan David bewezen. De muren van Sion worden alleen maar opgebouwd omdat er een eeuwig en vrijmachtig welbehagen is, alleen daarin Ügt ook de grondslag voor de zaligheid van Gods volk.
Verder zei Ds., het is geen kleine zaak dat de Heere het nog heeft gegeven dit nieuwe kerkgebouw in gebruik te kunnen nemen, waar anarchisme hand over hand toeneemt, wat zal leiden tot het door ons niet gewenste dictatuur van het communisme.
Wenste de gemeente toe dat de Heere de prediking van Zijn Woord nog zou willen zegenen, en dat Zijn Woord ook in dit nieuwe gebouw Zijn kracht mocht doen. Door alles heen heeft de Heere nog betoond nog niet geheel van ons te zijn geweken. Hij mocht verder dan nog Zijn zegen willen gebieden.
Nadat door Ds. De Groot geëindigd werd met dankgebed, en gezongen was van Ps. 65 : 1, sprak deze voor het eerst de zegen uit over de gemeente in het nieuwe gebouw.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1979
De Wachter Sions | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1979
De Wachter Sions | 8 Pagina's