„Homo in NGK mag in ambt”

De commissie presenteerde gisteren na vier jaar studie haar eindrapport. De landelijke vergadering van de NGK had de commissie verzocht advies te geven over de vraag of gemeenteleden die een homoseksuele relatie hebben ouderling of diaken kunnen worden. Aanleiding hiervoor vormde het besluit van de kerkenraad van de Ngk Utrecht in 2009 dat homo’s die een relatie hebben ambtsdrager kunnen zijn.

De commissie is er niet in geslaagd een eensluidend standpunt in te nemen. De meerderheid vindt dat gemeenteleden met een homoseksuele relatie „in liefde en trouw” ouderling of diaken moeten kunnen worden. Een minderheid –het rapport noemt geen namen– wijst dat af. De commissie laat de uiteindelijke afweging over aan de landelijke vergadering.

Wel eenstemmig is de commissie van mening dat de Bijbel „uiterst negatief” is over homoseksuele contacten. Homoseksualiteit is een gevolg „van de door de zondeval in de schepping gekomen gebrokenheid.”

Deze Bijbelse gegevens laten volgens de commissie onverlet „dat ook homoseksuele broeders en zusters beelddragers Gods en geliefden in Christus zijn en daarom in de christelijke gemeente onbekommerd voor hun seksuele geaardheid moeten kunnen uitkomen en daar een veilige plek moeten vinden.” Over de vraag hoe die uitleg van de Bijbel moet worden betrokken op de situatie in onze tijd, lopen de meningen echter uiteen. De meerderheid van de commissie vindt dat „Gods tegemoetkomendheid en barmhartigheid” ruimte bieden voor een homoseksuele relatie in liefde en trouw.

„Ondanks verlegenheid en het besef van gebrokenheid mag er sprake zijn van (een zekere) vrijmoedigheid om deze weg voor Gods aangezicht in vrede te gaan”, verwoordt het rapport het meerderheidsstandpunt. Om die reden zien deze commissieleden geen beletsel om gemeenteleden met een dergelijke relatie te roepen tot het ambt van ouderling en diaken.

De minderheid van de commissie is van oordeel dat de Bijbel ten principale geen ruimte biedt voor een homoseksuele relatie in liefde en trouw. Wel kan een dergelijke relatie „onder omstandigheden vanwege de gebrokenheid en onvolkomenheid van het menselijk bestaan” worden gedoogd. Daarbij moeten betrokkenen echter worden gewezen op hun eigen verantwoordelijkheid inzake deelname aan het avondmaal.

Volgens de commissie is er een wezenlijk verschil tussen een homoverbintenis en een huwelijk tussen man en vrouw, niet het minst omdat „het huwelijksverbond het bijzondere karakter van de relatie tussen de Here en zijn volk en tussen Jezus Christus en zijn kerk weerspiegelt.” Het homohuwelijk wijst de commissie dan ook af.

De landelijke vergadering buigt zich op 21 november over het rapport. Eerst is er op 31 oktober een besloten bezinningsdag rond het thema ervan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen