Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

,,Een voorrecht dat ik dit werk mag doen''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

,,Een voorrecht dat ik dit werk mag doen''

Mevrouw A. Teerds-Gertenbach

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mevrouw A. Teerds-Gertenbach uit Zwijndrecht is al zon vijfentwintig jaar actief binnen het verenigingsleven van de Gereformeerde Gemeenten. Sinds 1987 is ze lid van het hoofdbestuur van de vrouwenbond, een paar weken geleden werd ze gekozen tot presidente. „Ik doe dit werk heel graag, ook al vraagt het soms best veel. De Heere geeft, onverdiend, telkens weer moed en kracht om te doen wat nodig is."

Aria Gertenbach werd geboren in Dordrecht, waar ze opgroeide in een schoenmakersgezin. Ze was de jongste van vier kinderen. „Na de mulo wilde ik graag verder leren. In die tijd was er voor mij maar één mogelijkheid: de kweekschool. Zo kwam ik in het onderwijs terecht. Hoewel voor de klas staan dus niet van jongsaf mijn ideaal was, heb ik het er goed naar mijn zin gehad."
Eén van de mooie dingen die ze aan haar keuze voor het onderwijs overhield, was haar echtgenoot: ze leerde hem kennen tijdens een stageperiode op de school waar hij onderwijzer was. In 1973 trouwden ze. Ze kregen twee zoons en een dochter; de jongste is zeventien.
„Na ons huwelijk gingen we in Zwijndrecht wonen. Mijn man was hoofd van de toen pas opgerichte Ds. Abraham Hellenbroekschool. Als enige leerkracht gaf hij les aan klas één en twee. Een jaar later kwam ik erbij voor de klassen drie en vier. Dat was heel gezellig samen. Sommige ouders noemden de school toen de 'Teerds-school'.
In de periode dat onze kinderen jong waren heb ik met onderbrekingen in het basisonderwijs gewerkt, meestal als invalkracht. Zo kwam ik op verschillende scholen terecht. In 1998 ben ik er definitief mee gestopt."
Halverwege de jaren zeventig werd ze lid van de vrouwenvereniging "Lydia" van de plaatselijke Gereformeerde gemeente. In 1984 werd ze presidente, een functie die ze nog steeds vervult:. „Je bent als het ware de spin in het web en dat is niet altijd gemakkelijk. Ook al delegeer ik best veel, ik ben toch de eindverantwoordelijke. Ik doe mijn best om duidelijk leiding te geven en de onderlinge band tussen de leden te bevorderen."
Wat mevrouw Teerds-Gertenbach betreft is een vrouwenvereniging goed voor een kerkelijke gemeente. „De vereniging biedt de gelegenheid om samen bezig te zijn rondom Gods Woord, om creatief bezig te zijn ten bate van zending en evangelisatie en om contact te hebben met elkaar. De leden leven mee met zieken, gehandicapten, eenzamen en ouderen in de gemeente. Verder zijn de verkopingen heel belangrijk, niet alleen vanwege het geld voor goede doelen, maar ook de onderlinge band in vereniging en gemeente er sterker van wordt. Je bent samen bezig!"

Kamerleden
In 1987 kreeg ze een plaats in het hoofdbestuur. „Daar was ik blij mee. Het leek mij heel mooi om in breder verband met anderen in contact te komen en om voor andere verenigingen bezig te zijn. Eén van mijn taken werd het verzorgen van de "Pagina"s voor haar" in Daniël, het landelijke jeugdblad van onze kerk. De tekst hiervoor wordt regelmatig door anderen aangeleverd, maar ik schrijf ook zelf. Op de pagina"s gaat het over allerlei onderwerpen, die voor zendings- en vrouwenverenigingen van belang kunnen zijn, of die het kerkelijk leven aangaan. Ook is er een rubriek waarin we meeleven vragen voor mensen in moeilijke omstandigheden."
Daarnaast zit ze in het Comité Vrouwenbonden, waarin ook de Bond van Christelijke Gereformeerde Vrouwenverenigingen en Bond van Nederlands Hervormde Vrouwenverenigingen op Gereformeerde Grondslag participeren. Dit werk is meer politiek georiënteerd: „Een paar keer per jaar voeren we overleg met enkele leden van de fracties van SGP en ChristenUnie. Soms wonen we hoorzittingen of andere vergaderingen bij. Ook sturen we namens 20.000 vrouwen brieven naar ministers en kamerleden, bijvoorbeeld als er iets gaande is rond euthanasie, abortus of homohuwelijk.
Of we op die manier politieke invloed uitoefenen? In ieder geval is het een steuntje in de rug voor onze kamerleden, dat hebben ze ons meermalen verteld. Directe resultaten zijn voor ons vaak niet zichtbaar, maar we moeten er niet bij voorbaat van uitgaan dat het tóch geen effect heeft. De Heere kan en wil ook geringe middelen zegenen."
Een derde activiteit waaraan ze meehelpt, is het organiseren van vakantieweken voor mensen met een handicap.

Bijbelschool
Enkele maanden geleden was het veertig jaar geleden dat vanuit de Gereformeerde Gemeenten het zendingswerk daadwerkelijk gestalte kreeg. Het zendingsdeputaatschap zag hierin aanleiding om het bondsbestuur uit te nodigen: drie leden mochten een bezoek aan het zendingsveld in Nigeria brengen. Zo konden ze met eigen ogen zien hoe het geld besteed was dat de achterliggende jaren onder andere door zendings- en vrouwenverenigingen bijeengebracht werd.
De beslissing wie zou meegaan, was niet zo heel moeilijk; verschillende leden konden niet weg vanwege ziekte of andere omstandigheden. Drie dames bleken wel in de gelegenheid om de lange reis te maken. Eén van hen was mevrouw Teerds-Gertenbach. Veertien januari stapten ze, samen met de heer Zijl van het Zendingsbureau, op het vliegtuig richting Nigeria. Het werd een indrukwekkend bezoek.
„Eén van de dingen die er voor mij uitsprong, was het bezoek aan de Bijbelschool. Het is bijzonder om die Afrikaanse mannen, misschien nog maar kort geleden uit het heidendom getrokken, uit de Bijbel te zien lezen, of uit een boek van John Owen. Je realiseert je daar pas hoe ingrijpend het is om van heiden christen te worden.
Verder werden we getroffen door de moeilijke omstandigheden waarin vrouwen daar leven. Het verzorgen van het eten is een enorm werk, iedere dag weer. Vaak moeten ze uren lopen om water te halen. Vooral alleenstaande weduwen hebben het zwaar. Tegen de tijd dat de oude oogst verbruikt is, terwijl de nieuwe nog niet van het land is gehaald, lijden ze echt honger. Inmiddels is met hulp van de zending vanuit de Nigeriaanse Reformatorische kerk een project gestart om hen te helpen."

Dia-bijeenkomsten
Veel Nigerianen spreken Engels, zodat de Nederlandse vrouwen gemakkelijk met de plaatselijke bevolking in contact konden komen. Met hulp van de zendingswerkers in Izi konden ze veel zien, horen en te weten komen. Ze maakten heel wat dias. Bij terugkeer in Nederland bleek dat niet voor niets te zijn: al snel kwam van verschillende kanten het verzoek om een diapresentatie te geven.
„Zulke avonden geven we afzonderlijk, ieder in haar eigen regio. Inmiddels heb ik er vijfentwintig gehad en er staan tien afspraken in de agenda. We worden gevraagd op vrouwenverenigingen, maar ook op gemeenteavonden, in scholen en in bejaardentehuizen. Tijdens zo"n bijeenkomst vertellen we niet alleen, maar we verkopen ook handdoeken. Verder krijgen we vaak giften."
Het geld dat zo bijeenkomt, is bestemd voor de actie "Vrouwen voor vrouwen", een project van de vrouwenbond om Nigeriaanse vrouwen wat scholing te geven. Als ze leren lezen, kunnen ze zich zelfstandig met Gods Woord bezighouden. Met de opbrengst wordt ook de verspreiding van de Bijbel in het Izi (de Nigeriaanse volkstaal) bevorderd. Onlangs kwam de complete vertaling gereed.
„Ik geef de dia-bijeenkomsten erg graag. Het is leerzaam en boeiend om met allerlei mensen en verenigingen kennis te maken. Wel vind ik het moeilijk om telkens uit mijn gezin weg te gaan, daarom probeer ik niet meer dan twee avonden per week af te spreken."

Presidente
Kort voor het gesprek met Terdege werd mevrouw Teerds-Gertenbach gekozen tot presidente van de vrouwenbond. Ze aanvaardde de functie met gemengde gevoelens. „Het is fijn dat zoveel verenigingen me dit vertrouwen geven. Maar om eerlijk te zijn: ik zie er best tegenop. Het is een functie met veel gewicht, wat een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Bovendien volg ik iemand op voor wie ik groot respect heb; ik zal het nooit zo kunnen als zij. Maar ik geloof dat de Heere dit werk op mijn weg gebracht heeft. Dan mag ik het, op mijn eigen manier, ook doen en dan hoef ik het ook niet alleen te doen. De Heere weet ervan af. Ook is er een goede band onder de bestuursleden. Ik weet zeker dat ze me in alles zullen bijstaan."

Schoonouders
Voor trouwe Terdege-lezers is de naam van de geïnterviewde geen onbekende. Van 1984 tot 1996 verzorgde ze een rubriek over opvoedingsvragen. „Dit werk ben ik als het ware vanzelf ingerold. Mijn man is directeur van het BGS, de Begeleidingsdienst Gereformeerd Schoolonderwijs. Toen Terdege van de grond kwam, vroeg de redactie hem of hij een aantal bijdragen over opvoeding wilde verzorgen. Dat heeft hij welgeteld één keer gedaan. Omdat hij het druk had en het hem veel tijd kostte, vroeg hij vervolgens of ik de taak mocht overnemen. Dat heb ik met veel plezier gedaan. Om aan stof te komen, las ik allerlei boeken. Ook kreeg ik regelmatig vragen van lezers."
Van 1982 tot 1994 woonden de schoonouders van mevrouw Teerds-Gertenbach bij haar gezin in. Aanvankelijk waren ze nog behoorlijk vitaal, later was er veel verzorging nodig. „Dit was een drukke tijd, de laatste jaren waren we er dag en nacht mee bezig. Maar het is goed voor ons geweest. De kennismaking met de afbraak van het bestaan heeft ons leven verdiept. Ook voor onze kinderen was deze periode leerzaam. Hun opa en oma waren biddende mensen, ze zaten altijd met de Bijbel of een stichtelijk boek voor zich. Ze spraken meer dan eens over het werk van de Heere en over de noodzaak van bekering. Drie maanden na elkaar zijn ze overleden."

Bijzondere zorg
„We hebben dit mógen doen, dat wil ik graag onderstrepen. Hetzelfde geldt voor de bezigheden voor de verenigingen. Ik heb een gezin dat me de mogelijkheid biedt om veel te doen. Maar uit mezelf ben ik zwak van moed en klein van kracht. Ik doe mijn werk telkens weer met een zucht om hulp van Boven. En wat maakt het klein, afhankelijk en ook onwaardig, als de Heere dat gebed verhoort.
De bijzondere zorg van de Heere en Zijn leiding ervaar ik bijvoorbeeld in het krijgen van tijd voor de dingen die op me afkomen en voor het werk dat gedaan moet worden. Hoe is het mogelijk, denk ik soms, dat de Heere in Zijn onuitsprekelijke goedheid zó voor me zorgt. Nee, Hij vraagt niet boven vermogen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 oktober 2002

Terdege | 124 Pagina's

,,Een voorrecht dat ik dit werk mag doen''

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 oktober 2002

Terdege | 124 Pagina's