Aken toont kunstschatten Karel de Grote
AKEN. Uit de tijd van keizer Karel de Grote (748-814) zijn nauwelijks religieuze voorwerpen bewaard gebleven. De rijkversierde Evangeliehandschriften en de kostbare ivoren boekbanden die niet verloren gingen, zijn nu voor het eerst in de Duitse stad Aken bijeengebracht.
De Nederlander Peter van den Brink, directeur van de stedelijke musea in Aken, is zichtbaar trots op de tentoonstelling die hij samenstelde om de 1200e sterfdag van Karel de Grote te herdenken. In het nieuwe Centre Charlemagne, vlak bij de Domschatkamer, zijn 31 originele kunstwerken uit de hofschool van de Frankische keizer te zien.
Het was van meet af aan duidelijk dat ”Karel de Grote en de kunst” een tentoonstelling van kostbaarheden moest worden, zegt Van den Brink. „Een groep wetenschappers stelde een lijst op met de belangrijkste objecten uit de Karolingische tijd. Op enkele stukken na die niet vervoerd konden worden, zijn al deze voorwerpen op de tentoonstelling te zien.”
Dorestad
Dat ging niet altijd zonder slag of stoot. Zo reisde Van den Brink naar het benedictijnenklooster Kremsmünster, ten zuiden van de Oostenrijkse stad Linz, om de monniken te vragen de zogenoemde kelk van Tassilo in bruikleen te geven. Deze kopervergulde beker uit de tweede helft van de achtste eeuw, met daarop een afbeelding van Christus, had het klooster sinds het jaar 777 niet meer verlaten.
Na veel praten kreeg Van den Brink de kelk mee. „Sommige monniken vonden het maar niks dat de beker naar Aken, het machtscentrum van Karel de Grote, zou gaan. De stichter van het klooster, Tassilo III, was een neef en tegenstander van Karel.”
Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden leende voor het eerst de ”Fibula van Dorestad” uit. Deze kostbare broche, gemaakt van bladgoud en ingelegd met edelstenen, parels, glas en email, werd in 1969 gevonden in een waterput in Wijk bij Duurstede, een stadsdeel van het Karolingische Dorestad. „Het bijzondere aan deze mantelspeld is dat hij nog zo gaaf is. Als je goed kijkt, zie je dat er maar één pareltje ontbreekt.”
Replica
Op de tentoonstelling zijn verder een groot aantal prachtig verluchte handschriften te zien. Van het Evangeliarium van Lorsch zijn de twee bewerkte ivoren boekbanden –uit het Victoria and Albert Museum in Londen en uit de Vaticaanse Musea in Rome– samengebracht op de plek waar ze ooit zijn vervaardigd.
Eén handschrift is niet origineel, moet Van den Brink erkennen. „Van het Kroningsevangeliarium uit het einde van de achtste eeuw hebben we alleen een facsimile, een replica, kunnen krijgen. Het Kunsthistorisch Museum in Wenen wilde het origineel niet uitlenen omdat Duitsland nog steeds aanspraak maakt op dit kostbare handschrift. Ik heb nog voorgesteld om het evangeliarium dan maar in een dichte kist te vervoeren en tentoon te stellen, zodat het –net als bij een ambassade– Oostenrijks grondgebied blijft. Maar dat durfden ze toch niet aan.”
Zie ook Puntkomma pag. 4.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 7 juli 2014
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 7 juli 2014
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's