„Getuigen doe ik louter met de daad”
Shlomo Hizak biedt bijbelcursussen aan voor joden en christenen
NULDE - „Wie is Christus voor u als jood?” Shlomo Hizak, de bekende president van het Centrum voor Bijbelstudie en Onderzoek in Jeruzalem, denkt diep na voordat hij antwoord geeft op deze fundamentele vraag. „Ik hecht niet aan etiketten”, antwoordt hij. „Maar ik wil zeker niet het stempel opgedrukt krijgen van messiasbelijdende, complete of orthodoxe jood. Ik ben een jood die wederzijds begrip probeert te kweken tussen christen en jood aangaande beider wortels. Daar gaat het mij om”.
Hizak kijkt niet alleen naar Jezus als jood. „Ik aanvaard Hem als messiaans persoon. Maar als ik dat zeg, moet u mijn antwoord wel plaatsen binnen het joodse raamwerk, het joodse denken”.
Maar durft Hizak het aan persoonlijk getuigenis te geven dat Jezus Christus gestorven is voor onze zonden en dat wij persoonlijk kennis moeten hebben aan Gods 2toon? Want zomaar een messiaans persoon hoeft nog niet de Christus, Zoon van God, Redder en Zaligmaker te zijn? Hizak reageert; „Ik houd van Jezus, persoonlijk en diep. Hij was voluit jood”. Maar voor een interview in de krant wil Hizak beslist niet verder gaan dan deze opmerkingen. „Lezers moeten dan zelf maar concluderen”, zo voegt hij eraan toe.
Misverstanden
In ons land en daarbuiten bestaat nogal wat misverstand over de theologische positie van Hizak. De een noemt hem een voluit messiasbelijdende jood. Anderen noemen hem nog steeds een gematigd maar weliswaar uitgesproken orthodoxe jood. Vandaag spreekt de directeur van het door hemzelf opgerichte Jeruzalemse AMI-centrum in Nijkerk. Hij woont de jaarlijkse eendagsconferentie bij van de Nederlandse ‘vestiging’ van zijn centrum.
Deze organisatie staat geheel los van de organisatie ”Christenen voor Israël”, maar wordt er nogal eens mee verward omdat beide in Nijkerk zijn gevestigd. Het AMI-centrum heeft naast de Hollandse tak afdelingen in Japan (al sinds 1968), Zweden, Zwitserland en Duitsland, de VS, Canada en Engeland. Het hoofdkwartier is gevestigd in Jeruzalem. AMI-president Hizak bezit zowel de Israëlische als de Amerikaanse nationaliteit.
De familie Hizak is een zogenaamd Israëlisch tweedegeneratiegezin, dat uit Centraal-Azië emigreerde vanuit de joodse geloofsovertuiging dat de Messias zou komen in Israël. „Ik was altijd al geïntersseerd in de Bijbel en mijn geloof ontwikkelde zich. Ik beijver me nu voor het doen groeien en doen ontstaan van wederzijds begrip tussen jood en christen. Het is niet de makkelijkste weg die ik koos. Van twee zijden ontstaat er gelijk misverstand”.
Cursussen
Jarenlang werkte Hizak als veiligheidsagent op het kantoor van ’s lands eerste minister. Zo diende hij onder anderen Golda Meïr en David Ben Goerion. Op een bepaald moment zocht hij het echter in de theologie en wilde hij pogen het wederzijds begrip tussen jood en christen te verbeteren. Hij begon in een centrum op de Olijfberg, in het gebouw waar tegenwoordig het Huis op de Berg gevestigd is.
Later richt Hizak het AMI-Centrum op. Hij biedt daar cursussen aan. In de folder van het centrum stelt hij dat er verbindingen zijn tussen „twee universele geloven, jodendom en christendom”. Hizak wil werken aan een verandering van gezindheid onder jood en christen.
Hij gebruikt daarbij het beeld van de twaalf verspieders. Tien zagen het niet zitten om het Beloofde Land binnen te gaan met zulke reuzen. Twee van hen waren enthousiast. „Het verschil was visie. Bij de meerderheid ontbrak die. De minderheid beschikte er wel over. Een minderheid van joden ziet de uitdaging van een werdergeboren Israël, net zoals een minderheid onder christenen. Maar het goede nieuws is dat getallen aan het veranderen zijn. We kijken uit naar de tijd dat zowel jood als christen hand in hand reikhalzend uitziet naar een waarlijk verstaan van de eeuwige boodschap van de ene waarachtige God”.
Verdieping
”Verdieping van het eigen geloofsverstaan” is het thema waar Hizak voortdurend bij jood en christen op hamert. Joden zijn allergisch voor zending, gezien de historie. Hizak stelt verder dat wanneer een jood de Messias heeft mogen aanvaarden als zijn Zaligmaker, deze die boodschap niet kan uitdragen aan medejoden maar bruggen moet bouwen tossen jood en christen. „Getuigen moet louter en alleen met de daad, niet met de mond”, zo stelt hij in alle duidelijkheid. Over zending onder joden wil hij het al helemaal niet hebben.
Maar Hizak is even beducht voor christenen die de joodse levenswijze willen imiteren. Of het nu om de mezoeza aan de deur gaat of de dominee die hij ontmoette en die zijn woonkamer als een synagoge ingericht had. Hizak verfoeit het. „En die man wil zich ook nog laten besnijden”. Hizak was enkele weken in Zuid-Amerika, waar hij naar eigen zeggen tot zeker 40.000 mensen sprak. Hij ontmoette er veel christenen die de pretentie hebben geheel in de lijn van de Vroege Kerk te staan en daarom meenden er de ware religie op na te houden.
„Nota bene, christenen in de kerk met een keppeltje op. Ik voelde me niet comfortabel. De dienst begon met dansen, want zo zou dat in de synagoge ook gebeuren. De zogenaamde messiasbelijdende rabbi kwam van achteren de kerk in gemarcheerd met zo’n imitatieboekrol terwijl op de sjofar werd geblazen. De sjofar, die, zoals elke echte jood weet, we alleen met Rosh Hasjannah blazen. En de kerkgangers gingen toen ook nog in tongen spreken”. Voor Hizak, die op zich niets tegen het spreken in tongen zegt te hebben, is deze imitatie zowel voor joden als voor christenen onacceptabel. „Het is ook tegen wat Paulus leerde. Als er weer een jodenvervolging uitbreekt, ben ik benieuwd of ze dan nog zo enthousiast hun keppeltjes ophouden”.
Rollen
De AMI-president meent in Paulus’ brieven aanwijzingen te zien dat jood en christen elk zijn eigenheid moet bewaren. In de aankondiging voor de eendagsconferentie van vandaag in Nijkerk wordt dan ook de retorische vraag opgeworpen of God niet verschillende rollen voor joden en heidenen beschreven heeft „in Gods Meesterplan voor de redding van de mensheid”.
De AMI-president weet zich niet verwant met welke messiasbelijdende Israëli dan ook. Hij merkt op dat de naar schatting enkele duizenden van hen ten eerste zeer verdeeld zijn, maar dat er ook heel veel niet-joden tussen zitten. Hij wijt de verdeeldheid mede aan de verschillende landsculturen die de kerken meebrachten. Toen hij als jongen eens naar een dergelijke dienst ging, verstond hij het niet eens omdat geen van de kerkdiensten in het Ivriet gehouden werd.
Hizak zegt regelmatig in de synagoge te komen om daar zijn volk te ontmoeten. Hij erkent volmondig in principe niet een christelijke kerkdienst te bezoeken. „Zeg nou zelf… Ging Jezus naar de kerk, of Paulus?” Dit betekent echter niet dat hij nooit in een kerkgebouw een spreekbeurt houdt of geen omgang zou hebben met christenen.
Hizak wil het Nederlandse publiek niet in het ongewisse laten. „Ik maak deel uit van het joodse volk. Een christen moedig ik dan ook aan op zondag naar de dienst te gaan. Dat accepteer ik van hem”. Dat het jodendom en de kerk uit elkaar zijn gegroeid, betreurt de AMI-president: „Een tragedie. Maar ik begrijp wel dat de kerk niet terug kan. De accepteer het feit dat het christelijk geloof zich zo ontwikkelde”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 februari 1997
Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 februari 1997
Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's