Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bijdragen aan eenheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijdragen aan eenheid

Gerrit Christiaan de Gier volgt Theo Teunissen op in de Utrechtse Jacobikerk

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Theo Teunissen staat op 1 juli zijn plek in de Utrechtse Jacobikerk af aan Gerrit Christiaan de Gier. "Ik ben écht blij dat Gerrit hier organist wordt. Een uitstekende musicus, die respectvol met de gemeente om zal gaan. Tegelijkertijd doet het afscheid pijn: ik ben met het instrument vergroeid."

Theo Teunissen (1938) studeerde aan het Utrechts Conservatorium bij Stoffel van Viegen en Cor Kee. Vervolgens ging hij nog zeven jaar bij Kee in de leer. Na lesgegeven te hebben aan de gemeentelijke muziekschool in Utrecht, doceerde hij van 1961 -eerst pedagogiek en methodiek en vanaf 1962 hoofdvak orgel- tot 1992 aan het conservatorium in de domstad.

Waarom solliciteerde u in 1978 naar de post in de Jacobikerk?

"Ik had er als jongen rondgelopen en gekerkt: een prachtige kerk met een geweldig historisch orgel. De post gaf de mogelijkheid om mij verder te ontplooien. Garrels bouwde het instrument in 1742, met gebruikmaking van de hoofdkas uit 1509 en delen van oud pijpwerk. Meere realiseerde in 1823 een nieuw rugwerk."

Welk karakter heeft het orgel?

"Het is een instrument met veel poëzie, dankzij prachtige grondstemmen en schitterende fluiten. Toen ik hier in september 1978 kwam, had Van Vulpen net de restauratie van het orgel afgerond. Het pijpwerk was daarbij geconserveerd. In 1997 heeft dezelfde orgelbouwer een volledige klankrestauratie gedaan. Het is daardoor een karakteristieker instrument geworden, met een grotere uitstraling.

Het is een Duits-gericht orgel, waarop Buxtehude, veel Bach-werken, de muziek van alle Bach-leerlingen, maar ook koraalvoorspelen van Brahms uitstekend tot hun recht komen."

Welke invloed heeft het Jacobi-orgel op u gehad?

"Het instrument is perfect aangepast aan de akoestiek van de kerk. Als organist speel je met de ruimte. Wanneer je hier een toon goed proportioneert, hoor je hem de ruimte ingaan en langzaam verdwijnen. Je wordt een twee-eenheid met je instrument. Ik geef nog regelmatig concerten en betrap me er regelmatig op op andere orgels de ronde klankkleuren te zoeken die ik van mijn eigen instrument ken.

Maar eerlijk gezegd haal ik mijn muzikale inspiratie voor een groot deel buiten de orgelwereld door kennis te nemen van het totale muziekspectrum: de klank- en kleurenwereld van orkestwerken, koor- en kamermuziek en opera. Daarnaast bezoek ik ook graag musea. Alle kunsten grijpen in elkaar, daarom moet een musicus breed georiënteerd zijn."

Hoe ziet u uw taak in de eredienst?

"Ik ben met hart en ziel kerkorganist. Het is geweldig elke keer geconfronteerd te worden met teksten die heel diep gaan. De verschillende onderdelen van een kerkdienst moeten in elkaar overvloeien. Een organist moet bijdragen aan die eenheid, zijn instrument mag geen storend element vormen. Voorspelen dienen daarom niet te lang zijn."

Wat kunt u aan de kerkgangers in de Jacobikerk kwijt?

"Muzikaal gezien zijn er geen beperkingen. We zingen uit de psalmen en uit het Liedboek voor de kerken. In mijn harmonisaties sluit ik aan bij de ontstaanstijd van een psalm of lied. Ik speel regelmatig literatuur en improviseer. In mijn literatuurkeuze probeer ik zo nauw mogelijk bij het karakter van de bijeenkomst aan te sluiten. Vast onderdeel van elke Goede-Vrijdagdienst is bijvoorbeeld Bachs koraalbewerking "O Mensch bewein' dein' Sünde gross". Het is dan doodstil in de kerk."

Welke muzikale activiteiten wilt u nog ontplooien?

"Ik verzorg concerten, voornamelijk in het buitenland. Sinds mijn afscheid van het conservatorium studeer ik dagelijks zo'n vijf uur. Heerlijk, in feite zijn dat de mooiste momenten, wanneer je helemaal alleen in de kerk zit en iets tot klinken brengt. Verder geeft ik les aan afgestudeerde organisten en enkele goede amateurs.

Andere activiteiten? Op verzoek van Frits Zwart van het Nederland Muziek Instituut heb ik kortgeleden de manuscripten van de orgelwerken van Julius Röntgen doorgenomen. De keus die we uit deze muziek hebben gemaakt, komt binnenkort op de markt, waaronder drie preludiums en fuga's, een passacaglia en een adagio voor viool en orgel.

Verder ben ik adviseur van de Internationale Orgeldagen Rijnstreek en doe met enkele collega's de voorselectie van de kandidaten van dit concours. Regelmatig componeer ik, zo heb ik in het Nederlands vertaalde gebedsteksten van Augustinus op muziek gezet. Muziek is mijn leven."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 9 mei 2005

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Bijdragen aan eenheid

Bekijk de hele uitgave van maandag 9 mei 2005

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's