Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkelijke doorzettingsmacht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkelijke doorzettingsmacht

Ds. W.G. Sonnenberg: Het zou goed zijn als de classis sterker werd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. W.G. Sonnenberg (65) neemt deze maand afscheid van de Kleopasgemeente in Ede. Hij gaat met emeritaat, om spoedig de pastorie in Veessen, aan de IJssel, te betrekken. In september doet hij er intrede als emeritus predikant doende het werk van een predikant. En verder blijft hij visitator-generaal.

Ds. Sonnenberg vindt het een ‘irritante gedachte’ dat zijn dagen korter worden. ‘Ik houd te veel van het leven.’ Maar van een serieus emeritaat is geen sprake. Veessen komt bij het rijtje Langerak – waar hij in 1976 als predikant begon –, Den Ham, Hoogeveen, Ede, Ermelo en nog eens Ede. ‘Ik ben aarzelend, zeer aarzelend als predikant begonnen, maar door het bezig zijn in het ambt ben ik alleen maar in mijn roeping bevestigd. Het is mooi om de Schrift uit te leggen, om vertrouwen, veel vertrouwen van mensen te krijgen.’ Sinds 2008 is hij als gemeentepredikant voor 50 procent vrijgesteld voor werk als visitator in de landelijke kerk. Momenteel is hij visitator-generaal. Als voorzitter van het college van visitatoren woont hij de vergaderingen van het moderamen van de kerk bij.

Functioneert de visitatie in de kerk?

‘De enquêtes in de regio’s zijn er meestal positief over. Wij zoeken naar verdergaande scholing. Ik ben onder de indruk van de vele goede mensen die dit werk doen. Bij buitengewone visitaties beginnen ze vaak in een hopeloze situatie, waarin anderen zich al verdiept hebben. Er zijn problemen waar niemand meer uitkomt. Dat ze geen macht heeft, brengt de visitatie in een spanningsveld. Het is haar zwakte en tegelijk haar sterkte. Als visitator kun je geen knopen doorhakken, wat je doet is adviezen geven. Maar daardoor blijven we lang gesprekspartner.’

TRAAG

‘Processen in de kerk lopen traag, verziekend traag. Dat hoort bij de juridische zorgvuldigheid die nodig is. Het heeft ook te maken met het feit dat we geen bisschop hebben. De kerk zou gebaat zijn bij meer – wat ik noem – doorzettingsmacht. Het zou goed zijn als de classis sterker werd. In principe heeft de classis veel bevoegdheden, maar deze zouden meer gebruikt moeten worden. In die situatie schrijven visitatoren een rapport, dat de classis implementeert. Dan spreekt een college, geen persoon. Tien à elf predikanten in de Protestantse Kerk worden momenteel jaarlijks losgemaakt van hun gemeente. Anderen zingen het uit tot hun emeritaat. Door de rechtspositie van de predikant kan dat. In principe zijn predikanten niet te veel beschermd, maar sommigen maken wel misbruik van hun positie. Predikanten zijn soms aangeschoten wild. Er zijn er genoeg die met angst ’s maandags hun mailbox openen. Belangrijk is dat we scherp blijven toezien op de toelating tot het predikantschap. De persoonlijkheid is van groot belang voor het vruchtbaar functioneren als voorganger. Vroeger droeg het ambt de persoon, nu draagt de persoon het ambt.’

Welke ontwikkelingen neemt u als visitator waar?

‘Er zijn toenemend spanningen tussen predikant en kerkenraad. Een groot aantal van de buitengewone visitaties gaat daarover. Het is niet zo dat problemen vaker in de Randstad dan op de Veluwe voorkomen. Regionaal zijn er maar beperkte verschillen. In Zwitserland wordt het functioneren van een predikant na zes jaar geëvalueerd, zo vernam ik. Over zo’n gegeven denken we in de kerk na. De houdbaarheidsdatum van een predikant is, zo wordt wel beweerd, na acht jaar verlopen, tenzij je als predikant in een stad zit waar de gemeente sneller verandert dan jij.’

Als het gaat om spanningen in de gemeente, welke houding is dan nodig om deze te voorkomen?

‘Het is van belang dat je als predikant behalve voor eventuele principiële punten ook oog hebt voor de cultuur van de gemeente. Niet alles kan overal. Dit vraagt dus om een houding die het belang van de hele gemeente in het oog houdt. Van kerkenraadsleden vraagt dit dat ze het vermogen hebben om in de middelmatige dingen hun eigen mening te relativeren. Het gaat er niet om dat het maximale van jouw visie wordt gerealiseerd, maar dat de gemeente gebouwd wordt. De gemeente is er langer dan jij en heeft al een hele geschiedenis. Ik denk hierbij aan een woord van Bonhoeffer: ‘Wie zijn droom van een christelijke gemeenschap meer liefheeft dan de christelijke gemeenschap zelf, die wordt tot een verwoester van de samenleving, ook al bedoelt hij het persoonlijk nog zo eerlijk, nog zo serieus, en werkt hij met nog zoveel toewijding.’

KICK

Welke ontwikkelingen ziet u in de kerk?

‘Als we niet oppassen, hebben gemeenten alleen zichzelf op het oog en niet het geheel van de kerk en zijn predikanten elkaars concurrent in plaats van collega. Ik zie dat gemeenteleden veel minder bereid zijn een vermaning te ontvangen. Mensen zijn assertief geworden, ze staan meer op hun rechten en zijn minder dienend. Ik zie ook dat we van een rationeel klimaat zijn terechtgekomen in een vorm van ervaringsdenken. Vroeger was een preek goed als je wat nieuws te horen kreeg, nu als je kick krijgt. Mensen denken veel minder dogmatisch en verlangen meer verhalende preken. De vraag voor de orthodoxie is hoe we de gereformeerde elementen behouden. We moeten een slag maken – en daarmee verliezen we ook iets – om gereformeerde elementen in verhaalvorm terug te krijgen. Ik denk dat we bijbelser moeten preken, dan komt de rest mee. Het is een feit dat de kerkelijke cultuur weg is.’

IK EN GOD

‘Er heeft ook een verschuiving van rechtvaardiging naar heiliging plaatsgevonden. De belovende God staat minder en de gelovige mens meer centraal. Het getob over de toe-eigening was het niet, maar heiliging en het gearriveerd zijn kunnen arrogant worden. Het wordt snel: ik en God. Het ontzag komt minder mee. Ik herinner me de uitspraak van ds. C.B. Holland uit Putten dat het genade is om genade te ontvangen. Dat motief wil ik erin houden. Dat missen we vaak in de kerk, ook in het hervormd-gereformeerde deel. Van de Gereformeerde Bond ben ik een kritische broeder.’

Hoe ziet u tien jaar Protestantse Kerk?

‘Ik ervaar pijn om de afscheiding van 2004, om mensen die ons ontvallen zijn. Daar moet je niet rooskleurig over doen. Het is winst dat het hervormd-gereformeerde deel positief is ingestoken op de Protestantse Kerk. Tegelijk zie je dat in de gemeenten een eilandencultuur is gebleven. Waar is de katholiciteit, waar het denken vanuit het geheel? Op dat punt zag ik graag meer vordering. Ook de loyaliteit in de kerk is een probleem. In de synode is wel een behoorlijke eenheid gegroeid, maar dit orgaan staat vaak ver weg van het grondvlak.’

WIJSHEID ‘Er is veel wijsheid bij de leiding van de kerk. Andere kerken gaan dat ook zien. Ook daar loopt het niet geweldig. Met andere kerkgenootschappen zijn gesprekken, die wijzen op toenadering. De Protestantse Kerk moet hard werken aan de identiteit, maar inhoudelijk zijn de ingrediënten om een mooie kerk te worden aanwezig.’

Hoe ziet u de identiteit van de Protestantse Kerk als scriba dr. A.J. Plaisier aftredend is?

‘Ik wil niet speculeren over de tijd na het vertrek van onze scriba, maar wil dankbaar noemen wat hij tot stand heeft gebracht, zoals de belijdende nota ‘Spreken over God’. Er komen mooie brieven over het ambt.’

Wat heeft de kerk nodig?

‘Ik zie een toenemende vraag naar bijbelse prediking. Dogmatisch preken komt niet meer over, en ook de catechismuspreek heeft het moeilijk. Het is goed om het dogma in de kerk te laten slapen en in de studeerkamer te laten leven. Predikanten moeten moedig aan de slag gaan. Laten jonge predikanten vooral niet angstig zijn. Als je voortdurend kijkt waar de jager zit en dus bang bent voor wat mensen vinden, gaat het fout. Maar als je Bijbel uitlegt, raak je de ziel van de gemeente.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Kerkelijke doorzettingsmacht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's