Spinoza, vrijdenker en fatalist
Een vrijdenker en fatalist of determinist. Dat was de Nederlandse filosoof Baruch Spinoza (1632-1677). In zijn tijd verguisd als dissident en vermeende atheïst, geldt hij nu als icoon van Nederland.
filosofie
De radicale verlichter maakt sinds de vorige eeuw een comeback door vanwege zijn pleidooi voor godsdiensttolerantie en vrijheid van meningsuiting. In zijn tijd werd Spinoza alom aan de schandpaal genageld als een provocerende vrijdenker die de grondslagen van kerk en samenleving in gevaar bracht. De dissident in het Jodendom publiceerde werken op het gebied van filosofie, theologie en politiek die een verlicht en redelijk godsgeloof verwoordden, haaks op wat in de Gereformeerde Kerk en het toenmalige christendom gangbaar was.
Atheïst was hij niet, wel een pantheïst, om hem in een hokje te plaatsen. Hij geloofde dat God en wereld samen één geheel of substantie vormden, ”God of natuur” (”Deus sive natura”), zo luidde een befaamde uitspraak van hem. Spinoza geloofde in de noodzakelijkheid van alles wat gebeurt. Het gehele leven hing van oorzaken aan elkaar, uiteindelijk terug te brengen op God als de eerste en allesbepalende oorzaak, zodat hij kon stellen: „Wij hebben aangetoond dat alle dingen volstrekt van het wilsbesluit van God afhangen.”
Spinoza geloofde niet in de vrije wil of keuzevrijheid, zo stelt dr. Henri Knop, universitair hoofddocent geschiedenis van de wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit, in zijn recent verschenen magistrale studie ”Spinoza. Een paradoxale icoon van Nederland” over de Nederlandse denker. Dat paste niet in het universum waar alles volgens een vaste en wetmatige orde verliep. De mens is geen moreel en zelfstandig subject (onderwerp), hij ‘lijdt’ alleen maar, ondergaat passief de orde van de wereld en zijn eeuwige wet. Geen wonder dat men Spinoza in het kamp van de libertijnen onderbracht. Dezen stelden immers dat alles onderworpen is aan de eeuwige goddelijke orde, zodat er feitelijk geen immorele handelingen zijn. De mens doet het kwade omdat hij, net zoals een vallende steen die door de zwaartekracht voortgedreven wordt, gewoon zijn natuur volgt.
Vanwege zijn determinisme brachten theologen in de gereformeerde traditie Spinoza zelfs in verbinding met de gereformeerde leer van de predestinatie. Alles was immers voorbestemd. Spinoza trok lijnen door van Descartes, die, zo merkt dr. Krop op, zich vanwege de leer van de eeuwige waarheden en oorzakelijkheid van alle bestaan zich beter thuis voelde bij de gomaristen dan bij de arminianen. De Utrechtse theoloog Lambertus van Velthuysen meende zelfs dat de gereformeerde predestinatieleer een logisch gevolg van het cartesianisme was. En de Gereformeerde Bondshoogleraar J. Severijn zag in het begin van de twintigste eeuw verwantschap tussen het spinozisme en de gereformeerde orthodoxie. Leden van de Gereformeerde Kerk bezweken in de achttiende eeuw voor de verleiding van het spinozisme, dat een filosofische variant van de predestinatieleer verkondigde.
Vrijdenker
Spinoza was met zijn deterministisch systeem echter niet bepaald een calvinist. Integendeel, orthodoxe theologen constateerden terecht dat hij de grondslagen van Bijbel en christendom ondergroef. Spinoza was de voorloper van de moderne Bijbelkritiek in zoverre hij de Bijbel niet zag als het Woord van God maar als een bonte reeks van verhalen van mensen over God, een verzameling van mythen die door de rede ontrafeld en bekritiseerd konden worden.
Toch hebben onderzoekers ook gewezen op radicaalprotestantse en spiritualistische achtergronden van Spinoza. Aan de linkerkant van de Reformatie ontstond immers in de zestiende eeuw het doperdom, dat zich liet leiden door een vrije omgang met de Geest. Uiterlijke ceremoniën als sacramenten, prediking en de Bijbel werden als overbodig afgedaan. Ieder mens bezat zélf de Geest van God en was niet afhankelijk van uitwendige autoriteiten. Hier werd uiteindelijk de basis gelegd voor de latere vrijzinnigheid, de radicalisering van het protestantse beginsel om zelf de Bijbel te lezen en zijn geweten te volgen. In plaats van de Geest beriep men zich echter op de menselijke geest of rede.
Zo wijst Krop op parallellen tussen Spinoza en dergelijke spiritualistische denkbeelden. Voor Spinoza telde alleen de rede als autoriteit. Het probleem van calvinisten met zijn systeem was dat de theologie ondergeschikt werd aan de filosofie en de Bijbel overbodig was. Het ging om praktische vroomheid, niet om dogma’s of leerstellingen. De hele Bijbel was feitelijk bedoeld om de mens zo te laten leven dat hij de naaste liefhad, het lijden van het bestaan kon verlichten door bedwinging van de hartstochten en zich voor het welzijn en de vrijheid van de samenleving inzette. Spinoza pleitte voor een minimaal credo, namelijk dat „God bestaat, dat Hij voor allen zorgt, dat Hij almachtig is en dat het de vromen naar Zijn besluit (!) wel gaat.” Terecht zegt Krop dat Spinoza’s idee van de kern van het geloof niet langer christelijk is, omdat Jezus Christus geen fundamentele rol speelt.
Opvallend was dat het accent op praktische vroomheid zelfs parallellie vertoonde met een beweging als het puritanisme. Krop vermeldt dat het niet onmogelijk is dat de puritein William Ames op zoek naar gelijkgezinde radicale geesten eind 1656 Spinoza ontmoet heeft. Hij zegt over Spinoza, die was verworpen door de Joden: „Hij zei dat het lezen van Mozes en de profeten niets voor hem betekende als hij ze slechts uitwendig zou kennen en dat zulks slechts zin had met een inwendige ervaring.”
Theologisch was er uiteraard een grote kloof tussen beide personen, maar wel waren zij één in de overtuiging dat niet de leer maar het leven de doorslag moet geven in het christendom. Spinoza kritiseerde fel de dogmatische geschillen tussen predikanten en was voorstander van een overheid die zich verre hield van theologische discussies en zeker niet geroepen was om over de godsdienst te oordelen en ketterijen te verbieden. Het ging hem om de onaantastbaarheid van het geweten, de vrijheid om te filosoferen (”libertas philosophandi”), los van enig godsdienstig of kerkelijk gezag. Dat was voor hem de enige waarborg voor vrede in de samenleving en geluk onder mensen.
Democratie
Spinoza’s politieke invloed staat buiten kijf, als we zijn (onvoltooid gebleven) ”Staatkundige verhandeling” lezen, nu voor het eerst in het Nederlands vertaald. Spinoza voert hierin een pleidooi voor de waarde van democratie als de stabielste staatsvorm omdat zij het beste past bij de menselijke natuur, die immers gericht is op eigenbelang en zelfhandhaving. Volgens de Brits-Amerikaanse historicus Jonathan Israel, die een voorwoord in het boek schreef, is Spinoza de wegbereider geweest naar het verlicht democratisch republikeins gedachtegoed en heeft hij, radicaler dan andere verlichtingsdenkers, recht, wet en samenleving op een strikt redelijke en niet-religieuze grondslag gebouwd.
Spinoza werd in de negentiende eeuw van verguisd vrijdenker een alom gerespecteerd filosoof. Zijn ster rees niet alleen in de filosofie, maar ook in kerk en theologie. Johannes van Vloten was in de negentiende eeuw de eerste moderne theoloog in Nederland die besefte dat een filosofisch gezuiverd christendom gelijk stond aan het ware humanisme. Hij brak met het christendom en trad uit de kerk, in de twintigste eeuw gevolgd door spinozisten als Willem Meijer en Bierens de Haan. Op basis van deze nieuwe filosofie was een ‘redelijke’ godskennis en religie mogelijk. Spinoza bracht een levensleer voor wie niet meer kon bidden. Vooral na de Tweede Wereldoorlog was er sprake van een rehabilitatie en prijkt tegenwoordig zijn naam op de lijst van de Nederlandse canon.
Moderne profeet
Spinoza heeft vooral bekendheid gekregen dankzij het werk van Jonathan Israel, die in een trilogie over de radicale verlichting Spinoza als de profeet van de moderne tijd en voorloper van het huidige secularisme verheerlijkte. Spinoza was het die de gematigde verlichting overwon en mens en samenleving baseerde op een volstrekt seculiere grondslag. Het feit dat Israels ruim 3000 pagina’s tellende trilogie als een zoet broodje over de toonbank ging, toont volgens Krop aan dat in brede kring onvrede leefde over het modieuze postmodernisme, de westerse zelfkritiek en het goedkope cultuurrelativisme.
Ik denk dat Israel Spinoza te secularistisch interpreteert en daarmee geen recht doet aan Spinoza’s redelijk godsgeloof en diens spreken over een „intellectuele liefde tot God.” (Krop trekt zelfs –volkomen ten onrechte– parallellen met de ”Redelijke Godsdienst” van Wilhelmus a Brakel.) Spinoza was een vroom pantheïst (de Duitse dichter Novalis noemde Spinoza een mens die „dronken van God” was) die eerder geplaatst kan worden in de traditie van vrijdenkers, die weer verwantschap vertoonden met de radicale stromingen van de Reformatie. Wel mag Spinoza, zoals Krop terecht opmerkt, een icoon heten van hedendaagse politieke en maatschappelijke waarden als gelijkheid, democratie, vrijheid en tolerantie.
Het boek van Krop is adembenemend beschreven. De ruim 800 bladzijden lezen als een trein, omdat Spinoza en zijn invloed breed uiteengezet worden in de wijdere context van kerk, cultuur en samenleving. Het boek is niet alleen een studie over Spinoza, maar peilt ook de cultuur- en geestesgeschiedenis door de eeuwen heen. Het spinozisme is de wereldbeschouwing voor de moderne mens, zo concludeert Krop. Het is gestoeld op een „koel realisme” dat mensen illusieloos voegt in „het verband des geheels” (Spinoza). Ideeën zijn nooit neutraal, zo kunnen we opnieuw uit dit boek als les trekken. Wat dat betreft heeft Groen van Prinsterer als geen ander de oorzaken van revolutionaire omwentelingen in de samenleving juist in het denken en de filosofie van de verlichting gezien.
Ook kerk en theologie zijn niet gevrijwaard van Spinoza’s denkbeelden, zo leert dit boek. We noemden Spinoza als voorloper van de moderne Bijbelkritiek. Het gedachtegoed van Spinoza leert de gevaren zien van een deterministische wereldbeschouwing die opvallend verwantschap vertoont met de huidige ontkenning van de vrije wil in de neurologie. Dat de Reformatie een vrijheid bracht in de persoonlijke omgang met Bijbel en God is een schat die zorgvuldig gekoesterd moet worden tegenover on-Bijbels autoriteitsgeloof en vrijzinnige ideeën over God en geloof. Maar tussen vrijheid en vrijdenkerij bestaat letterlijk een hemelsbreed verschil.
Boekgegevens
Spinoza. Een paradoxale icoon van Nederland, Henri Krop; uitg. Prometheus/Bert Bakker, Amsterdam, 2014; ISBN 978 90 3513 871 1; 824 blz.; € 49,95;
Staatkundige verhandeling, Benedictus de Spinoza (vertaling en toelichting Karel d’Huyvetters); uitg. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2014; ISBN 978 90 2842 556 9; 295 blz.; € 24,90.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 2014
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 2014
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's