Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Davids Psalmen in Japanse handen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Davids Psalmen in Japanse handen

Masaaki Suzuki: De God die Bach in zijn werk diende, wil ik ook volgen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Reformatorische Kerk van Japan gaat de 150 Psalmen in het Japans berijmen en op de Geneefse melodieën zingen. De eerste vijftig berijmingen zijn klaar. "Wanneer je met Davids Psalmen bezig bent, versterkt dat tegelijk de band met Bach, die in zijn werk zo vaak woorden uit de Psalmen op muziek heeft gezet", ervaart de Japanse musicus Masaaki Suzuki.

Masaaki Suzuki is gegrepen door het Geneefse Psalter. De in 1954 in Kobe geboren Japanner studeerde van 1978 tot 1983 orgel en klavecimbel aan het Amsterdams Conservatorium bij Piet Kee en Ton Koopman. In die periode trad hij toe tot de Nederlands Gereformeerde Kerken. "De Geneefse melodieën waarop zoveel orgelliteratuur is gecomponeerd en de gemeentezang waarin de Psalmen opklonken, hebben mij heel diep geraakt."

Bij Ton Koopman dronk Suzuki de cantates van Johann Sebastian Bach in. Hij nam deze muziek mee naar zijn geboorteland, waar hij muziekdocent aan de universiteit van Tokio werd en vanaf 1990 het Bach Collegium Japan dirigeert. In 1995 verscheen de eerste cd met de door hem geregisseerde Bach-cantates. Vier jaar later verscheen zijn versie van de Matthäus Passion. Uitvoeringen die zich met die van zijn leermeester Koopman kunnen meten.

Geestelijke noties

Heeft Suzuki een geheim? De Japanse musicus is een beetje verlegen met die vraag. "Het gaat allereerst om de muziek. En daarin is Bach uniek. In de cantates komt de tekst er nog bij. Die is soms fel, scherp en voor sommigen zelfs absurd of volstrekt uit de tijd. Maar als je thuis bent in de Bijbel herken je de geestelijke noties. Die raken mij. Ik vertel daarover voordat ik bijvoorbeeld een Matthäus Passion ga uitvoeren. De God die Bach in zijn werk diende, is dezelfde God die ook ik vandaag wil dienen."

Suzuki wil allereerst musicus zijn, maar ook voluit christen. "Daarin ben ik niet de enige. De mensen van mijn Bach Collegium zijn lang niet allemaal christen. Het zijn gewoon de beste musici van Japan. Als we met Bach bezig gaan, blijken deze mensen geïnteresseerd in de gedachtewereld van het christelijk geloof. Ik besteed voordat we een cantate opnemen een avond aan de uitleg van de tekst en de achtergronden daarvan. Velen kennen de Bijbel niet, maar worden door Bachs vertolking van het Evangelie geraakt. Daar ben ik zeer dankbaar voor."

Reformatorische Kerk

Kort na zijn terugkeer in Japan heeft Masaaki Suzuki zich ingezet voor het zingen van Psalmen in de kerk waartoe hij behoort, de Reformatorische Kerk van Japan. De eerste protestantse kerk in Japan, gesticht in 1872, splitste zich in de eerste helft van de twintigste eeuw in ongeveer dertig verschillende richtingen. Onder druk van de Japanse regering werden de afgescheidenen in 1941 weer samengevoegd tot de Verenigde Kerk van Japan. Kort na de Tweede Wereldoorlog verlieten vele groepen deze kerk. Eén daarvan is de Reformatorische Kerk van Japan, gesticht in 1946, waartoe Suzuki behoort.

Het eerste Japanse protestantse gezangboek zag in 1874 het licht. Het bevatte veel romantiek, vanwege de overgenomen Amerikaanse en Engelse lied eren. In 1954 liet de Verenigde Kerk een nieuw gezangboek het licht zien. Onlangs verscheen een nieuwe uitgave, getiteld "Liedboek 21", waarvan vrijwel alle afgescheidenen gebruikmaken.

Suzuki: "In de Reformatorische Kerk van Japan werd in 1981 een comité voor verbetering van de gemeentezang opgericht. Enkele jaren na mijn terugkeer in Japan heb ik me bij dat comité aangesloten. We waren vastbesloten de Psalmen in het Japans te berijmen. Daarvoor namen we drie dingen als uitgangspunt. De berijming diende een getrouwe weergave van de bijbeltekst te zijn, de Geneefse melodieën uit 1562 zouden worden geadopteerd en de lettergrepen moesten op de noten passen, zodat het oorspronkelijke ritme van melodieën intact zou blijven."

Alfabet

Dit bleek een moeilijk karwei. De Japanse traditionele muziek is zozeer verweven met de Japanse geschiedenis en literatuur dat de psalmmelodieën daar wezensvreemd aan zijn. Een ander probleem is dat de Japanse spreektaal zich mede bedient van hoge en lage tonen. Dit vereist dat ieder woord zijn eigen melodiegang heeft. Bij deze intonatie moesten dus geëigende woorden gevonden worden. Daarnaast bestaat ieder onderdeel van het Japanse alfabet uit een medeklinker en meer klinkers, wat het extra moeilijk maakt om op elke noot een woord te plaatsen. Maar met de nodige compromissen is dit toch gelukt.

In 1988 zijn de eerste vijftien Psalmen vertaald. In 1994 waren 36 Psalmen gereed en in 1996 vijftig. Inmiddels staat de Reformatorische Kerk van Japan op het punt te besluiten alle 150 Psalmen te vertalen en ze als officiële gemeentezang in te voeren.

Hoorgewoonten

Suzuki erkent dat het voor gemeenten die geen organist of musicus in hun midden hebben moeilijk is de melodieën te leren. Velen beklagen zich erover dat de melodieën ouderwets, tragisch en treurig klinken en niet hartverheffend zijn. Suzuki schrijft dat toe aan de "hoorgewoonten." "Een andere klank dan die van het moderne toonsysteem is voor velen in Japan moeilijk om aan te horen. Je kunt dit overwinnen door je in te leven in muziek van de zestiende eeuw, maar helaas waardeert in Japan een minderheid deze composities."

Sinds 1989 vindt er in Japan jaarlijks een "Academie voor reformatorische kerkmuziek" plaats, waarop niet alleen de mogelijkheid geboden wordt kennis te maken met de Psalmen, maar waarin ook concerten met een psalmenprogramma een plaats krijgen. "Zo'n gelegenheid biedt ook de mogelijkheid om je als christen te profileren. Deed Bach dat ook al niet? Het vorig jaar in Leipzig gehouden Bach Festival in Leipzig had als thema: "Herz und Mund und Tat und Leben", de beginwoorden van zijn cantate 147. De woorden die Bach daarop laat volgen hebben voor mij grote betekenis: "muss von Christo Zeugnis geben, dass er Gott und Heiland sei." Wat een getuigenis van die grote Bach. In het uitdragen van dat getuigenis wil ook ik een klein schakeltje zijn."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 9 april 2001

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Davids Psalmen in Japanse handen

Bekijk de hele uitgave van maandag 9 april 2001

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's