Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kunstenaar met oog voor Krijntje en Dirk-oom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kunstenaar met oog voor Krijntje en Dirk-oom

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Katwijks Museum: bij de ingang de trap op, bovenaan een paar stappen naar links, en je staat midden in Katwijks voorgeslacht. Krijntje, Jacob, Dirk-oom en Hille zijn binnen de goudkleurige lijsten in leven gebleven dankzij de treffende portretkunst van Willy Sluiter.

Het is het tijdsbeeld van 1898 tot 1910 dat Sluiter gevangen heeft. In die tijd woont en werkt hij in het vissersdorp en neemt er een grote plek in onder de bevolking. De Katwijkers geven hem tijd en gelegenheid om hen te schilderen terwijl ze schelpen vissen, koffiedrinken of netten boeten. Natuurlijk vinden ze hem ook wel een beetje raar. Te schilderen terwijl zij aan de arbeid zijn. „Zeemansvrouw: Is daer ok nog wat te zien? (...) Zeeman: Mensch, kom vort, dat binne maer plaetjes.” Willy Sluiter schrijft deze woorden zelf bij een pentekening van een Katwijker vissersechtpaar dat voorbij loopt aan een tentoonstelling.

Tentoonstellingen zijn er heel wat in die jaren in het vissersdorp. Katwijk is in het begin van de twintigste eeuw een gewilde plaats voor kunstenaars omdat er altijd de levendige taferelen zijn van het aankomen en vertrekken van de vissersschuiten. Omdat het dorp een eigen haven ontbeert, zijn de vissers aangewezen op bomschuiten. Deze zeeschepen met een platte bodem kunnen tot vlak bij de kustlijn komen om de vangst te lossen. Om het laatste stukje tussen de schuiten en het strand te overbruggen gebruiken de schippers paarden. Dat alles bij elkaar –woeste golven, bezorgde vrouwen, vermoeide vissers en snuivende paarden– vormt genoeg ingrediënten voor een spannend schilderij. Dus staan onder de meest barre weersomstandigheden de schildersezels van Toorop, Bartels, Sluiter en tal van andere kunstenaars tussen de vissersmanden. In 1898 verblijven er zelfs 55 schilders in het dorp.

Wederzijds

De Katwijkers kunnen die schilderijen ”maer plaetjes” noemen, toch zijn ze de kunstenaars ook dank verschuldigd. De schilders maken het zware werk van de Katwijkers wereldkundig, door de verkoop van hun schilderijen tot in Engeland en New York. Ze laten de prachtigste huizen bouwen aan de ”wurf”, wat de Katwijkse bouwbedrijven natuurlijk een flinke impuls geeft. Maar hun belangrijkste verdienste ligt wel in het behoud van het witte kerkje aan de zee. Als de Katwijkers verkoopplannen hebben voor het door de wind geteisterde en vervallen gebouw, steekt de Kunstvereeniging daar een stokje voor. De club die in 1908 door Willy Sluiter is opgericht vindt de kerk beeldbepalend voor Katwijk en strijdt voor behoud van het gebouw.

Het werk van Willy Sluiter dat nu in het Katwijks Museum hangt is niet onder één noemer te vangen. De schilder werkt in verschillende technieken: pastel, aquarel, olieverf en houtskool, maar ook steeds veranderende methoden en thema’s. Alleen z’n handtekening geeft uitsluitsel dat het kunstwerk een echte ”Sluiter” is. Een andere richtingwijzer zou kunnen zijn dat vrijwel elk kunstwerk op z’n eigen manier goed is: juiste verhoudingen, gezichten met karakter, goed op elkaar afgestemde kleuren. Als Sluiter al missers gemaakt heeft, zijn ze niet bewaard gebleven. Een leraar van de kunstacademie in Rotterdam roemt Sluiters ambitie en kunstzin in een brief aan Willy’s vader, notaris in Zwijndrecht. „Ik kan niet anders dan zeer veel goeds van uwen zoon zeggen. Hij heeft voor zijn leeftijd veel aanleg.”

Voordat Sluiter in Katwijk gaat wonen maakt hij een reis door Europa, waarin hij natuurlijk Venetië aandoet, maar zich ook laat inspireren door de werken van grote meesters in buitenlandse musea. Hij maakt er een reisverslag van. Het eindigt met een recept voor goede kunst:

„De brede opvatting van Millet, Michelangelo en Meunier,

De kracht en toon van Rembrandt en Tintoretto,

De eenvoud van Memlinc, Holbein en Van Eyck,

De strenge tekening van Mantegna en Botticelli

En de schildering van Velasques en Frans Hals.”

Misschien dat deze veelzijdige inspiratiebronnen ook het geheim zijn van de veelzijdigheid van Sluiters werk. Hij kan niet kiezen voor één bepaalde stijl en probeert ze daarom allemaal uit.

Vrouwenhanden

Omdat Sluiter aan het eind van de negentiende eeuw al vaak in Katwijk werkt, koopt hij in 1899 een stuk grond aan de boulevard. Als in 1901 zijn huis klaar is neemt hij er zijn intrek in met zijn vrouw Agathe. Later zal hier hun dochtertje Jopie geboren worden.

Het Katwijkse vissersleven krijgt veel aandacht van Sluiter. Een veel voorkomend thema zijn de werkende vrouwen. Ze dragen platte klompen, wijde rokken en fladderende capes. Hun witte mutsen en zwarte omslagdoeken zorgen voor een prachtig contrast. Ze sorteren vis of staan te bieden op een mand schol. Het krachtigst weergegeven zijn hun handen, waarmee ze de zware manden vis door het water naar het strand trekken. Ze zijn groot en rood door het harde werken in het water.

Een ander oeuvre van Sluiter zijn de portretten van bekende Katwijkers. Deze portretten heeft hij vrijwel allemaal in pastel gemaakt, waardoor de tonen heel zacht zijn en de huid haast aaibaar. Krijntje heeft net als haar andere oude buurvrouwen een mummelmondje en rimpeltjes in overvloed. De schilder tekent het allemaal. Niet romantisch, maar realistisch. De gezichten van Aaltje, Krijntje en Antje vertellen iets over het harde leven en de verliezen die elke Katwijkse vrouw van die tijd moet lijden. Het mooie is dat de gezichten als je dichterbij komt aan karakter en realiteit winnen door de verfijnde tekening.

Erfenis

In 1910 verhuist Sluiter naar Laren, waar hij veel portretten maakt van Volendammer vissers. Ook bekwaamt hij zich in het maken van afficheachtige kunst, waarvan het werk ”Koningin Wilhelmina en prinses Juliana aan het strand” een mooi voorbeeld is. In 1916 verhuist Sluiter met zijn gezin naar Den Haag. Hij wordt er voorzitter van de bekende Pulchri Studio, waarvan onder anderen Isaac Israels en Mesdag lid waren geweest. In 1949 overlijdt Willy Sluiter. Hij schenkt Katwijk een prachtige erfenis van kunst die uit het leven gegrepen is.

Het Katwijks Museum heeft met de tentoonstelling over Willy Sluiter goud in huis. De schilderijen horen thuis in dit dorp. De tentoonstelling laat ook zien waar een klein museum groot in kan zijn. Want hoewel dit plaatselijke museum weinig ruimte heeft en voornamelijk bemand wordt door vrijwilligers is dit een tentoonstelling van formaat. Een leuk souvenir is het boek ”Willy Sluiter aan zee”, dat het Katwijks Museum heeft uitgegeven ter gelegenheid van deze tentoonstelling. Alleen al om de mooie afbeelding van Dirk-oom en de typografie op de kaft is dit leuk om te hebben.

”Willy Sluiter aan zee” is tot 11 januari 2014 te zien in het Katwijks Museum. Het museum organiseert in de komende tijd zes rondleidingen door deze tentoonstelling. Aanmelden daarvoor is vereist.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 11 november 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Kunstenaar met oog voor Krijntje en Dirk-oom

Bekijk de hele uitgave van maandag 11 november 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's