Scheidend scriba
„Ik zal voorzeker met u zijn. Die woorden uit Exodus 3:12 had ds. R. W. Mulder „bijna voortdurend bij zich toen hij begin 2011 verkozen werd tot scriba van de synode van de Hersteld Hervormde Kerk. „Ik betrok die tekst op het werk en op de eventuele complexe situaties die me te wachten stonden. Dat deze woorden ook in mijn privésituatie van betekenis zouden worden, had ik nooit kunnen bevroeden.
Na vijf jaar scribaat neemt ds. Mulder morgen afscheid van het moderamen, het dagelijks bestuur, van de synode van de Hersteld Hervormde Kerk (HHK). De predikant hoeft zich na morgen echter niet te vervelen. Hij heeft zitting in het bestuur van het Meldpunt seksueel misbruik in kerkelijke relaties, waarvan de HHK sinds een jaar deel uitmaakt. En het blad Om Sions Wil vroeg hem of hij een boekje wilde schrijven over de doop en het verbond, bedoeld voor doopouders.
Sinds 2007 is ds. Mulder verbonden aan de hersteld hervormde gemeente Leerbroek. In een kleine lichte kamer aan de voorkant van de statige pastorie achter de kerk wil de predikant wel wat vertellen over vijf jaar scribaat, „als het maar functioneel is.”
Tijdens zijn studie theologie leerde ds. Mulder zijn tijd goed in te delen en zaken af te bakenen, vertelt hij. „Dat kwam me als scriba goed van pas. Misschien vond men mij weleens iets té kort van stof, maar ik richt me graag op de hoofdlijnen.”
Lachend: „Ik had voor samenvatten op het vwo ook een hoger cijfer dan voor het schrijven van een opstel.”
Als voorzitter van de classis West werd ds. Mulder in 2010 naar de synode afgevaardigd. Toen hem gevraagd werd of hij op een dubbeltal wilde staan voor de functie van scriba, zei hij ja, met de gedachte dat hij daarna nog de mogelijkheid had om een benoeming in overweging te nemen. „Een poosje later werd me duidelijk gemaakt dat men ervan uitging dat ik een benoeming ook zou aanvaarden. En ik werd gekozen.”
Overviel het werk u?
„In het begin vond ik het best pittig. Ik heb veel gehad aan preses ds. L. W. Ch. Ruijgrok. Hij was scriba voor mij en werd toen voorzitter. We vonden in het werk een goede balans.”
Kort na uw benoeming overleed uw zoontje, 22 maanden oud.
„Dat was op 26 mei 2011, drie maanden na mijn benoeming. Hij was kort ziek, had griep. Toen ik voor hem bad, kreeg ik de woorden die David sprak steeds in gedachten: „Ik zal wel tot hem gaan, maar hij zal tot mij niet wederkomen.” Ik was niet gerust op die woorden, maar schreef ze voor mijzelf af met de gedachte dat ze nog in mijn hoofd zaten, omdat ik ze kort daarvoor gelezen had in een gezin waar een kindje in de moederschoot was overleden en omdat ik ze in een preek over de Dordtse Leerregels een paar keer had geciteerd.
’s Ochtends om halfzes vond ik Rens in zijn bedje. Mijn vrouw had hem een uur daarvoor nog gehoord. Wat hem mankeerde, hebben we niet laten onderzoeken. We hielden hem thuis. Hij stond in deze kamer opgebaard.”
Boden de woorden van David troost?
„Ik heb ons zoontje opgepakt en zei: „Hij is bij de Heere.” Ik zei het als een soort machine. Uit de woorden van David putte ik geen troost, ze waren meer een feitelijke constatering.
Een dag later moest ik aan tafel uit Jeremia 31 lezen. Het hoofdstuk was aan de beurt. Ik begon bij vers 14.” Ds. Mulder pakt zijn Bijbel en begint te lezen: „(...) Er is een stem gehoord in Rama, een klage, een zeer bitter geween; Rachel weent over haar kinderen; (...) Zo zegt de Heere: Bedwing uw stem van geween (...) Er is verwachting voor uw nakomelingen, (...)”
Na een korte stilte: „Bitter, ik vond het zo bitter. Rachel weigerde zich te laten troosten. Dat herkende ik. Maar dan spreekt de Heere: Bedwing uw stem van geween. Hij bestraft én Hij vertroost. Dan weet je altijd dat het van Hem is. „Er is verwachting voor Uw nakomelingen.” Vanuit het verbond van God. Ja, toen heb ik anders gehuild dan daarvoor.”
Kon u uw werk daarna nog doen?
„Even heb ik gedacht dat ik het scribaat moest neerleggen. Ik ben gemeentepredikant, daar ligt mijn eerste roeping. Maar sinds mijn aantreden als scriba bleven de woorden van God tot Mozes in Exodus 3:12 bijna voortdurend bij mij. Als Mozes vraagt „Wie ben ik, dat ik tot Farao zou gaan”, antwoordt de Heere: „Ik zal voorzeker met u zijn.” Toen ik daar voor het eerst bij bepaald werd, wist ik niet dat ik deze woorden ook in mijn privésituatie nodig zou hebben.
Uiteindelijk heb ik maar één preekbeurt hoeven afzeggen. Al het werk kon ik blijven doen. Ik moet erbij zeggen: wel met wat minder energie dan vroeger. Het verlies had ook lichamelijke consequenties. Maar als de Heere die woorden uit Exodus 3 niet had waargemaakt, had ik geen stap meer kunnen zetten.
Nu stop ik wél met het scribaat, omdat mijn termijn erop zit.”
Vijf jaar is best kort.
„Het hadden er zes kunnen zijn, drie keer twee, maar ik ben in een lopende termijn benoemd. De preses maakt volgend jaar zes jaar vol. In de synode blijf ik wel zitting houden in een commissie die, zeg maar, minder moeilijke zaken met betrekking tot wijziging van de kerkorde behandelt.”
Vijf jaar, zes jaar, drie keer twee jaar, is dat niet slecht voor de continuïteit van een moderamen?
„Die termijnen gelden alleen voor de preses en de scriba. Andere moderamenleden mogen zitting hebben zolang zij door de classis naar de synode zijn afgevaardigd.
Maar ik geef toe dat het een risico in zich heeft. Als ds. Ruijgrok volgend jaar na elf jaar uit het moderamen vertrekt –hij was eerst scriba, daarna voorzitter– gaat er veel kennis verloren. We hebben alles prachtig geboekstaafd, maar de nuances bij bepaalde onderwerpen mis je als je zelf niet bij de besluitvorming bent geweest.”
U bent goed thuis in de kerkorde. Houdt u van dit document?
„Ik ben er in thuisgeraakt. En ik houd er van. Mijn exacte achtergrond –ik heb natuurkunde gestudeerd– speelt misschien mee. De kerkorde is een middel met een positief doel. Helaas heeft hij een donkere achtergrond: de zondeval.”
Welk positief doel heeft de kerkorde?
„Doel is de zaken met orde te laten geschieden. De kerkorde is nodig. Je moet hem niet verabsoluteren. Ik zie de kerkorde als een middel om in de gebrokenheid van de zondeval dingen goed te regelen.”
Functioneert de kerkorde altijd goed?
„Mensen kunnen hem gebruiken als wapen om aan te tonen dat bepaalde zaken in een gemeente niet goed geregeld zijn. Je kunt dan de kerkorde verwijten dat hij een splijtzwam is, maar dat is de schuld op de verkeerde plaats neerleggen. De kerkorde voorkomt willekeur.
Mijn stelling is: Wie orde bewaart, zal de zegen van die orde ervaren. De Schrift zegt ook: Laat alle dingen met orde geschieden.”
Is er in uw kerkverband voldoende kennis van de kerkorde?
„Nee, maar daar doen we wat aan. Voor ambtsdragers organiseren we toerustingsavonden over diverse thema’s, onder meer ook over de kerkorde.”
Daar komen vaak de mensen die deze toerusting het minst nodig hebben.
„Eens. Daarom schrijven we ook regelmatig in het kerkblad over procedurele vraagstukken om deze kennis bij kerkenraden tussen de oren te krijgen.”
De HHK gebruikt de kerkorde van 1951, die destijds door hervormd-gereformeerden werd verafschuwd.
„Ik had vroeger het idee dat ‘1951’ iets verfoeilijks was. Er stonden ook zaken in die principieel niet Schriftuurlijk en verwerpelijk waren. Maar qua bestuur en rechtspraak is het een sterke kerkorde.
Sinds ik betrokken ben bij het meldpunt voor seksueel misbruik, zie ik ook de voordelen van deze kerkorde in. In sommige kerkverbanden bestaat eerder het risico dat de slager zijn eigen vlees keurt. Bij ons wordt een klacht tegen een ambtsdrager in behandeling genomen door de regionale commissie voor het opzicht. Die heeft gezonde afstand tot de betrokken partijen.”
Als scriba ben je –met de preses– het gezicht van de kerk. Hoe vond u dat?
„Ik ben daar nooit zo mee bezig geweest. Het werk heb ik zo zorgvuldig mogelijk willen doen. Het kon vast beter, zeg ik er maar meteen bij. In contacten met de buitenwereld koos ik altijd voor een zakelijke insteek. Als ik ergens niet goed van op de hoogte was en de media belden mij, gaf ik geen reactie. Als je dat wel doet, verlies je je in emoties. Dat is niet de bedoeling.”
De synode vergadert achter gesloten deuren. Waarom?
„Dat is in het verleden zo besloten. Ik zeg niet dat het nooit veranderen zal, maar nu zijn pers en publiek niet welkom. Het zorgt voor een open vergadersfeer waarin mensen vrij durven te spreken.”
Heeft u weleens van onderwerpen wakker gelegen?
„Nee, maar ik heb me wel zorgen gemaakt of we elkaar nog wel zouden vasthouden. Bijvoorbeeld rond de discussie over de wijze waarop het beheer van kerkelijke goederen plaatsvindt. Vanwege de gevoeligheid van deze materie waren er zorgen over onderlinge verwijdering.
Nu maak ik me zorgen over de toenemende polarisatie in kerken in Nederland. Ook in de onze.”
Is dat een oordeel van God?
„Daar wil ik voorzichtig mee zijn. Wij leven ook als kerk buiten het paradijs. Dat is al een oordeel op zich. Bij een oordeel denk ik al snel dat er iets bijzonders aan de hand is. Dat weet ik niet. Ik denk liever na over de vraag of wij in de kerk voldoende onze verantwoordelijkheid nemen. Willen we dienen of heersen? Ik heb in mijn functie als scriba, met alle gebrek, geprobeerd te dienen. Met de blik gericht op de grote Dienaar.”
>>rd.nl/kerkbreed
In kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een bepaalde gebeurtenis of ontwikkeling in de breedte van het kerkelijk leven. Vandaag: ds. R. W. Mulder. De predikant uit Leerbroek treedt morgen terug als scriba van het moderamen van de synode van de Hersteld Hervormde Kerk.
Ds. R. W. Mulder
Roelof Willem Mulder werd geboren op 12 mei 1975 in Genemuiden. Hij volgde het vwo op de Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen en ging natuurkunde studeren.
Van 1996 tot 2001 was hij docent natuurkunde aan het Van Lodenstein College in Amersfoort en van 2001 tot 2005 aan de Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen. Van 2001 tot 2007 studeerde Mulder theologie in Kampen, Zwolle, en Utrecht.
Vanaf 2007 is ds. Mulder verbonden aan de hersteld hervormde gemeente Leerbroek. Sinds februari 2011 is hij scriba van het moderamen van de Hersteld Hervormde Kerk. Morgen treedt hij terug.
De predikant is getrouwd. Het echtpaar kreeg zeven kinderen, van wie de één na jongste in mei 2011 overleed.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 2016
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 2016
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's