Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wil je met je hoofd leren, dan moet je bij je voeten beginnen!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wil je met je hoofd leren, dan moet je bij je voeten beginnen!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mevrouw Cathrien van Persie is moeder van een groot gezin en door ervaring met haar kinderen in aanraking gekomen met het belang van motorische ontwikkeling. Eén van de kinderen had problemen met de motorische ontwikkeling. Hier wilde zij meer over weten. Ze heeft zich in het onderwerp verdiept door er veel over te lezen. Later volgde ze de opleiding tot motorisch remedial teacher.

Inmiddels ging ze met kinderen in de praktijk aan de slag en merkte ze dat er kinderen waren die meer nodig hadden dan alleen de Motorische Remedial Teaching (MRT )-lessen. Dus volgde ze diverse cursussen op het gebied van hersenen en leren. Daarbij ging het over problemen die kinderen kunnen hebben als de beide hersenhelften niet goed met elkaar samenwerken, of als informatie niet goed wordt verwerkt in de hersenen. Cathrien van Persie werkt o.a. met kinderen met dyslexie, dyscalculie, ADHD, lees- en schrijfproblemen, kinderen die niet lekker in hun vel zitten en kinderen met nog veel meer soorten van ontwikkelingsbelemmeringen die voor elke leerkracht herkenbaar zijn. Voor deze bijdrage mag ik met haar een MRT -les meelopen.

Start van de les

De kinderen komen het speellokaal binnen en hebben zichtbaar zin om te starten met de les. Ze nemen plaats op de bank en Cathrien gaat op een grote blauwe bal voor de kinderen zitten. De kinderen beginnen de les met een warming-up waarbij ze een balletje in de handen rollen en tegelijkertijd met hun voeten met een rolletje over de grond van voor naar achteren bewegen. Dan volgt een spelletje waarbij de kinderen het lichaamsdeel dat genoemd wordt met beide handen tegelijk moeten aanraken: been, been-borst, borst-hoofd, hoofd-etc. De sfeer tijdens de oefening is goed. De kinderen zeggen tussendoor van alles tegen de juf en lachen veel.

Vliegen

De leerlingen gaan op de grond liggen om te ‘vliegen’. Hierbij liggen ze op hun buik met hun armen en benen los van de grond. Dit houden ze vierentwintig seconden vol (opm. LBV: ik heb dit thuis geprobeerd en geconstateerd dat het niet mee valt!). Dan draaien de kinderen op hun rug en doen ze allerlei oefeningen met hun benen.

Stuiten en tellen

Elk kind krijgt een bal. De opdracht is: ‘Loop en stuit’: loop bij het teken naar een hoepel, kijk welk getal daar in ligt en stuiter zoveel keer met twee handen de bal als het getal in de hoepel aangeeft. Tijdens het stuiteren tellen de kinderen hardop mee. Rekenen en bewegen worden zo aan elkaar gekoppeld.

Ook leren de kinderen spelenderwijs zich te concentreren op hun eigen taak en zich af te sluiten voor achtergrondgeluiden. Ieder kind heeft een ander getal en een ander ritme om te stuiten en te tellen.

Kikker

Ook springen met twee benen wordt geoefend. Over een soort van hinkelbaan moeten de kinderen als een kikker met twee benen tegelijk springen. Daarna spreid-sluit. Dan wordt de afstand tussen de gekleurde pannenkoeken veranderd. Vanaf de zijlijn is goed te zien dat sommige kinderen echt geconcentreerd na moeten denken bij wat ze doen. Kinderen zijn zichtbaar bezig om bewegingen meer automatisch te doen, waarbij de beide hersenhelften goed met elkaar samenwerken. Dit gaat bij sommige kinderen letterlijk met vallen en opstaan. Het is mooi om te zien dat de kinderen elkaar onderling steunen om door te gaan en tegen elkaar zeggen: ‘Proberen is leren!’

Reactie van moeders

Na afloop van de les vraag ik aan twee moeders waarom hun kind aan deze lessen meedoet. ‘Mijn dochter heeft kenmerken van autisme en pdd-nos. De aanleiding dat zij in groep 3 mee ging doen met de lessen was dat ze moeilijk contact kon maken met andere kinderen. Eerst had ik mijn bedenkingen, maar nu zien we duidelijk verbeteringen.’

De andere moeder heeft met meerdere van haar kinderen positieve ervaringen. ‘Bij twee van mijn kinderen ging het om dyslexie, ze vertoonden gefrustreerd gedrag en er was sprake van een lage prikkeldrempel.’ Haar dochter die in deze les meedoet had problemen bij zwemmen, liep vaak tegen dingen aan en viel vaak. Door het volgen van de lessen is er duidelijke vooruitgang.

Uitleg over de les

Na de les legt Cathrien uit dat de oefeningen tot doel hebben om het lichaamsbesef en het evenwicht te vergroten en de samenwerking tussen beide hersenhelften te verbeteren. ‘Wanneer kinderen hun hersenhelften niet goed kunnen gebruiken zie je dat ze letterlijk en figuurlijk uit balans raken. Als een kind onderhands een bal gooit met twee handen, moeten beide handen precies hetzelfde doen, namelijk recht voor het lichaam de bal met gestrekte armen loslaten. Bij veel kinderen zie je dat in dit geval de handen onafhankelijk van elkaar andere bewegingen maken. De beweging is niet symmetrisch. Vaak zien de leerkrachten dit echter niet, zij letten er alleen op dat kinderen een bal kunnen gooien en vangen. Hoe de kinderen dit motorisch doen, ziet de leerkracht niet echt. Kinderen worden in deze tijd vaak al vroeg gestimuleerd om allerlei cognitieve activiteiten te ontwikkelen, terwijl het lichaam daar nog niet aan toe is en het zenuwstelsel nog niet rijp is. Dit kan allerlei vervelende gevolgen hebben voor het kind en het heeft een negatieve invloed op het welbevinden en leren. Wanneer kinderen bijvoorbeeld niet goed kunnen lezen en schrijven, wordt de oplossing vaak gezocht in meer lezen en schrijven oefenen. Hiermee is echter niet de oorzaak opgelost, maar wordt aan symptoombestrijding gedaan.


DRS Magazine vroeg Arie Visser, directeur van de Augustinusschool in Papendrecht, om een reactie op de RMT -lessen.

Hoe is het zo gekomen dat jullie als school tijd en geld willen investeren in moto-rische remedial teaching?

Cathrien huurde bij ons het speellokaal en kwam met de toenmalige IB’er in gesprek over kinderen die overprikkeld zijn. Zij wees op het verband tussen motoriek en leerproblemen. In de loop van de tijd is zij met steeds meer kinderen aan de slag gegaan. Je ziet dat kinderen ervan opknappen. Hun welbevinden en concentratie stijgen. Het mooie vind ik zelf dat er aandacht is voor het totale kind. Het is niet alleen een bewegingsles, maar ook werken aan welbevinden en leerproblemen. De resultaten zijn niet binnen vier weken te zien. Het is geen Haarlemmerolie. Het werken aan bijvoorbeeld dyslexie in de klas door de leerkracht en in de gymzaal bij de MRT -lessen moet elkaar ondersteunen. Ook de ouders dienen er achter staan en actief met het kind aan de slag te gaan. Hoe meer er door de ouders met het kind geoefend wordt, hoe beter de resultaten zijn.

Hoe gaat het in zijn werk?

De werkwijze is als volgt: Kinderen die bij de screening opvallen, komen in aanmerking voor de MRT -lessen. Wanneer de kinderen starten met de lessen worden ze regelmatig getest om de ontwikkeling te meten. De resultaten van de testen worden besproken met de ouders. Daarnaast zijn er wekelijks coachende gesprekken met de ouders die bij de MRT -lessen aanwezig zijn.

Zou u dit elke school adviseren?

Ja, er is een bepaalde categorie kinderen die dit echt nodig heeft! Dat inzicht is bij ons gegroeid. Voor het team en voor de ouders zijn er voorlichtingsmomenten geweest waarin is uitgelegd wat het belang is.

Wat zijn de resultaten?

Bij alle leerlingen die het afgelopen jaar MRT -lessen hebben ontvangen is het evenwicht verbeterd. Bij 85% van de leerlingen is het gelukt hen symmetrisch te krijgen, wat betekent dat er een betere samenwerking is tussen de beide hersenhelften. Het resultaat hiervan is dat kinderen makkelijker kunnen automatiseren, waardoor ze taal en rekenen minder moeilijk vinden. Ongeveer 80% procent van de deelnemende kinderen heeft een beter ruimtelijk inzicht ontwikkeld en kan de schoolse vaardigheden beter aan. De concentratie is verbeterd en alle leerlingen zijn sociaal-emotioneel vooruitgegaan. Zowel de leerresultaten als het welbevinden van de kinderen zijn verbeterd.

Wilt u meer weten over de ontwikkeling van de hersenen, de werking van de hersenen bij schoolse vaardigheden en het werk van Cathrien van Persie, kijk dan op haar website www.mrtpraktijk.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2011

De Reformatorische School | 40 Pagina's

Wil je met je hoofd leren, dan moet je bij je voeten beginnen!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2011

De Reformatorische School | 40 Pagina's