PKN op zoek naar kerk van de toekomst
Of er in 2025 nog een Protestantse Kerk in Nederland (PKN) zal zijn, is voor dr. A. J. Plaisier geen vraag. Maar alleen op de winkel passen, dat kan niet meer. De meerderheid van de leden staat in elk geval open voor verandering.
De leden van de generale synode van de Protestantse Kerk vergaderden gisteren in Lunteren een groot deel van de dag over de toekomst van de kerk. Halverwege de bespreking van de notitie ”Kerk op weg naar 2025” werden de resultaten van een enquête onder kerkleden, die door zo’n 18.000 mensen werd ingevuld, gepresenteerd. Daaruit bleek onder meer dat iets meer dan de helft van de respondenten van de Protestantse Kerk aangeeft open te staan voor verandering in hun plaatselijke kerkgemeenschap. De meeste behoefte is er om vernieuwingen door te voeren in de kerkdienst.
Het omzien naar elkaar (pastoraat) is volgens de overgrote meerderheid van de respondenten (90 procent) de belangrijkste kerntaak van kerk-zijn. Een goede tweede plaats krijgen de kerkdiensten. Volgens 87 procent behoren kerkdiensten tot de kern van kerk-zijn.
Tegelijkertijd zijn het de kerkdiensten waarvoor de meeste behoefte aan veranderingen bestaat. Ongeveer de helft van de mensen die behoefte heeft aan verandering, ziet dat in een vernieuwde invulling van de kerkdiensten. Het is echter ook dit onderwerp waarbij de meeste respondenten van de enquête denken dat het gevoelig ligt binnen hun kerkgemeenschap. Zo’n 39 procent verwacht dat vernieuwing in de opzet van de kerkdienst gevoelig ligt.
Een vernieuwde vorm van de kerkdienst zou voor 37 procent van de mensen die nooit of bijna nooit meer naar de kerk gaan een reden zijn om vaker een kerkdienst te bezoeken. Er is overigens niet gevraagd welke veranderingen kerkleden precies voor ogen hebben.
In de enquête, die tussen 17 februari en 31 maart is gehouden, werden ook diverse scenario’s geschetst die samenhangen met de organisatiestructuur van de Protestantse Kerk. Nu is het bijvoorbeeld alleen mogelijk om lid te worden via doop, belijdenis of als gastlid.
Uit de enquête blijkt dat er behoefte is om na te denken over het aanbieden van alternatieve vormen van betrokkenheid, zodat het voor geïnteresseerden gemakkelijker wordt zich te verbinden aan de Protestantse Kerk. Vooral predikanten (84 procent) zijn hier grote voorstanders van.
Verder blijkt uit de resultaten dat als het erop aankomt qua financiën 63 procent kiest voor het behouden van de predikant in plaats van het kerkgebouw. Als dit scenario verder uitgewerkt wordt, is het denkbaar dat de Protestantse Kerk over een paar jaar ook in huiskamers, scholen en buurthuizen te vinden is.
Classes
In november sprak de generale synode van de Protestantse Kerk voor het eerst over het onderwerp ”De kerk op weg naar 2025”. De notitie die gisteren op de synodetafel lag, is bedoeld als een verkenning waarin scenario’s worden geschetst voor een krimpende kerk die in een organisatievorm zit die op termijn veel te groot is.
Een van de opties is het afschaffen van de classes. Daar bleek gisteren weinig steun voor. Enkele synodeleden gaven aan bang te zijn dat de dienstenorganisatie in Utrecht te veel te zeggen krijgt en dat de afstand tussen kerkgangers en de kerk nog groter wordt.
Een andere mogelijkheid is om een predikant voor een bepaalde tijd –bijvoorbeeld acht jaar– aan een gemeente te binden. Nu is dat doorgaans voor onbepaalde tijd. De reacties binnen de synode liepen uiteen. Ds. M. G. Pettinga (Monnickendam) en ouderling-kerkrentmeester G. Vroegindeweij (Boskoop) zijn bang voor verzakelijking van het beroepingswerk.
Taboe
Wanneer een predikant in principe voor bepaalde tijd aan een gemeente wordt verbonden, dan kan dat volgens prof. dr. Henk de Roest, hoogleraar aan de Protestantse Theologische Universiteit, tot onzekerheid en onveiligheid leiden. „De helft van onze toekomstige predikanten moet nog worden opgeleid. Een termijn stellen leidt tot bestaansonzekerheid. En de vrijheid van het ambt is in het geding. Soms moet een predikant profetisch kunnen spreken.”
Scriba dr. Plaisier: „Er ligt misschien een taboe op om het te zeggen, maar ik ken veel predikanten die hun gemeente graag zouden verlaten maar die dat niet kunnen. Ze zullen zich niet zo snel uitspreken. Je wordt algauw als een loser gezien.”
Een beperkte termijn in een gemeente is volgens de scriba niet in tegenspraak met de roeping als predikant. „Die moeten we niet overromantiseren.”
De generale synode gaat in november verder met de bespreking van ”Kerk op weg naar 2025”. Er ligt dan geen definitief toekomstplan op tafel, maar een notitie met uitgangspunten waarover de landelijke kerkvergadering een besluit moet nemen.
Zie ook pag. 16.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 2015
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 2015
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's