Papendrecht-Parijs vice versa
Organist André de Jager werd vorige maand benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Een beloning bij zijn zilveren jubileum als kerkorganist voor jarenlang hard werken in de muziek.
De Papendrechter is duidelijk verguld met de onderscheiding. Dat hij het zilveren draaginsigne van de kerkrentmeesters van de Protestantse Kerk zou krijgen, had hij een beetje aan zien komen. Maar dat tijdens het jubileumconcert op 16 januari de burgemeester hem zou benoemen tot ridder in de orde van Oranje-Nassau, kwam totaal onverwacht.
Al 25 jaar speelt De Jager in de Papendrechtse Bethlehemkerk de zondagse diensten. Met veel plezier. Hij geniet van het orgel en weet zich kerkelijk goed thuis in de confessionele gemeente. Reden om naar een andere organistenplek uit te zien, heeft hij niet. Hoewel het onlangs wel begon te kriebelen toen in het nabijgelegen Gorinchem de organistenvacature vervuld moest worden. Hij kent het orgel van de Grote Kerk daar goed - hij had er jarenlang improvisatieles van Jan Bonefaas. Toch solliciteerde hij niet. "Je weet niet of je je in zo'n gemeente ook op je plek voelt. En daarbij: ik heb geen papieren. En die willen ze daar wel zien."
Dat is inderdaad wat opvalt op het cv van De Jager: een respectabele lijst van orgelleraars en een -lerares, maar de conservatoriumstudie ontbreekt. "Ooit ben ik daar wel aan begonnen. Jan J. van den Berg heeft me voorbereid voor het staatsexamen in Zwolle. Dat heb ik ook gehaald. Maar ik was inmiddels gaan werken. Daarom ben ik er toen niet mee verdergegaan. Ik hoorde ook van iedereen dat er nooit iemand naar je papieren vraagt. En dat klopt inderdaad. Behalve dan bij benoemingen op grote orgels als in Dordrecht of Gorinchem. Begrijpelijk, hoor. Aan de andere kant: samenzang begeleiden is geen vak op het conservatorium. Dus daar leer je dat niet."
Papieren of niet, De Jager (46) heeft z'n hele leven hard gestudeerd. "Pas een paar jaar geleden heb ik besloten niet meer echt op les te gaan, hooguit nog een masterclass hier of daar."
Dat was dan de afsluiting van jarenlang leerling zijn, wat begon in Emmeloord. Daar zei Feike Asma namelijk tegen Andrés vader dat dat jongetje dat anderhalf uur muisstil naar zijn orgelspel had zitten luisteren -hij was toen 9- maar snel op orgelles moest. Dat gebeurde. Eerst in Emmeloord, later bij een plaatselijke organiste in Papendrecht. Maar deze vrouw zag algauw dat André haar voorbijstreefde. Daarom stuurde ze hem door naar Jan J. van den Berg. "Daar ben ik haar nog altijd dankbaar voor."
Zo kwam het 11-jarige jochie achter de klavieren van het orgel van de Delftse Nieuwe Kerk. "Ik heb er enorm veel geleerd. Heel veel Duitse en Nederlandse literatuur: natuurlijk Bach en Reger. Maar ook Franck en Guilmant. En een beetje Widor."
En juist bij die laatste sloeg de vonk over. Toen hij na tien jaar studie stopte bij Van den Berg, ging De Jager dan ook op eigen houtje verder. Met Widor. Niet zomaar de bekende symfonieën, maar alle tien. De cd's van Ben van Oosten vormden z'n studiewijzer.
Na een poosje ging hij naar Bonefaas in Gorinchem, voor improvisatieles. Maar de Frans-romantische muziek bleef trekken. Daarom kwam De Jager in 1997 bij Ben van Oosten in Den Haag terecht. Met een heel concrete vraag: alle zes de orgelsymfonieën van Vierne wilde hij leren. Dat gebeurde. En het was hard werken. "Je mocht niet naar huis als er in het stuk dat je onder handen had nog een half foutje zat."
In 2003 kreeg de Papendrechter de kans van zijn leven. Hij was op zondagmorgen in de Parijse Saint-Sulpice, waar de tweede organiste speelde: Sophie-Véronique Cauchefer-Choplin. "Fantastisch! Na afloop gingen we naar boven. Ik vroeg of ik misschien les van haar kon krijgen. "Bel me maar", zei ze."
En zo gebeurde het dat De Jager drie jaar lang één keer per twee maanden samen met zijn vrouw naar Parijs reed, voor twee uur les in de Saint-Sulpice. "Op het Cavaillé-Collorgel waar vroeger Charles-Marie Widor en Marcel Dupré speelden."
Dat is wat trekt aan Parijs. "De orgels, de beroemde namen, het onaangetaste orgel van Widor, de bank waarop de meester zélf gezeten heeft..."
Eén moment zal de organist nooit vergeten. "Cauchefer-Choplin had geregeld dat ik bij het graf van Widor mocht kijken. Daar komt nooit iemand. Het is in een onderaardse kerker onder de Saint-Sulpice. Het duurde wel even voordat ik er was: een enorm gangenstelsel. Maar toen stond ik daar ineens voor de kist van de grootmeester. Heel indrukwekkend! Ik begrijp nu ook waarom Marcel Dupré de gehele Symphonie Gothique speelde tijdens de graflegging van Widor..."
De Frans-symfonische muziek heeft De Jagers hart gestolen. Zelfs zo dat hij in die stijl zelf aan het componeren sloeg. Resultaat: vijf complete symfonieën. Het mooiste was toen hij zijn vijfde symfonie, opgedragen aan Cauchefer-Choplin, in de Saint-Sulpice ten gehore bracht. "Prachtig, het geweld van dat orgel in die ruimte. En Cauchefer-Choplin die zelf registreerde."
Inmiddels werkt De Jager nog één dag op kantoor. De rest van zijn tijd is gewijd aan de muziek: componeren voor koor, orkest, orgel; begeleiden van koren, met name Deo Cantemus uit Rotterdam; concerteren in binnen- en buitenland. En studeren. "Ik ben nu met Dupré bezig. Deze keer niet integraal, want er zit heel zware kost tussen die je op een concert niet kunt spelen."
Chorale Impressions
Met zijn cd "Chorale Impressions" legt André de Jager voor het eerst het orgel in de Bethlehemkerk van Papendrecht op de zilveren schijf vast. Het tweeklaviersorgel (23 stemmen) werd in 1976 door orgelmaker Blank gebouwd. Voor het ontwerp baseerde Blank zich op oude orgelbouwprincipes van rond 1750, de zogenaamde historiserende orgelbouw. Medio vorig jaar heeft Van den Heuvel Orgelbouw het instrument een grote onderhoudsbeurt gegeven, zodat het weer klinkt als een klok.
Omdat de cd verschijnt ter gelegenheid van zijn jubileum als kérkorganist, koos André de Jager voor een programma dat ook bij mensen die niet zo vaak een concert bijwonen, goed in het gehoor ligt. Het zijn daarom vooral Nederlandse koraalbewerkingen geworden.
Van Jan Zwart (Psalm 72 en het Gebed des Heeren) en Cornelis de Wolf (Psalm 33) via Wim van der Panne (Psalm 116) en Jan Bonefaas ("O God van hemel, zee en aard") tot Feike Asma ("Komt als kinderen" en "Heugelijke tijding"). Ook van eigen bodem is Hendrik Andriessens "Thema met variaties" uit 1949.
Vanuit Duitsland klinkt Bachs overbekende "Wohl mir, dass ich Jesum habe" (BWV 147) samen met Karg-Elerts symfonische orgelkoraal over "Ach, bleib mit deiner Gnade".
Vreemde eend in de bijt is de Boléro van de Zwitserse organist Lionel Rogg, die als bonustrack is opgenomen; overigens wel een intrigerend stuk!
Van eigen hand speelt De Jager een kort intrada bij Psalm 150 en een grote compositie (bijna achttien minuten) over "Ik wil U minnen, mijne sterkte". De laatste schreef hij als zijn opus 101 speciaal voor het jubileum. In een inleiding/koraal, twaalf variaties en finale laat hij horen hoe hij zondags improviseert: in stijlen van barok tot hedendaags. Waarbij hij de kans heeft om alle kanten van het orgel te laten horen.
De Jager staat duidelijk boven het repertoire dat hij brengt. Hij speelt bevlogen maar verzorgd. Alleen bij het naspel van Asma's "Komt als kinderen" slaat hij ietsjes op hol. Het slippertje bij Van der Panne zij hem vergeven. Het orgel blijkt, ondanks z'n tamelijk geringe omvang, veelzijdig. Grote stukken (Karg-Elert, Bonefaas, Andriessen) kan het prima aan. Ook in de ruimte komt het goed tot z'n recht.
De Jager heeft een mooi, veelkleurig en toegankelijk klankdocument gemaakt van zijn onbekende orgel.
De cd "Chorale Impressions" (AdJ Music 2912) kost ? 16,- en is te bestellen via andredejager.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 februari 2010
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 februari 2010
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's