Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geval Feike Asma

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geval Feike Asma

Gevierde en verguisde organist overleed 25 jaar geleden

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ze konden er lang niet in, 3000 mensen, in de Laurenskerk te Rotterdam, maar ze waren er toch. Ze stonden in de hal, onder de toren, achter het koorhek, ze zaten nog op de trap van de kansel. Feike Asma bespeelde voor het eerst het verguisde Marcussenorgel. We luisterden, met oren op steeltjes. Het was augustus 1974.

De Deense orgelmaker Marcussen had het hoofdorgel voor de Laurens opgeleverd. Het was het grootste orgel ooit in Nederland gemaakt. De groten der aarde kwamen naar Rotterdam. Het internationale forum van toporganisten trad aan. Maar, het viel niet mee, met deze orgelreus in de Laurens. De bovenstemmen waren te scherp. De tongwerken te rauw. De mixturen waren een scheermes gelijk. Het was allemaal wel imposant, maar niet echt mooi. Uiteindelijk moest het hoge woord eruit: in de Laurens stond een kleurloos compromis.

Asma mocht daar niet spelen. Stel je voor. Een kerkorganist in de Laurenskerk, een volksorganist die altijd maar met psalmen en gezangen aan de gang was, een klaviergeselaar in hemds¡mouwen en met bretels, op het paradepaardje van elitair Rotterdam.

Maar Asma kwam, en speelde. Hij had geen enkele liedbewerking op het programma gezet, en dat was nog nooit gebeurd. Op de lessenaar stonden grote werken van Couperin, Bach, Franck, Guilmant, Andriessen, Messiaen. Geen koraalbewerking. Maar die klapten we er na anderhalf uur, in de nagalm van Messiaen, nog met gemak uit: Psalm 146 van Jan Zwart. Een zucht van opluchting waaierde langs de gewelven: toch een koraalbewerking.

Marius Monnikendam was er ook. In een Belgische krant schreef hij: "Het Laurensorgel had nog niemand overtuigd. Totdat de veelomstreden organist Asma zich hier presenteerde, om deze feniks uit zijn as te doen herrijzen. Mochten vorige concertgevers zich verheugen in een opkomst van enkele honderden liefhebbers, voor het concert van Asma hingen de bezoekers als heiligenbeelden aan de pilaren. We hadden te maken met wat men zou kunnen noemen: het geval Feike Asma."

Toen er weer een trein voorbij gedenderd was, dat had je toen nog in Rotterdam, schreef Monnikendam verder: "Voor het eerst kwamen de reeksen van mixturen en vulstemmen met grote mildheid tot klinken. Voor het eerst klonken de tongwerken kernachtig. Voor het eerst werd de hoogbarokke klank ingeperkt tot een weldadige zangrijkheid, die ons in de beste ogenblikken een Notre Dame-orgel van Parijs suggereerde. De schier eindeloze toejuichingen van de menigte schenen zich niet eerder te kunnen ontladen, dan toen Asma als toegift een koraalbewerking van Jan Zwart inzette: Psalm 146. Het koraal werd spontaan door iedereen meegezongen. Het werd als een oceaan van klank door de gewelven gestuwd: Prijs de Heer' met blijde galmen."

Flarden en fragmenten

Als schaduwen uit een ver verleden keren flarden en fragmenten in de herinnering terug: Een concert in de lijdenstijd, in de lutherse kerk in Den Haag; met gesloten zwelkast het koraal: "O Gij, Die onze schuld woudt boeten, door Uwe gadeloze pijn..." Pasen in de Bavo, met "Resurrection" van Dupré, zo groots en meeslepend. Pinksteren 1975. Nijmegen. Met alle registers van het Königorgel open zette Asma in met "Komt zielen deze dag" van Piet Post. Kerst in een stampvolle Bovenkerk, uitlopend in een breeduit gezongen koraal, boordevol religieuze geladenheid: "En gij, mijn ziele, bid Hem aan." Hasselt: hoe hij op het Knolorgel stormenderhand en in machtige galop de hoge d bereikte.

Van Adriaan Engels mocht Asma niet komen in de Grote Kerk te Den Haag. Hij mocht in het strenge Utrecht niet spelen op het orgel van de dom. Sommigen trokken een vies gezicht bij het horen van zijn naam. Anderen maakten vieze opmerkingen als hij speelde.

Drie maanden voor zijn overlijden. Augustus 1984. Ergens in een huiskamer, diep in Amsterdam, vond het laatste interview met Asma plaats. Vol emotie sprak hij over zijn wens nog eens een romantische school te kunnen leiden, over de felle verdeeldheid in orgelland, over concerten die hem hadden aangegrepen. De bandopname ervan is er nog.

Asma was al ernstig ziek. Met zijn vrouw was hij nog eenmaal naar Maassluis gereden. Nog eenmaal naar zijn kerk. "Ik liep, samen met mijn vrouw, langs de kerk. Ik zei: Kom, laten we even binnen gaan kijken. En als je dan binnenkomt, en je ziet dat ding, dat orgel, in al z'n grootsheid, blijf er dan maar eens van af. Die trap, dat viel me wel tegen. Maar toen ik eenmaal boven was, toen ik eenmaal speelde, met alles open, toen viel alles van me af."

Op dinsdag 18 december kwam voor Asma het einde.

Ds. Poort

Op Asma's 70e verjaardag kreeg hij een brief van ds. J. J. Poort. Het einde van die brief was: "Alle roem is uitgesloten. U, hooggeachte heer Asma, u heeft dat vaak gespeeld, prachtig, bezield, doorleefd. Wat overblijft, is dan of Ýk in al mijn preekwerk niet mijn eigen eer zocht, ten koste van Gods eer. De zorg of · dat wellicht ook deed op de orgelbank. De zorg of wij allebei geen zwaar misbruik hebben gemaakt van de door God geleende talenten.

Vriend Asma, hooggeachte prediker in klanken, begrijpt u me? Laten we dan nu verder maar niet spreken. Laten we elk in onze eigen binnenkamer gaan, en met onze zorg onder het oog komen van Hem, Die nooit van ons heeft afgezien.

Deze brief ga ik besluiten. De verjaardagsgroet is voorbij. En ik droom ervan dat u nu naar uw grote orgel gaat in Maassluis. En dat u daar, helemaal alleen, in die donkere kerk, de lampen bij de speeltafel ontsteekt. En u kiest registers, tedere registers, van fluwelen klank, houtfluiten en prestanten, en u preludeert, met alleen de Hoge God als Toehoorder in de hemel, het vervlogen jaar en de toekomst samenvattend in een wonderschoon lied: "Wat vliedt, of bezwijk', getrouw is mijn God, Hij blijft aan mijn zij', in 't wisselend lot; moog 't hart soms ook sidd'ren in 't heetst van de strijd, Zijn liefd' en ontferming, vertroosten m'altijd."

En dan, want de Heere is dat waard, met het volle werk, in alle pracht, en ik wilde wel, in die eenzame avond, met mijn oor tegen de kerkmuur staan, om uw dankzegging te horen: "Dan rijst nog mijn loflied, Zijn goedheid is groot.""

Jan van 't Hul

 


 

"Echte kunstenaar roept weerstand op"

Hij hoorde Feike Asma ooit het symfonische "Resurrection" van Marcel Dupré spelen. "Het ging door merg en been, zo ongelooflijk mooi." Jaap Remmelzwaal gooide in 1978 de knuppel in het hoenderhok door in het puriteinse blad Het Orgel een waarderend artikel over de populaire Maassluise muzikant te schrijven. "Ik vond dat er eindelijk eens recht gedaan moest worden aan Asma."

Remmelzwaal pakt de stukken erbij: kopieën van zijn artikel in Het Orgel van maart 1978 en de felle reacties erop van zijn collega's Hans Kriek en Gerard Verloop. "Ik sta er nog steeds helemaal achter wat ik toen over Asma schreef", zegt de 69-jarige Amersfoorter, destijds secretaris van de Nederlandse Organisten Vereniging (NOV), die Het Orgel uitgeeft.

Een paar maanden voor het bewuste artikel had Remmelzwaal Asma toegesproken tijdens diens jubileumconcert in de Rotterdamse Laurenskerk op 17 december 1977. Ook daar was moed voor nodig. Van de negen gastsprekers was Remmelzwaal de enige die niet uit het Asmakamp kwam. Toch stond hij daar, en hij stak zijn waardering voor de jubilaris niet onder stoelen of banken. Maar hij waarschuwde de 3000 aanwezigen ook: "Een kunstenaar is niet gebaat bij kritiekloze adoratie."

Afkeer

Wat Remmelzwaal toen zei en schreef, daarmee was hij zijn tijd ver vooruit. "Ik had een bijzondere band met Asma", blikt hij terug in zijn Amersfoortse woonkamer, die wordt gedomineerd door een huispijporgel en twee klavecimbels. "Asma heeft mij als jongen, net als zo veel anderen, tot het orgel gebracht. Ik ging met mijn vader mee naar zijn orgelconcerten in de Nieuwe Kerk in Katwijk. Daar heeft Asma mij enthousiast gemaakt."

Toen Remmelzwaal ging studeren, veranderde zijn muzikale smaak. "Ik keerde me volledig van Asma af, onder invloed van het neobarokke tijdperk. Totdat ik ontdekte dat veel organisten in die tijd eigenlijk best wel saai en mechanisch orgel speelden. Elke noot was er, maar er gebeurde niks. Bij Asma wel. Mijn waardering voor hem is toen gegroeid, mede vanwege het feit dat Asma zichzelf ontwikkelde. Zijn spel werd minder wild, verzorgder. Hij zette de grote orgelwerken op z'n programma's, ook die van moderne componisten."

Huisarts

Als Remmelzwaal, al ruim veertig jaar tweede organist van de Amersfoortse Joriskerk, terugdenkt aan Asma, komen vooral diens "grote muzikaliteit en ongelooflijke musiceerdrift" boven. "In juni 1984 hield de NOV haar algemene jaarvergadering in Maassluis. Ik heb er toen op aangedrongen dat Asma, als gastheer, voor ons zou spelen. Dat lag gevoelig binnen het bestuur. Bovendien was Asma ernstig ziek. Maar hij kwam. Zijn huisarts zat naast hem om te kijken of het allemaal goed ging. Asma speelde het eerste Choral van Andriessen en het eerste Choral van Franck. Ik heb daar gepassioneerd naar geluisterd. Bewonderenswaardig zoals hij dat speelde, gezien zijn lichamelijke omstandigheden."

Remmelzwaal uitte in die tijd onbevangen zijn waardering voor Asma. "Ik was niet de enige in NOV-kring die zo over Asma dacht, maar de meesten durfden het niet hardop te zeggen. De verhoudingen waren sterk gepolariseerd. Je was voor of tegen Asma. Een tussenweg bestond er niet. De reacties op mijn artikel in Het Orgel logen er niet om. Gelukkig is dat nu anders. Het hokjesdenken ebt steeds meer weg. Dat wil niet zeggen dat je alles maar goed moet vinden. Ik heb nog steeds niks met organisten die op de windvoorziening spelen en hun orgel laten janken; dat zijn meestal geen toonaangevende organisten. Maar er wordt gelukkig niet meer zo zwart-wit gedacht in de orgelwereld."

Intuïtief

Ruim twintig jaar schreef Remmelzwaal kritische recensies van de orgelconcerten in de Joriskerk voor de Amersfoortse Courant. Elk jaar kwam Asma een keer spelen in de zomerserie. "Ik heb me daar persoonlijk, als lid van de concertcommissie, steeds voor beijverd. Asma was een graag geziene gastorganist. Voor sommige commissieleden omdat hij veel publiek trok en daarmee geld in het laatje bracht, voor mij vanwege zijn muzikale inbreng. Het was bijvoorbeeld interessant om te zien hoe Asma achteraf gelijk kreeg met bepaalde registratiekeuzes. Toen er later meer historisch onderzoek naar dit onderwerp werd gedaan, bleek dat Asma er al die jaren intuïtief niet ver naast had gezeten."

Samen met Piet van Egmond en Klaas Jan Mulder hoorde Asma tot een generatie legendarische organisten, stelt Remmelzwaal. "Zulke figuren hebben we niet meer. Er zijn tegenwoordig zo veel organisten die goed spelen dat het moeilijk is daarbovenuit te steken. Veertig jaar geleden was dat anders."

Verstild

"Een heel gedreven man met een eigen temperament." Zo wil Remmelzwaal de Maassluise muzikant typeren. "Tijdens zijn jubileumconcert in de Laurenskerk begon hij met "Morgenglans der eeuwigheid" van Jan Zwart. Een eenvoudige bewerking, maar uitermate mooi. Ook dat kon Asma spelen als geen ander; zo verstild, met een intense geladenheid."

Het tijdperk-Asma en de beroering die de Maassluise muzikant veroorzaakte, brengen Remmelzwaal tot een opvallende conclusie: "Elke kunstenaar die iets te zeggen heeft, roept weerstand op. Dat is nog steeds zo. Echte kunstenaars moet je kritisch bejegenen. Dat verdienen ze, daardoor kunnen ze zichzelf verder ontwikkelen. Dat was bij Asma ook zo. Hij las de recensies van zijn concerten en probeerde z'n winst te doen met eerlijke, gezonde kritiek. Die waardeerde hij. Ik heb het daar persoonlijk met hem over gehad. Hij speelde mede om die reden graag in Amersfoort."

Evert van Dijkhuizen

refdag.nl/asma voor citaten uit het artikel van Remmelzwaal in Het Orgel van maart 1978 en de reacties daarop.

 


 

Herdenkingsconcert

Vrijdag organiseert de Stichting Vox Humana in de evangelisch-lutherse kerk in Den Haag een herdenkings-concert rond Feike Asma. Peter Eilander en Herman van Vliet spelen samen het programma, waarop werken staan van Asma, Jan Zwart, Mudde, Hõndel, Mendelssohn, Karg-Elert, Guilmant en Grison. Aanvang: 20.15 uur. Toegang: ? 10,- (tot 12 jaar gratis).

stichtingvoxhumana.nl voor meer informatie.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 14 december 2009

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's

Het geval Feike Asma

Bekijk de hele uitgave van maandag 14 december 2009

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's