Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veel behoefte aan opvoedingssteun in CGK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veel behoefte aan opvoedingssteun in CGK

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

KAMPEN. Ouders in de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) hebben veel behoefte aan steun in de (geloofs)opvoeding. Zoveel wordt wel duidelijk uit de uitslag van de enquête van de projectgroep Geloof in het gezin.

De projectgroep is opgezet in opdracht van de generale synode van de CGK in 2013. In de projectgroep werken de beide jeugdbonden CGJO en LCJ, de christelijke gereformeerde mannen- en vrouwenbonden en het deputaatschap kerkjeugd en onderwijs samen.

De helft van de 176 kerkenraden en bijna 500 ouders uit de breedte van de CGK hebben de enquête ingevuld. Het zijn vooral betrokken gemeenteleden die gereageerd hebben. De cijfers geven dus geen totaalbeeld van de mening van alle ouders in de CGK, tekent de projectgroep aan.

Niet alleen ouders, ook kerkenraden hebben veel behoefte aan toerusting. Driekwart van de kerkenraden zegt het huisbezoek al te gebruiken voor opvoedingsondersteuning. In 20 procent van de gemeenten blijkt een opvoedkring actief te zijn.

„Vijfhonderd ouders die gereageerd hebben, dat is een aantal waarvan we droomden”, zegt Margreet van den Berg-van Brenk, projectleider van Geloof in het gezin. „Hier kunnen we wat mee.”

Welke uitkomst heeft u het meest verrast?

„Met je kinderen praten over het geloof springt eruit als hét onderwerp. Je merkt dat dit voor veel ouders een worsteling is. Ik wil het wel, maar hoe doe ik dat? Hoe kan ik een gesprek beginnen over de Heere God? Hier ligt een groot stuk verlegenheid en is een hoop te winnen, denk ik. Als ouders er onderling meer over praten, geeft dat ze al ideeën. Dat soort simpele dingen kunnen al helpen.”

Aan wat voor ideeën denkt u dan?

„Ik heb veel gehad aan ervaringen van andere ouders. Toch ervaar ik het ook nog elke dag als een worsteling. Hoe breng ik de boodschap van zonde en genade over op m’n kinderen? Bij ons is het samen Bijbellezen erg belangrijk hiervoor. Na het lezen doen we de Bijbel niet direct dicht, maar vragen we: Wat staat er nu precies en wat betekent dit voor onszelf? Zo ontstaat er soms vanzelf een gesprek.”

Opvallend is ook dat ouders en kerkenraden veel verwachten van de prediking.

„Dat is een punt dat ik verder moet onderzoeken. Moet er speciaal over opvoeding gepreekt worden? Of gaat het meer om uitstapjes in de preek? Er komt al zo veel op predikanten af. Dan heb je ook nog een groep ouders die om aandacht vraagt. Maar het gaat hier wel over de toekomst van de kerk.”

Zingen springt eruit als onderwerp waarvoor ouders géén toerusting vragen. Terwijl dat traditioneel een belangrijk onderdeel is van de huisgodsdienst.

„Dat viel mij ook op. Ik merk bij veel ouders een angst om hun stem op deze manier te gebruiken. Als je van jongs af aan niet begint, bijvoorbeeld met ”Ik ga slapen, ik ben moe”, wordt het op latere leeftijd steeds moeilijker. Muziek is een terrein waarop satan ook heel actief is, dat moeten we hem niet gunnen. Ook al vragen ouders er niet om, misschien moeten we ze juist op dit punt ook toerusten.”

Vooral betrokken ouders hebben op de enquête gereageerd. Kan de kerk de ‘zorgenouders’ wel bereiken?

„Dat is een punt waar we als projectgroep heel nadrukkelijk bij stilstaan. Er zijn gemeenten met een grote groep randkerkelijken. Ik denk dat het moment van de doop hier van groot belang is. Als je je kind aanmeldt, krijg je van de kerkenraad de vraag: Waarom laat je je kind dopen? Daar moet je dan wel over nadenken.

Mijn advies is om te proberen doopouders bij elkaar te houden als opvoedkring. Die ouders hebben kinderen in dezelfde leeftijd, dat is al een grote gemene deler. Je kunt dan een paar keer per jaar bij elkaar komen en praten over vragen als: Hoe leer ik mijn kind bidden? Wat is een goede kinderbijbel? Hoe ga jij met die kinderbijbel om?”

Wat gaat u doen met de resultaten?

„We zijn bezig met een uitgebreide website. Verder zijn we projectplannen aan het schrijven. Die zijn nog niet goedgekeurd, dus we kunnen nog niets naar buiten brengen. Dat wordt oktober.”

Ook andere kerken zijn bezig met opvoedingsondersteuning. Gaat iedereen voor zichzelf het wiel uitvinden?

„Wij zijn bij iedereen langsgeweest om te inventariseren wat er gebeurt. Er wordt overal hard gewerkt, maar iedereen heeft ook zijn eigen insteek. Het uitwisselen van elkaars materiaal zou ik zeker toejuichen. Plaatselijke gemeenten zijn overigens vrij om te samenwerken met wie ze willen. Ons materiaal is voor iedereen toegankelijk. We zijn niet alleen voor ons eigen clubje bezig, maar proberen het breder dienstbaar te laten zijn.”

>> geloofinhetgezin.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 2015

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Veel behoefte aan opvoedingssteun in CGK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 2015

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's