Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christendom stempelde naastenliefde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christendom stempelde naastenliefde

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zorg dragen voor een ander, dat doen niet alleen christenen. Toch zou de geschiedenis van de naastenliefde in Nederland er zonder het christelijk geloof heel anders hebben uitgezien, zo maakt de tentoonstelling Ik geef om jou! in Museum Catharijneconvent in Utrecht duidelijk.

In een Frans getijdenboek uit 1512 staat een pelikaan, de vleugels wat uitgespreid. Met haar scherpe snavel pikt ze zich in de borst om met haar bloed haar jongen te voeden. Deze daad van liefde verwijst naar Christus, Die aan het kruis Zijn leven gaf om zondaren te redden. Zonder Hem bestaat er geen naastenliefde.

De werken van barmhartigheid, waarover Jezus in Mattheüs 25 spreekt, vormden eeuwenlang de belangrijkste leidraad in de zorg voor de medemens: hongerigen spijzen, dorstigen laven, naakten kleden, vreemdelingen herbergen, zieken verzorgen en gevangenen bezoeken. Een paus in de twaalfde eeuw voegde er nog een zevende aan toe: de doden begraven.

De zeven werken van barmhartigheid vormden een geliefd thema in de kunst. Pieter Brueghel I maakte in 1559 een prent vol mensen die hulp geven en ontvangen. In het midden staat, heel onopvallend, een vrouw: Caritas, de verpersoonlijking van de naastenliefde. Twee kinderen steken hun handen naar haar uit – samen met de vrouw representeren ze de wederkerigheid en de onvoorwaardelijkheid van de liefde. De pelikaan op het hoofd van Caritas maakt duidelijk dat het uiteindelijk gaat om de liefde van God voor de mens. Liefdewerken zijn daar een afspiegeling van.

Broodtafel

Naastenliefde is van alle tijden. Van oudsher konden mensen in tijden van nood een beroep doen op hun naaste familie en buren. Vanaf de elfde eeuw gingen ook kerken en kloosters een belangrijke rol spelen in de zorg aan hulpbehoevenden, en later ook rijke burgers. Zo financierden particulieren de zogenoemde tafels van de Heilige Geest: een altaar in de parochiekerk waar op gezette tijden brood, spek, haring, boter, kleding, turf of andere goederen aan een geselecteerde groep armen werden uitgedeeld. In ruil voor de schenking kregen de donateurs een jaarlijkse memoriedienst voor hun zielenheil.

In de Buurkerk in Utrecht –nu Museum Speelklok– hangt zo’n broodtafel aan de muur. Adriaan Willemsz. van Dashorst bepaalde aan het einde van de zestiende eeuw in een testament dat een deel van zijn nalatenschap ten goede moest komen aan de armen van het St. Eloyengilde. Iedere zondag na de kerkdienst konden twintig hulpbehoevende smeden voor een halve stuiver brood en een halve stuiver geld ophalen. De uitdelingen vonden zonder onderbreking wekelijks plaats, van 1604 tot 1908.

Voedselbank

De hedendaagse variant van de broodtafel is de voedselbank. De overheid zag het vanaf 1900 steeds meer als haar plicht om iedere burger te helpen en zekerheid te bieden. Economische groei maakte sociale wetgeving mogelijk. Toch bleek in de crisisperioden van de jaren tachtig en na de eeuwwisseling de armoede niet helemaal uitgebannen. Het echtpaar Sjaak en Clara Sies richtte in 2002 in Rotterdam de eerste voedselbank van Nederland op, en al snel volgden er meer. Nu zijn het er 149.

Kerken zijn ook bij de hedendaagse voedselbanken betrokken. Soms zijn ze initiatiefnemer, soms bieden ze onderdak aan uitgiftepunten. En net als bij de armentafels formuleren voedselbanken criteria om te bepalen welke armen recht hebben op een pakket en wie niet.

Die selectie is een erfenis van de zestiende eeuw. Was in de middeleeuwen het eigen zielenheil een belangrijk motief om goede werken te doen, het humanisme en daarna het protestantisme legden veel meer nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de mens. Armoede kon een kwestie van eigen schuld zijn: luiheid of roekeloosheid.

„Er kwam onderscheid tussen verwijtbare en niet-verwijtbare armoede”, schrijft Renger de Bruin in het boek ”Ik geef om jou! Naastenliefde door de eeuwen heen”, dat bij de tentoonstelling hoort. „Ouderdom was duidelijk niet verwijtbaar, en veel gasthuizen gingen zich specifiek op ouderen richten.” De verzorging werd betaald uit collecten, overheidssteun en bewonersbijdragen.

Gelukkige wereld

Schilderijen van bewoners van gasthuizen, oudemannenhuizen en weeshuizen tonen een gelukkige wereld. Maar de realiteit was vaak anders. De regels binnen de huizen waren vaak streng en de leefomstandigheden slecht. Wie zich niet aan de gestelde regels hield, kon rekenen op sancties. Het Alkmaarse diaconiehuis bezat een aantal flinke beenblokken waaraan overtreders werden vastgeketend.

Een kritische prent toont de uitvoering van een lijfstraf in het Groene Weeshuis in Groningen, ergens vóór 1773. Op de achterzijde staat genoteerd dat predikant Petrus Abresch (1736-1812), die de opdracht tot de strafvoltrekking op het blote achterwerk gaf, gezegd zou hebben: „Die plaats is nog niet rood genoeg.”

De tentoonstelling ”Ik geef om jou! Naastenliefde door de eeuwen heen” is tot 1 maart te zien in Museum Catharijneconvent in Utrecht. Het bijbehorende boek (uitg. Wbooks, Zwolle) kost € 19,95. >>catharijneconve nt.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 september 2014

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Christendom stempelde naastenliefde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 september 2014

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's