Kerkedagen steeds meer in de ban van het neo-marxisme
Nabeschouwing Dortmund en Düsseldorf
Het RD heeft meer over de „Kirchentag" in Düsseldorf bericht dan alle Duitse kranten, behalve de Düsseldorfer, en Rijnlandse plaatselijke kranten en streekbladen en kerkelijke pers in Duitsland. Dat is op zich zelf een verheugend teken van echt medeleven in Nederland, waarvoor ik als Duitse theoloog en predikant, die nauw met het „lieve landje'' verbonden is, erg dankbaar ben. Het RD had al heel goed ook over de „Gemeindetag unter dem Wort" van de belijdenisbeweging „Kein anderes Evangelium" gerapporteerd, die op Hemelvaartsdag in de Westfalenhal te Dortmund, de grootste hal van Europa, werd gehouden. Met ca. 25.000 mensen (waarvan een derde onder de 30 was) was deze hal overvol. Dit was het kerkelijk en theologisch „contrapunt" (J. S. Bach) van Düsseldorf. Zo heeft de Duitse pers het ook gezien, de wereldlijke meer nog dan de kerkelijke.
Wat de officiële kerk (vele dominees vooral, maar ook gemeenteleden, en helaas ook de min of meer nog „rechtzinnige" kerkleiders van de landskerken) - ook na. Düsseldorf - nog altijd niet wil zien, heeft de wereld (zoals vaak) al veel beter herkend: De „Kirchentag" heeft in de laatste acht tot tien jaar meer dan vele andere gingen aan het licht gebracht, dat er een diepe breuk door de Evangelische (en gedeeltelijk ook door de Roomse) christenheid in Duitsland (en in de wereld veelal!) gaat. Dit is te danken aan de geloofscrisis, die door de existentialistische theologie (van Bultmann c.s.) in de jaren 50 en volgen de door de neomarxistische theologie (H. Gollwitzer, J. Woltmann, W. Pannenberg, D. Slle e.a.) sinds 1960 ongeveer ingang heeft gevonden en die meer en méér op een schisma dreigt uit te lopen.
Neö-marxisme
Aan de ene kant staat de Christus en Zijn Woord alleen belijdende gemeente met haar aan het Evangelie getrouwe ambtsdragers (en dat zijn er Gode zij dank - ook in Duitsland nog velen en niet alleen ouderen) en aan de andere kant de theologen en predikanten van de ..nieuwe tijd". Deze laatsten staan welwillend tegenover een nieuw humanisme en het neo-marxisme en zij willen dat, ten dele, koppelen aan het Bijbelse Evangelie, zoals de „Duitse Christenen" van het Derde Rijk de Nazi-ideologie vermengden met de leer der kerk. En dat laatste gebeurt zelfs door theologen en predikanten, die destijds hard tegen Hitler hebben gestreden, zoals Martin Niemöller en Helmuth Gollwitzer. Deze conferentie binnen de kerk is ook de Kirchentage binnengedrongen, vooral sinds Keulen 1965, waar mevrouw Sölle haar eerste felle aanval op de kerk deed. De grote Kirchentage van 1949 tot 1965 hadden een geweldige opkomst van het kerkvolk in Duitsland (uit West-Duitsland en gedeeltelijk uit Oost-Duitsland twee keer in Berlijn en één keer zelfs in Leipzig!), dat na de diepe val van het Duitse volk en na de verschrikkingen van de Nazitijd en de oorlog, en de nieuwe druk van het communisme in het Oosten, troost en versterking zocht in het geloof en dit vond op deze echte Kerkedag.
Belijdende Kerk
Vooral bekend waren de grote „Bibelarbeiten" (Schriftmeditaties) van de Zwitserse predikant Walter Lüthi, Karl Hartenstein, de zendingsman Van Bazel en de, helaas te vroeg, overleden prelaat van Stuttgart en anderen, die ook de basis vormden voor de ,,werkgroepen" over de problemen van kerk en wereld in onze tijd. Zó was het onder de leiding van mannen der belijdende kerk zoals de Pommerense Lutherse „leek" Reinold von Thadden, en zijn jongere vriend, de studentenpredikant en hervormde theoloog Heinrich Giesen uit het Nederrijnse, dé vaderen van de Duitse Kirchentag. Maar dit werd anders onder de leiding van Richard von Weizsacker (kleinzoon van een groot theoloog van Tubingen, nu prominent CDU-politicus in Bonn) en de publicist van theologische werken H. H. Walz. De „moderne" theologie van alle schakeringen drong onder hun toezicht meer en meer de Kerkedag binnen en dit werd nu nog erger onder de nieuwe leiding van Dr. H. Zahrnt, een theoloog die vreemd staat tegenover het werk in de gemeente want hij is nooit dominee geweest en behoort niet tot de Belijdende Kerk. Zahrnt is een (zij het dan ook enigszins zelfstandige) leerling van prof. Bultmann in Wartburg. Hij voltooide het „pluralisme" van de Kerkedag, dat sinds Keulen-'65 binnendrong, in samenwerking met zgn. basisgroepen, die haast alle tot de zgn. „progressieven" behoren.
Wereldervaring
Voor hem, is - zo schrijft hij in het voorbereidingsboekje voor Düsseldorf in strijd met de belijdenis van de Belijdende Kerk van Barmen 1934, God niet alleen te kennen door Zijn Woord, maar meer „in het brood", d.w.z. „in de werkelijkheid", Hij zegt: „Wereldervaring is Godservaring en Godservaring is wereldervaring". Daarom kon hij ook marxisten en atheïsten uitnodigen op de „Kirchentag" te komen spreken! Dit kon de „Belijdenisbeweging" - die in Stuttgart 1969 in de „Streit um Jesus" (gevecht om Jezus) nog eens had meegedaan, zij het ook met bezwaren die door het ontstellend verloop van deze kerkelijke strijd ook ten volle bevestigd werden - geenszins aanvaarden. Daarom zei zij volstrekt „Neen" tegen deze „Kirchentag", die geen dag van de Kerk meer kon zijn, en riep de gelovigen op naar de „Gemeindetag" in Dortmund. Deze werd verrassend druk bezocht wat een bewijs was voor het feit, dat de belijdende gemeente teleurgesteld was in de Kirchentag, die langzamerhand op een „kerkelijke kermis" uitliep. Zo was het helaas inderdaad ook in Düsseldorf. „De Ster van de Kirchentag" (zo schrijft de liberale „Weser-Kurier" uit Bremen) was Dr. Dorothee Sölle, de bekende schrijfster van de „God is dood"-theologie. Voor haar is ook Christus eigenlijk dood, want Hij is voor haar alleen een sociale revolutionair die de machtigen van de maatschappij ten prooi viel. Wij moeten Hem nu opwekken (!) om Zijn visie van een menselijke samenleving te vervullen met onze kracht. Zo redeneerde zij dan ook in haar sterk emotionele en uitdagende rede in Düsseldorf en ze sprak zich openlijk uit voor het socialisme (is marxisme) en predikte een „hetze", eenzijdig tegen de Vietnam-politiek van Nixon, terwijl zij de door hem bereikte (gedeeltelijke) wapenstilstand buiten beschouwing liet, omdat die niet aan haar pro-communistische gevoelens voldeed. Zij vond natuurlijk daverende bijval van de bij haar lezing vooral aanwezige revolutionaire jeugd (studenten). Naar haar co-referent, de meer Bijbels georiënteerde prof. Helmuth Thielicke uit Hamburg, luisterde een deel van deze fanatieke jongens en meisjes „überhaupt" niet, en de rest floot hem uit. Zij eisten ook van de kerkleiding, dat „dsze dame" (zoals K. Barth, die haar theologie een „platvoet"-theologie noemde, haar betitelde) ook op de volgende Kerkedag in Frankfort zoü spreken. Haar „theologie" zet het Evangelie van Gods Werk voor ons in Christus totaal op de kop en is een verloochening van het zoenoffer van Christus én van Zijn mensen vernieuwende en dood, wereld en duivel overwinnende opstanding.
Vaderbeeld
Wal heeft dr. Zahrnt daartegen in te brengen. Hij probeert de laatste tijd wel - omdat hij met andere het vlakke en steriele van het politieke en sociale moralisme in de tlüeologie van mevr. Stölle en de andere „chrlstomarxisten" erkent - weer de „religie" in het spel te brengen.
Maar dit is niet die van het openbaringsgeloof op grond van Gods Woord, doch een religie van de God zoekende mens, die door Jezus van Nazareth en Zijn „Vaderbeeld" van God geleid wordt tot een nieuw „Godsbegrip". Maar dit is niets andens dan het oude liberale Jezus- en Godsbeeld (ten dele in nieuwe begrippen), dit is de ,,kleine Jezus" (Zahrnt in zijn boek „Gott kann nicht sterben"), die niet Gods eniggeboren Zoon is, maar die wij (!) maar „zo noemen" (aldus Zahrnt in Düsseldorf!); de ,,ware mens", maar niet de ware God! Deze Jezus, die niet de Christus is. kan niet van zonde en dood en duisternis verlossen; Zijn Vader is de „lieve God" van de Verlichting, die reeds in de eerste wereldoorlog met al zijn verschrikkingen en dan nog eens door de ontzettende gebeurtenissen van de Hitlertijd in de tweede wereldoorlog overleden is. Maar het is niet de levende God van de Bijbel, die ondanks alles de wereld regeert, door Chritus verzoent en voleindigt. Van deze „nieuwe" protestantse religie zal zich ons volk en vooral de onrustige jeugd niets aantrekken, maar veeleer liever bij de revolutionaire marxisten of bij de Mammon van het „Wirtsschaftswunder" blijven.
Karikatuur
En toch vragen de mensen in onze dagen opnieuw naar en zoeken ze echte godsdienst en liturgische (en niet maar naar „politieke") godsdienstoefenlngen. Daarom werd de werkgroep over ,,Kerkdiensthervorming" verrassend goed bezocht. Maar wat zij dan volgens het programma van dr. Zahrnt c.s. in de "Liturgische Nacht" mochten of moesten beleven, was een karikatuur, ja een aanfluiting van iedere christelijke, laat staan evangelische óf Lutherse óf Gereformeerde kerkdienst). Daar was niets van zijn verkondiging en het Christus-Evangelie en geen lof van Zijn heilige en barmhartige Naam. Daar lagen vrijende jongens en meisjes op luchtbedden om brood en wijn (!) „met elkaar te eten", terwijl een progressieve roomse pastoor Joh. 6 las, om dan als in Exodus 32 vers 8, (bijna letterlijk!) in reidansen met pop-muziek te dansen en te spelen, die zeker niet de reidansen van de engelen waren.
Het „Deutsche Allgemeine Sonntagsblatt", waarvan dr. Zahrnt de chefredacteur is en dat financieel sterk gesteund wordt door de officiële kerk (uitgegeven door de Lutherse emeritus bischop H. Lilje!) schreef zonder schroom onder de titel „Gottes rauschende Beat-Ballnacht", dat „christenen ook eens een heidense pret nodig hadden". En dat was het dan ook. Erger konden meneer Zahrnt en de Zijnen zijn „Kirchentag" niet compromitteren in de ogen van alle christenen en zelfs van de wereld, die dit niet eens meer als echt christelijk kon aanvaarden en er meer dan waardering voor had.
Opnieuw kiezen!
Als dit de „nieuwe protestantse kerkdienst" zou worden, dan moeten wij opnieuw, en nog veel meer beslist dan in de Reformatie, kiezen tussen de Heere, de God Israels, en Baal (de sex-god!), tussen Christus en Belial. Een derde weg bestaat niet. De grens tussen de kerk en de niet-meer-kerk is juist door deze „beat-mis" bijzonder duidelijk geworden. De Duitse kerk, vooral de kerkleiders, die toch altijd nog beweren „bijbels en reformatorisch" te zijn, en iedere christen in Duitsland moet erkennen dat wij nu hier (en ik denk ook aan Nederland en kerken elders op de wereld) voor de keuze staan, die geloofsgehoorzaamheid aan het Eerste Gebod óf ongehoorzaamheid, leven óf dood, betekent.
________________________________________________________________
De auteur van nevenstaand artikel, dr. Heinrich J. J. Th. Quistorp uit Bremen, is in 1911 geboren uit een oud Luthers theologengeslacht. Hij groeide op in de Reformierte gemeente van Rheydt, behorend tot de Evangelische Kerk in het Rijnland. Vanaf 1930 studeerde Quistorp rechten en theologie, onder meer van 1933 tot 1935 bij Karl Barth in Bonn. Hij bekleedde in de Hitlertijd illegaal een victariaat en was tot 1945 predikant in de Belijdende Kerk. Ondertussen had hij van 1936 tot 1939 in Utrecht in Utrecht gestudeerd en hij promoveerde op 8 mei 1940 aan de Martin Luther Universiteit van Halle en Wittenberg tot doctor in de Godgeleerdheid met een dissertatie over Calvijns eschatologie (leer der laatste dingen). Dr. Quistorp is na de oorlog in verschillende plattelands- en stadsgemeenten van Rijnland-Westfalen als predikant werkzaam geweest, laatstelijk in de Retormierte gemeente te Minden aan de Wezer. Om gezondheidsredenen werd hem vervroegd emeritaat verleend. In het jaar 1968-1969 studeerde hij opnieuw in Utrecht, hoofdzakelijk bij prof. dr. A. A. van Ruler. Diens „Credo" vertaalde hij in het Duits, evenals diverse grotere theologische werken, o.a. van dr. J. Koopmans, dr. De Ridder, prof. dr. W. F. Dankbaar (Calvijn, zijn weg en zijn werk), prof. dr. H. Berkhof en prof. dr. G. C. van Niftrik. Sinds 1965 is dr. Quistorp actief in de Belijdenisbeweging Geen ander Evangelie, vooral in het Theologisch Convent. De auteur is mede-opsteller van de Verklaring van Frankfort (met Peter Beyerhaus e.a.) over de crisis in de zendings-grondslagen. Hij onderhoudt nog immer vele contacten met ons land.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 31 juli 1973
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 31 juli 1973
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's