Verder na ”Grace and Truth”
Meer dan tien jaar lang bracht het –interkerkelijke– Isaac da Costa Fonds geld bijeen voor zijn belangrijkste project: de bouw van een nieuwe kerk voor de Messiasbelijdende Grace and Truthgemeente in Israël. Recent kwam het complex, in Kanot, gereed. Hoe ziet het fonds zijn toekomst? „We willen minder gaan investeren in stenen; meer in de verkondiging zelf.
Meer dan eens waren er in de achterliggende jaren momenten van moedeloosheid, zegt ds. A. A. Egas, tweede voorzitter van het Da Costa Fonds. „De kosten van de nieuwbouw liepen steeds verder op, en de weerstand van orthodox-Joodse zijde was –en is nog steeds– groot. Op een gegeven moment zei een aantal zakenlieden dat ons adviseerde bij de afbouw zelfs: Stop maar, we zien hier geen heil meer in.
Toch hebben we gemeend verder te moeten gaan”, aldus de predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Nieuwkoop. „Het te moeten wagen. Voor ons is dat een geloofsbeslissing geweest. En: de Heere heeft vensteren in de hemel gegeven.”
„De Heere heeft een geopende deur gegeven”, zegt ook bestuurslid ds. J. W. Verweij, emeritus predikant binnen de Gereformeerde Gemeenten.
Een afvaardiging van zes personen is op deze najaarsochtend naar Woerden gekomen om wat door te praten over de plannen van het Da Costa Fonds „na Grace and Truth.” Behalve ds. Egas en ds. Verweij schuiven J. J. de Jong (adviseur), G. J. Roukens (zakelijk adviseur), ds. David Zadok (voorganger van de Grace and Truthgemeente) en Yulia Zeltkov (verantwoordelijk voor de commerciële ‘tak’ van de gemeente) aan, in een van de vergaderruimtes van het Centraal Bureau van de Gereformeerde Gemeenten.
Niet overwogen om het Isaac da Costa Fonds nu op te heffen?
Ds. Egas: „Natuurlijk hebben we onszelf best weleens de vraag gesteld hoe verder, nu de kerkbouw is afgerond. Maar er ligt nog zo veel werk. Waarbij liefde voor Israël ons drijft. Het is onze opdracht, onze roeping om Israël tot jaloersheid te verwekken.”
De Jong: „De afgelopen jaren hebben we als Da Costafonds ook een groot netwerk in Israël opgebouwd. Het zou jammer zijn als daar een einde aan kwam. Overigens is de afronding van de kerkbouw voor mij wel aanleiding geweest om te stoppen als bestuurslid van het Da Costa Fonds. Ik ben algemeen secretaris van het deputaatschap Israël van de Gereformeerde Gemeenten, en ik merkte wel eens dat dat verwarring gaf. Dit was een natuurlijk moment om te stoppen, al blijf ik wel als adviseur betrokken.”
Kritiek op de nieuwe kerk van Grace and Truth klonk er door de jaren heen ook wel. Ten aanzien van de omvang bijvoorbeeld.
Ds. Egas: „We hebben ons die kritiek aangetrokken. Aan de andere kant heeft ds. Baruch Maoz, de vorige predikant van Grace and Truth, er altijd op gewezen dat er van dit nieuwe kerkgebouw een symboolwerking uitgaat. Het is de eerste Joods-christelijke kerk op Israëlisch grondgebied. Daar komt bij dat het gebouw meer is dan alleen een kerk. De bijgebouwen zullen bijvoorbeeld gaan fungeren als ruimtes voor ontmoeting, seminars, trainingen, een boekwinkel.” Wijzend naar Yulia Zeltkov: „Yulia is, als manager, verantwoordelijk voor de exploitatie van een en ander. Om op die manier ook inkomsten te genereren.”
Tienduizenden euro’s gingen er de afgelopen jaren naar de nieuwe kerk in Kanot. Dat is nu voorbij?
Ds. Egas: „Op dit moment zijn we ons aan het bezinnen op de vraag waar de komende jaren onze taak ligt. In elk geval willen we minder gaan investeren in stenen, meer in de verkondiging. Al blijft de band met Grace and Truth zeker – we voelen ons hartelijk met ds. Zadok en zijn gemeente verbonden. Bij de exploitatie van het kerkgebouw blijven we betrokken, en ook bij, om maar wat te noemen, het jaarlijks met Poerim versturen van geschenkdozen aan Israëlische soldaten.”
Ds. Zadok: „Onlangs hebben we weer 205 pakketten verstuurd, met in ieder pakket ook een Bijbel.”
Ds. Egas: „Maar we zullen ons ook op nieuwe projecten gaan richten. Recent heeft ons werk in dat opzicht een toch wel bijzondere wending gekregen. In de stad Tel Aviv is momenteel een drietal Joods-christelijke studenten bezig de kiem te leggen voor een huisgemeente. Op een laagdrempelige manier willen zij andere studenten in contact brengen met het Evangelie. Inmiddels kon er met steun van het Da Costa Fonds een appartement worden gehuurd, vlak bij de universiteit, dat nu wordt ingericht. En onze hoop, ons gebed is dat daaruit op termijn een gemeente ontstaat, met wellicht ook een eigen voorganger.”
Het project bevindt zich overigens nog maar in de startfase. „Het is nog heel pril. En we hébben gedacht aan een voorganger vanuit Nederland, maar hebben die gedachte ook al snel weer laten varen. Het mooiste zou zijn als een voorganger uit het volk van de Joden zelf onder de studenten in Tel Aviv kon gaan werken. Wat veel mensen niet weten, is dat Tel Aviv een volstrekt seculiere stad is – evenals Israël tot de meest geseculariseerde landen ter wereld behoort. Een tijdje terug was ik zelf in Tel Aviv. Toen we ’s avonds terugkwamen bij de auto, zagen we overal op de parkeerplaats briefjes onder de ruitenwissers met aanbiedingen van prostituees. De homoscene in de stad is enorm. En je hóópt dan dat er door het werk van deze Joods-christelijke studenten, deze tweede generatie Messiasbelijdende Joden, iets van een kentering mag ontstaan. Voor ons is het dus iets van een wolkje als eens mans hand.”
Het project in Tel Aviv is een initiatief –een kerkplanting– van de zogeheten Reformed Pastors Meeting, waarbij behalve ds. Zadok nog vier voorgangers zijn betrokken, alsook Maarten Dekker, die namens het deputaatschap Israël van de Gereformeerde Gemeenten werkzaam is in Nazareth-Illit. Deze „gereformeerde voorgangers” ontmoeten elkaar regelmatig en zijn momenteel bezig een gezamenlijke geloofsbelijdenis op te stellen. Ds. Zadok: „Langzaam maar zeker krijgt de belijdenis vorm. We maken daarbij gebruik van bijvoorbeeld de Westminster Confessie, de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. Daarnaast proberen we er zaken in te verwerken die specifiek zijn voor de Israëlische context. Bijvoorbeeld ten aanzien van de Godheid van Christus, een onderdeel van de leer dat onder Messiasbelijdende Joden bepaald niet onomstreden is. Of de plaats van Israël in de heilsgeschiedenis, Israëls toekomst.”
De Jong: „Of een thema als het judaïsme.”
Ds. Egas: „Wij vinden het heel belangrijk dat deze voorgangers zelf een belijdenis opstellen, die past in hun context. Daarbij kan dankbaar gebruik worden gemaakt van wat er al ligt. Maar Israël is geen Nederland.”
Tegelijk zijn er onderdelen in de Nederlandse belijdenisgeschriften waartegen Messiasbelijdende Joden veelal anders aankijken – de kinderdoop onder meer. Hoe gaat u daarmee om?
Ds. Egas: „Dit blijven heel moeilijke vraagstukken. We verdragen elkaar in liefde.”
Ds. Verweij: „Maar we praten er wel over met elkaar.”
Ds. Zadok: „Dit zijn ook de onderdelen die het moeilijk maken om tot een gezamenlijke belijdenis te komen. Al denk ik dat ik waar het gaat om de kinderdoop naar aanleiding van een recent interview wat ben misverstaan. Wij zijn gereformeerde baptisten en hebben de volwassendoop. Maar ik verwerp de kinderdoop niet. Mensen die lid willen worden van de Grace and Truthgemeente zijn vaak volwassen Joden, voor wie juist de volwassenendoop voor hen de overgang tot het christelijk geloof markeert. Maar als mensen als kind gedoopt zijn, dan accepteren wij die doop als geldig.
Verder wil ik een onderscheid maken tussen fouten en ketterijen. Iemand die op onderdelen van de leer fouten maakt, moet daarop aangesproken worden; ketterijen moeten worden veroordeeld.”
Is het de bedoeling dat het overleg tussen de Reformed Pastors uitmondt in het ontstaan van een gereformeerd kerkverband?
Ds. Zadok: „Die wens is er.” Hebt u een jaartal in gedachten? 2020?
„Misschien. Misschien ook veel later.” Lachend: „Hoe lang heeft het in Nederland geduurd voordat de Reformatie werkelijk ingang kreeg?”
De Jong: „Eerst de gezamenlijke belijdenis. Die moet het fundament worden.”
Heeft het Da Costa Fonds nog andere plannen voor de toekomst?
Ds. Egas: „In elk geval willen we een aantal diaconale projecten steunen. Verder hebben we contacten met een bejaardentehuis in Noord-Israël. Maar het gaat ons niet zozeer om grote dingen. Vijf broden, twee visjes.”
Ds. Verweij: „Wij hebben het Evangelie van de Joden ontvangen. En door middel van Woord en daad proberen we dat nu aan hen terug te geven.”
Ds. Egas: „En natuurlijk loop je dan tegen verschillen aan. Maar uiteindelijk gaat het toch om die ene Naam, die éne Weg tot behoud, voor heidenen en Joden.”
Ds. Verweij: „Inderdaad, om Christus alleen gaat het. Wat me trouwens trof in de pas verschenen brochure ”Joodse christenen in de branding”, waarin een lezing is opgenomen van ds. Baruch Maoz, is dat hij zegt dat hij in 1967 de eerste Messiasbelijdende Jood was die de gereformeerde belijdenis onderschreef. Ik weet niet of hij gelijk heeft, of dat het een te boude uitspraak is. Maar stel dat het echt zo is: als je dan nu kijkt, dan is er toch veel veranderd.”
Hoe groot is het aantal Messiasbelijdende Joden in Israël inmiddels?
Ds. Zadok: „Het blijft heel lastig te bepalen. Schattingen variëren van 10.000 tot 12.000. Maar ik zie wel dat er grote dingen gebeuren, ook in onze gemeente. Laatst nog, vier nieuwe mensen. En een paar dagen terug: een 16-jarig meisje uit Ethiopië dat tot bekering kwam.”
Ds. Verweij: „En dáár gaat het om. En als we daar als Da Costa Fonds íéts in kunnen betekenen, is dat genoeg.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's