Dr. B. Loonstra: Ds. Van der Kaaij niet geloofwaardig

De christelijke gereformeerde predikant uit Gouda sprak gisteravond in de Haagse Marcuskerk op uitnodiging van de Marcus-Nebogesprekskring. Deze groep, onder leiding van D. Koole, is een gezamenlijk initiatief van de christelijke gereformeerde kerk (cgk) Den Haag-Rijswijk en de protestante gemeente rond de Marcuskerk.

Eigenlijk, zo zei hij vooraf vooraf, vindt dr. Loonstra het gênant om de discussie over de vraag of Jezus een historische persoon was te voeren, omdat het voor hem geen punt van discussie is. Toch heeft hij het boek van ds. E. J. A. van der Kaaij, ”De ongemakkelijke waarheid van het christendom”, aangeschaft en zich erin verdiept, om zo de gelegenheid te krijgen om goed over zijn Heiland te spreken. De kwestie is belangrijk: „Het is niet simpel om je geloof te bewaren als Jezus nooit bestaan zou hebben.”

Dr. Loonstra bestreed de drie argumenten van de hervormde predikant uit Nijkerk. Het eerste is dat het verhaal van Jezus lijkt op een algemene mythe over de stervende en opstaande god. Dr. Loonstra: „De overeenkomst met die mythen is zeer algemeen, terwijl de verschillen juist heel groot zijn. De evangeliën hechten eraan om te laten zien dat Jezus een historische persoon is. Het was voor de evangelisten belangrijk om de herinnering aan Hem te bewaren.”

Als tweede argument noemde ds. Van der Kaaij het buitenbijbelse gebrek aan bewijs over het bestaan van Jezus. Dr. Loonstra zei dat er zeker twee onverdachte getuigen zijn. Flavius Josephus schrijft over „Jakobus, de broer van Jezus, Die Christus werd genoemd.” Dat veronderstelt het bestaan van Jezus dat even historisch is als dat van Jakobus. Verder heeft de Romeinse historicus Tacitus het over „Christus Die op bevel van Pontius Pilatus was geëxecuteerd.”

Als derde bewijsgrond voerde ds. Van der Kaaij aan dat Paulus geen historische Jezus leert. Dr. Loonstra wees op 1 Korinthe 15, waar staat dat Jezus op de derde dag is opgewekt en dat Hij aan veel personen is verschenen. In 1 Korinthe 11 vermeldt Paulus dat het avondmaal was ingesteld door Jezus. In Romeinen 1 schrijft Paulus dat Jezus afstamt van David.

Dr. Loonstra’s slotconclusie was dat de bewering van ds. Van der Kaaij dat de historische Jezus niet echt heeft bestaan, ongeloofwaardig is. Toch wilde hij daarmee niet afsluiten. In een meer persoonlijk getoonzet relaas vertelde hij dat de historische Jezus gewoner was dan een schrijver zomaar zou kunnen bedenken en ook bijzonderder.

Als voorbeelden van het gewone noemde hij Jezus Die oog had voor vogels, vissen en kinderen. Verder toonde Hij zich een echte Jood door de vragen die Hij stelde in de tempel en door het vieren van Pesach. Ook de verzoeking in de woestijn, de behoefte aan rust en Zijn angst tonen Hem als echt mens. Het bijzondere komt tot uiting in het gezaghebbende spreken van Jezus met de geleerden van Zijn tijd. Het blijkt ook uit Zijn standvastigheid: Hij bleef tot het einde liefdevol en doorstond bespottingen en folteringen.

Ds. R. de Reuver, predikant in de Marcuskerk, vroeg zich af wat ds. Van der Kaaij drijft. Dr. Loonstra merkte op dat ds. Van der Kaaij aangaf tot inzichten te zijn gekomen die hij niet voor mogelijk had gehouden en dat het voor hem bevrijdend was om te kunnen stellen dat Jezus niet historisch heeft bestaan. Volgens dr. Loonstra brengt zo’n geloof met zich mee dat Jezus het oordeel niet uitvoert. „Zo kom je terecht bij natuurkrachten, waartegen ook buiten de kerk weinig zal worden ingebracht.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen