Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dagelijks putten uit de Bron

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dagelijks putten uit de Bron

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ze vraagt liever aan iemand wie God voor hem is dan wat voor werk hij doet. Met het voeren van oppervlakkige gesprekken heeft godsdienstpsycholoog dr. Hanneke Schaap-Jonker niet zo veel. Als hoofdredacteur van de Vrouwenbijbel gaat ze onder meer op zoek naar de verbinding tussen Gods Woord en het leven van elke dag.

In de woonkamer van haar vrijstaande huis in Zwolle neemt Hanneke Schaap (38) plaats op de bank. Boven haar prijkt een schilderij met het interieur van een Friese kerk. Aan een andere wand springt het binnenwerk van een historisch bedehuis in Monnickendam in het oog. Het tekent de belangstelling van Hanneke en haar man Klaasjan voor alles wat met de kerk en het geloof te maken heeft.

Met warme gevoelens spreekt de godsdienstpsycholoog over haar jeugd. Samen met zes jongere broers en zussen groeide ze, als kind van ds. A. Jonker, op in hervormde pastorieën. „In Schoonrewoerd, de eerste gemeente van mijn vader, woonden we naast de kerk. Geloof, kerk en God vormden een natuurlijk onderdeel van ons leven.”

Als oudste kind mocht ze later in Stolwijk op zondagavond als enige met haar vader mee naar de kerk. „We liepen hand in hand in het donker door het dorp. Overal zag je mensen naar de kerk gaan. Ik voelde dat er tijdens de dienst intens werd geluisterd. Er waren veel kinderen van God die de psalm na de preek vol overgave meezongen.”

Haar godsbeeld werd mede gestempeld door haar opa, ds. H. Jonker. „Hij legde er veel nadruk op dat God de God is van het verbond, Die werkt in de lijn van de geslachten. Wat hij op de preekstoel zei, lag in het verlengde van hoe hij thuis was. Vorig jaar ben ik nog een keer bij hem naar de kerk geweest, toen hij voorging in de hersteld hervormde gemeente van Genemuiden. Het was precies zoals vroeger, alsof ik twintig jaar terug was in de tijd.”

Als domineeskind ging Schaap niet gebukt onder een glazenhuissyndroom. „Dat heb ik nooit zo ervaren. Het ligt niet in mijn aard om me bezig te houden met wat anderen van mij vinden.” Lachend: „En ik deed ook redelijk normaal.” Haar karakter omschrijft ze na enig nadenken als „zelfstandig, nuchter, zorgzaam, betrokken en trouw.”

Het voortgezet onderwijs doorliep Schaap op het Driestar College in Gouda en de Guido de Brès in Rotterdam. Nadat ze cum laude was geslaagd voor het vwo, begon ze in Leiden de universitaire studies psychologie en godgeleerdheid.

Waarom koos u voor psychologie en theologie?

„Ik wilde psychologie gaan studeren. Mijn vader zei: Heb je ook geen zin om Hebreeuws te doen? Dat vond ik een leuk idee. Die studie –als onderdeel van godgeleerdheid– beviel me zo goed dat ik op beide sporen ben doorgegaan. Ik ben blij dat het zo gelopen is en dat ik ben uitgekomen bij godsdienstpsychologie. Bij dat vak voel ik me thuis.”

Wat spreekt u aan in de godsdienstpsychologie?

„De vragen hoe psychische processen een rol spelen in het geloof en hoe geloof invloed heeft op psychische gezondheid, vind ik interessant. Op dit moment richt ik me daarbij vooral op de psychiatrie. Hoe werkt de gebrokenheid van het bestaan door in de geloofsbeleving en de geloofsworsteling van mensen? Die vraag speelt zich af op een existentieel niveau. Dat heeft mijn hart. Ik houd ervan om de diepte in te gaan. Met koetjes en kalfjes kan ik niet zo goed uit de voeten. Ik stel liever de vraag: „Wie is God voor jou?” dan: „Wat voor werk doe je?” De diepe vragen van het leven zijn te belangrijk om ons te beperken tot oppervlakkig gebabbel.”

Als psycholoog verdiept u zich in mensen die in de knel zitten. Herkent u iets van hen bij uzelf?

„In de knel zitten is niet voorbehouden aan een groep mensen die in behandeling is in de psychiatrie. Iedereen heeft z’n breuken en barsten. We leven niet in het paradijs. Dat ligt achter ons of voor ons, net hoe je het bekijkt. Ik voel me wel bevoorrecht dat ik nooit met heftige crises te maken heb gehad of met zware verliezen. Maar ik besef dat dit zomaar kan gebeuren. Het leven is kwetsbaar. Ik kan volgende week in het ziekenhuis zitten voor mezelf of een van m’n kinderen.”

Wat doet de confrontatie met het lijden van mensen met u?

„Ik heb door allerlei contacten veel verhalen toevertrouwd gekregen van mensen met trauma’s. Dan merk je hoe ontzettend diep het ingrijpt als bijvoorbeeld basale behoeften zoals veiligheid en geliefd worden met voeten zijn getreden. Ik begrijp het niet waarom mensen soms veel moeten meemaken. Dan denk ik: Heere God, moet dit er ook nog bij?

Ik heb mailcontact met een getraumatiseerde vrouw. Het is voor haar soms heel moeilijk om te slapen. Alleen al het gaan liggen kan veel herinneringen aan misbruik oproepen, met de bijbehorende angstige gevoelens. Recent hield dat me sterk bezig. Toen ik zelf bijna naar bed ging, was het alsof God tegen me zei: Laat het maar los, Ik zorg nu wel verder. In Psalm 121 staat: De Heere is je schaduw aan je rechterhand. Hij is dicht bij je, ook in de nacht. Dat heb ik die vrouw, die net daarvoor een dramatische nacht achter de rug had, gemaild, en toen kon ik het loslaten.

De volgende ochtend om halfnegen kreeg ik een mailtje terug: Ik heb lekker geslapen. Dat wil niet zeggen dat ze van haar trauma af is, maar God gaf haar wel een adempauze. Hij is erbij, ook in het lijden, en maakt daarbij soms gebruik van mensen die een ander tot steun zijn. Ik ben veel te beperkt om Hem te begrijpen, maar doorslaggevend is voor mij hoe Hij Zichzelf heeft bekendgemaakt. Hij is volkomen wijs en goed. Hij koestert, zegt Jeremia tegen Israël, gedachten van vrede over ons wil en wil ons een hoopvolle toekomst geven. Zijn gedachten gaan de mijne verre te boven.”

Sinds anderhalf jaar bent u rector van het nieuwe Kennisinstituut christelijke ggz. Wat heeft dat tot nu toe opgeleverd?

„We hebben mooie dingen kunnen doen, zoals het ontwikkelen van een module psychische klachten en christelijk geloof die naast een gewone behandeling kan worden ingezet. In het verlengde daarvan werken we aan modules depressie en geloof en angst en geloof. Ook zijn we bezig met belangrijk onderzoek naar religie en suïcide.”

Wat wilt u over vijf jaar hebben bereikt met het instituut?

„Ik wil graag dat in behandelmethodieken de aandacht voor het geloof nog meer een plek krijgt. Dat is weleens lastig. De ggz heeft te maken met een enorme productiedruk. Behandelingen moeten korter en sneller en zijn meer klachtgericht dan persoonsgericht. Maar juist binnen de christelijke ggz wil je de hele persoon in het oog houden, inclusief zijn relatie tot God.

Ik hoop dat we nog meer onderzoeken kunnen opzetten, waarbij we mensen bijvoorbeeld volgen over een langere periode. En het zou mooi zijn als we meer verbindingen kunnen leggen met de kerken. Ik hoor soms dat mensen zich binnen hun kerk in de kou voelen staan, vergeten worden, zeker als er sprake is van heftige ziektebeelden. Daarom willen we onder anderen ambtsdragers blijven toerusten, zoals met de komende cursus over trauma, rouw en geloof.”

U combineert het ouderschap met een baan en nevenactiviteiten. Hoe slaagt u erin al die ballen in de lucht te houden?

„Een zakelijk antwoord is: door bezigheden af te bakenen en te kijken wat er wanneer aan de beurt is. Als de kinderen naar school zijn, ben ik aan het werk, en als ze thuis zijn ben ik in het gezin. Wezenlijker is: door mezelf dagelijks te voeden bij de Bron, de dag te beginnen met Bijbellezen en gebed. Je kunt alleen goed functioneren wanneer je in afhankelijkheid van God leeft. Het is mijn ervaring dat God geeft wat ik nodig heb, ook als ik aan het begin van de dag weleens denk: Help, hoe moet het? Dan neem ik meer ruimte voor stille tijd. Dat geeft inzicht en rust om dingen te doen. Vorige week las ik bij een vergadering Kolossenzen 3: Alles wat je doet, doe het als voor God. Dat is bepalend.”

Wat zegt u tegen mensen die voor hun gevoel wél vastlopen met allerlei taken en verantwoordelijkheden?

„Zorg dat je dagelijks leeft vanuit de Bron, vanuit de overvloed van God. Het valt me de laatste tijd op hoe vaak er in de Bijbel staat dat er bij Hem overvloed is: overvloed van vreugde en van genade. In m’n eigen leven zie ik genoeg tekorten, dingen die niet goed zijn, maar bij God is overvloed en volmaaktheid. Daarbij is het ook goed om te kijken of je keuzes kunt maken. Zelf ben ik in september gestopt als universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ik zei eerder weleens: Ik heb één man, twee banen en drie kinderen. Die combinatie was niet vol te houden. Ik wilde niet continu meer achter mezelf aan rennen en het gevoel hebben dat mijn kinderen in de marge belandden. Academisch gezien was het geen logische beslissing –aan een universiteit probeer je doorgaans op te klimmen en verder te komen–, maar ik ben er wel blijer van geworden.”

Hoe typeert u uzelf als moeder?

Ze lacht, roept haar man te hulp die aan de eettafel zit te werken. Hij: „Je wilt alles perfect doen, bent bang dat je tekortschiet tegenover de kinderen.” „Ja, dat is waar”, erkent ze meteen. Hij: „Dus je bent altijd bezig. Pas zei je: Ik wil iedereen tijd geven, maar wanneer heb ik tijd voor mezelf?”

Zij: „Ik stel inderdaad het belang van de kinderen voorop, wil er graag voor hen zijn, dingen met hen ondernemen. Het delen van het geloof vind ik eveneens belangrijk. Niet alleen door erover te praten. Ik vraag me ook af: Is het aan mij te zien Wie God is? Als ik de hele dag met een chagrijnig hoofd rondloop, is dat geen weerspiegeling van de blijdschap van het geloof. Daarin voel ik mezelf weleens tekortschieten.”

Uw kinderen groeien op in een tijd van secularisatie. Wat roept dat bij u op?

„Ik wil niet te ver vooruitkijken, maar denk dat het heel bepalend is wat ik nu aan mijn kinderen meegeef. Is ons gezin een plek waar we samen God dienen? Tegelijk besef ik steeds meer dat het de genade van God is die ons bij Zijn Woord bewaart.”

U bent hoofdredacteur van de Vrouwenbijbel, die later dit jaar verschijnt. Wat drijft u daarbij?

„Deze uitgave in de Herziene Statenvertaling wil vrouwen onder meer door korte toelichtingen helpen bij het Bijbellezen en het leggen van een verbinding tussen de Bijbel en hun dagelijks leven, want die gaan hand in hand. Ik wil me daar graag voor inzetten, met het oog op vrouwen die Bijbellezen lastig vinden. Als deze uitgave hen helpt om zich meer toe te eigenen wat ze lezen, is hij wat mij betreft geslaagd. Er zullen ook vrouwen zijn die zeggen: Ik heb er geen behoefte aan. Dat is prima, als je maar leeft uit het Woord van God.”

In welke Bijbelse persoon herkent u zich het meest?

„Misschien wel in Lydia. Zij had ook haar eigen toko, een winkel in purperen stoffen. Zoals zij met anderen ging bidden bij de rivier, zo is de kerk voor mij bepalend in m’n leven met God. Dat Lydia Paulus in huis neemt, laat haar dienstbaarheid zien. Ook dat past bij mij. Ik wil graag anderen van dienst zijn. En God opende het hart van Lydia. In mijn leven heeft Hij eveneens gewerkt en me ontvankelijk gemaakt voor Zijn Evangelie. Dat is het enige waardoor ik geworden ben wie ik ben.”


Levensloop Hanneke Schaap-Jonker

Dr. Hanneke Schaap-Jonker wordt in 1977 geboren in Tiel. Ze studeert psychologie en godgeleerdheid aan de Universiteit Leiden. In 2008 promoveert ze aan de Protestantse Theologische Universiteit op een proefschrift over het horen van de prediking. Van 2010 tot 2015 werkt Schaap als universitair docent godsdienstpsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds september 2014 is ze rector van het Kennisinstituut christelijke ggz, van Eleos en De Hoop.

Schaap is getrouwd en moeder van drie kinderen van 6 tot en met 13 jaar. Het gezin is lid van de hervormde gemeente (Gereformeerde Bond) in Zwolle.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 2016

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Dagelijks putten uit de Bron

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 2016

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's