Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Internationaal Calvinisme gedurende zijn bloeitijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Internationaal Calvinisme gedurende zijn bloeitijd

Belangrijk proefschrift W. G. de Vries

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vandaag, vrijdagmiddag, promoveerde drs W. G. de Vries, predikant van de Gereformeerde Kerk van Groningen - Helpman, tol doctor in de Godgeleerdheid aan de Theologische Hogeschool der Geref. Kerken (Vrijgemaakt) te Kampen. De promotie, die werd bijgewoond door vele predikanten en gemeenteleden, had plaats in de Lemkerzaal aan de Broederweg -— waar ook het gebouw der hogeschool is gelegen — en als promotor trad op prof. J. Kamphuis, die dit jaar tevens rector der academie is. Dr De Vries behaalde zijn graad met het proefschrift „Calvinisten op de tweesprong", waarvan de ondertitel luidt: „De Internationale Federatie van Calvinisten en haar invloed op de onderlinge verhoudingen in de Gereformeerde Kerken in Nederland in de dertiger jaren van de twintigste eeuw".

In zijn lijvige studie (434 pagina's), die door uitgeverij De Vuurbaait te Groningen in een voornaam gewaad is uitgegeven, houdt dr. De Vries zich bezig met een periode uit de vaderlandse kerkgeschiedenis van onze eeuw, die van groot belang is geweest voor de jaren die erop volgden en waarin zich o.m. de strijd om de Vrijmaking heeft afgespeeld. Van belang ook, omdat de jonge doctor zich bezig houdt met internationale aspecteii van het door A. Kuyper ontwikkelde Gereformeerd Calvinisme, die thans bijna niet meer bekend zijn.

Immers, wij vermoeden dat niet zeer velen meer op de hoogte zijn van het ontstaan (in 1929) van de Bond van Gereformeerden (Calvinisten) in Nederland of met de in datzelfde jaar opgerichte Kristelik-Nasionale Bond van Kalviniste in SuidAfrika, terwijl „The Sovereign Grace Union" (in Engeland sinds 1875) en La Société Calviniste de France (sedert 1926) ook niet meer direct binnen onze gezichtskring liggen.

Prof. V. Hepp

De Vries heeft het allemaal haarfijn nageplozen en geboeid kan men zijn speurtocht volgen. Het zat in de lucht van die dagen om tot samenwerking te komen. De oecumenische voorlopers van de Wereldraad van kerken beleggen al hun grote bijeenkomsten in Stockholm en Lausanne. Kuypers nazaten zijn daar uiteraard, zo kon men toch nog zeggen! - niet bij, maar w'el hebben ze van hun vader Abrahata geleei'd, dat het Calvinisme (ook internationaal) een brede organisatorische vormgeving zou moeten hebben.

Prof. Valentijn Hepp heeft - als eerste? - duidelijk deze opdracht verstaan. Reeds in 1923 wijdde hij er in De Reformatie een artikelenreeks aan: „Samenwerking van alle Gereformeerden". Daar groeit een brochure uit, „Internationaal Calvinisme", die één pleidooi is voor zo'n internationale Calvinisteabond. Nog komt men onder de Indruk van het welhaast barokke taalgebruik, waarvan Hepp zich bediende om aan te Pro/, dr. VALENTIJN HEPP tonen dat berusting in de kerkelijke verdeeldheid alleen het ongeloof in de kaart speelt.

Archieven

In zijn dissertatie, waarvoor veel archieveA van bekende theologen met wisselend resultaat werden omgespit, onderzoekt De Vries vooral, hoe de via Kuyper en Hepp ontstane internationale federatie heeft gewerkt, wat het streven ervan was in binnenmaar ook in buitenland. Afgezien van enkele verwijzingen in de Chr. Encyclopedie en de Encyclopedie voor •het Christendom is de herinnering aan deze federatie welhaast verloren gegaan en enigszins spijtig moet dr. De Vries vaststellen, dat er wel wat materiaal tevoorschijn kwam uit de archieven van V. H. Rutgers, H. Colijn, KI. Schilder en S. Greijdanus, maar die van H. H. Kuyper, J. Waterink en V. Hepp waren óf onvindbaar óf leverden niets op.

Ook de archieven van de Bond van Gereformeerden In Nederland en die van de Sovereign Grace Union zijn verdwenen, terwijl ook dr. J. D. Dengerink uit Amstelveen, die secretaris is van de „International Association for Reformed Faith and Action" De Vries ook niet verder kon helpen.

Ondanks deze tegenslagen volgen er meer dan vierhonderd pagina's vol informatie, ondergebracht in negen hoofdstukken. In het eerste schetst de auteur de plannen uit de begintijd, in het tweede de diverse nationale organisaties in Engeland, Frankrijk, Zuid-Afrika en ons land en in het derde de polemiek over de Calvinistenbond, o.m. gevoerd door dr. Klaas Schilder. In dit hoofdstuk speurt hij naarstig vergeelde jaargangen van o.m. De Wachter, het Gereformeerd Jongelingsblad, Onder Eigen Vaandel en andere tijdschriften - na.

Congressen

In de volgende vier hoofdstukken worden de vier internationale Calvinistische congressen, die in Londen, Amsterdam, Geneve en Edinburgh werden gehouden, onder de loep genomen, terwijl het achtste kapittel de toestand in en na de laatste wereldoorlog bespreekt, bijv. het niet doorgaan van het internationale congres dat in Emden zou worden gehouden. Dat er in 1948 (het oprichtingsjaar van de Wereldraad van kerken en van de ICCC, beide in Amsterdam) nog zo'n internationaal congres werd gehouden In de Nieuwe Waalse Kerk te Amsterdam, is thans veelal niet meer geweten. Sprekers waren toen prof. dr. G. Ch. Aalders, de Zuidafrikaanse Nederduits Geref. ds. P. A. Verhoef, prot. Harry Jellema (Calvin College, Grand Rapids), prol. dr. RHooykaas (de bekende historicus der natuurwetenschappen), ds. F. C. Kraflt uit Lausanne, ds. W. A. Langenohl uit Duitsland, drs. Baden Soedarmo uit Indonesië, en dr. G. P. van Itterzon (toen in Den Haag). Centraal thema was toen „het Calvinisme en de moderne mens".

Daarna was het met deze congressen min of meer gedaan, hoewel er vanaf 1951 een opleving volgde toen door dr. Dengerink e.a. het Internationaal Reformatorisch Verbond werd opgericht, dat met grote regelmaat ook weer Europese congressen belegd heeft met sprekers als de Schotse Free Church-professor G. N. M. Collins en de Zuidafrikaan prof. J. W. Snijman. Het laatste congres van dit Verbond werd in 1972 bij Versailles gehouden.

Oordeel

In het laatste hoofdstuk - dat naar onze smaak best veel uitvoeriger had mogen zijn - biedt de geleerde schrijver nog een aantal beschouwingen en conclusies. Die zijn te interessant om ze kort af te doen. Aangezien er in dit blad nog uitvoerig op inhoud en betekenis van deze studie zal worden ingegaan, laten wij de beoordeling van genoemd hoofdstuk over aan een (hooggeleerde) recensent, ondertussen alvast de zojuist gepromoveerde gelukwensend met dit goed gedocumenteerde en tijdrovende stuk werk. Dat deden ook zeer velen tijdens de receptie aan boord van een schip aan de IJsselkade.

Dr. Wietze Geert de Vries werd op 14 november 1926 te Groningen geboren en studeerde aan de Vrijgemaakte hogeschool onder de professoren Schilder, Greijdanus, P. Deddens, B. Holwerda, C. Veenhof en H. J. Jager. In 1951 deed hij zijn kandidaatsexamen en in datzelfde jaar werd hij bevestigd als predikant 'van de (Vrijgemaakte) Geref. Kerk van Winschoten. Na Leiden dient hij nu de kerk van Helpman sinds 1963. In 1970 legde hij zijn doctoraal theologie af. Hij is gehuwd met een dochter van prof. dr. K. Schilder.

Stellingen

De Vries besluit zijn werk met veertien stellingen, waarvan wij er enkele citeren:
„De onjuiste weergave van de naam YHWH in de eedsformule van Ruth 1:17 door „God" belemmert het verstaan van de openbaring Gods in dit bijbelboek". (Contra de N.B.G.- vertaling van Ruth 1:17).
„G. C. Berkouwer verwijst ten onrechte naar het „dynamische motief" in de ecclesiologie van K. Schilder, terwille van de relativering van het concrete onderscheid tussen ware en valse kerk".
„Sexuele voorlichting als apart leervak op de scholen dient afgewezen te worden".
„Het zogenaamde „grote gebed" behoort in de eredienst een plaats te ontvangen vóór de prediking".
„Het verdient aanbeveling dat naast het ambtelijke huisbezoek in de gezinnen ook huisbezbek wordt gebracht bij de ouders en/of kinderea afzonderlijk".
„Het vak nïaatschappijleer op de scholen voor voortgezet onderwijs dient enige introductie te geven in de wijsgerige stromingen die de opvattingen over de maatschappij beheersen".
,, De laatste („ludieke") stelling luidt: Het predikaat „zandbank der wetenschap" voor het vrouwelijke geslacht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1974

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Internationaal Calvinisme gedurende zijn bloeitijd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1974

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's