Over Jonathan Edwards, opwekking en de hel
De gedachten die ik in deze Nader Bekeken naar voren breng hebben te maken met wat mij de laatste weken bezig hield naar aanleiding de herdenking van de Reformatie. In de Reformatieherdenking die ik deze keer zelf als hoorder meemaakte (dat is van tijd tot tijd ook goed voor een predikant om te luisteren) trof mij de uitdrukking dat Luther geen reformator was, maar een Reformator had. U begrijpt de gedachte: God werkte door middel van Luther. God werkte zelf als Reformator door Zijn Geest en Woord. Die God leeft ook vandaag. Dat geeft moed en perspectief ook voor de kerk van vandaag.
Daarbij voegde zich het laatste nummer van CV-Koers waar twee onderwerpen mij troffen: het interview met L.J. van Valen over Jonathan Edwards en zijn visie op opwekking. Zelf heb ik deze zomer een biografie over Edwards gelezen, geschreven door de bekende Ian. H. Murray, waar nog uitvoeriger zijn gedachten naar voren kwamen en vele aspecten van zijn leven en werk op een boeiende wijze gepresenteerd. Uiteraard trok ook het onderzoek 'hoe denkt u over de hel' met de aanverwante artikelen de aandacht. Ook hier kwam de naam van Edwards weer voor in verband met zijn indringende preek: "Zondaren in de handen van een toornend God". Kun je op deze wijze vandaag nog preken over de plaats van de eeuwige verlorenheid? Moet de hel überhaupt ter sprake komen?
Noodzaak van opwekking
Het lijdt geen twijfel dat opwekking nodig is in het kerkelijke leven van Nederland. We leven in een tijd dat het aantal kerkgangers afneemt en het aantal kerken door scheuring toeneemt. En al is het een zegen dat je als predikant, zoals in mijn geval, mag dienen in een grote en groeiende gemeente met veel betrokkenheid van jongeren en ouderen, ook dan zijn er ontwikkelingen die zorg geven, omdat onze gezinnen en onze jongeren midden in onze tijd staan met alle gevaren van dien.
We leven in een tijd waarin de mentaliteit heerst dat ieder zijn eigen normen en waarden vaststelt. Ook in de kerk is deze mentaliteit diep door gedrongen. Jongeren gaan hun weg op het terrein van seksualiteit om maar even een voorbeeld te noemen terwijl ouderen nauwelijks enige kracht lijken te hebben om bijbelse leiding op dit punt te geven, omdat zij ook zich erbij neer hebben gelegd dat alles kan en mag. Er is aan de ene kant een oppervlakkigheid waarbij de ernst van de eeuwigheid niet meer te merken is en aan de andere kant een dode rechtzinnigheid, waarbij de ernst wel beleden, maar niet meer beleefd wordt. Zo kan ik nog wel doorgaan om een aantal zaken op te noemen. Het onderstreept de noodzaak van een kerk die in de lijn van de Reformatie, zich elke keer weer reformeert onder de leiding van de Heilige Geest en door de kracht van het Woord van God.
Gebed om opwekking
Het trof mij in een van de bovengenoemde artikelen dat opwekking altijd begint met een gebed om opwekking. Reformatie is geen zaak van menselijke kracht en geweld, maar van gevouwen handen van een mens die veel van God verwacht. Het is vooral ook de genoemde Jonathan Edwards geweest die daarop gewezen heeft. Zelf kende Edwards een innige omgang met God. Als je zijn getuigenissen leest, zie je hoe sterk de gemeenschap met God was en hij in zijn gebeden gericht was op de eer van God. De eer van God was een van zijn grote argumenten om God te smeken op een opwekking. Edwards deed een beroep op Wie God is en op de openbaring van God in Zijn heerlijkheid. Opwekking was voor Edwards geen persoonlijke aangelegenheid, maar een diep en hartstochtelijk verlangen naar de verheerlijking van God in kerk en wereld. Heel zijn leven, ook toen de opwekkingen minder werden, getuigt van het intense gebed dat doortrokken was van de liefde tot God en tot Zijn eer. De Heere werkt niet door menselijke kracht of geweld, maar door Zijn Geest.
Prediking en opwekking
Zoals de prediking van het Woord het geheim was van de Reformatie, zo was ook de prediking het geheim in de tijd van latere opwekkingen. De prediking van de drie-enige God, waarin Christus het middelpunt is, heeft de Heilige Geest gebruikt om een overvloedige zegen te geven en vele zondaren tot Christus te brengen. Het komt er naar mijn vaste overtuiging ook vandaag op aan dat we veel verwachten van het Woord van God en van de prediking ervan. Het behaagt God door de dwaasheid van de prediking zalig te maken degenen die geloven. Dat is onverminderd van kracht in onze tijd waar we zo behoefte hebben zo'n krachtige doorwerking van het Woord. Laten we veel verwachten van de prediking van de Christus, in al Zijn heerlijkheid en schoonheid, zodat de Heilige Geest deze woorden gebruikt op een hartelijke verlangen naar Christus te werken en te verdiepen. We mogen veel van God verwachten omdat Hij leeft en Dezelfde is en blijft.
Wat ik met name geleerd heb van Edwards is dat je als prediker van het Evangelie diep doordrongen moet zijn van de ernst van de eeuwigheid en de realiteit van de eeuwige verlorenheid. Paulus zegt als een gezant van Christus: "Wij dan, wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof. De schrik des Heeren is voor een prediker een drijfveer om de mensen tot geloof te bewegen. Ieder mens zal eens voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Nog even afgezien van de wijze waarop je deze schrik des Heeren vertolkt in de prediking, is het hart van een dienaar van het evangelie er diep van doordrongen dat elke zondaar die onder zijn gehoor zit, van nature onder de toorn van God ligt en alleen door het geloof in Christus behouden kan worden. Een mens is op weg naar zijn eeuwige bestemming. Dat geeft aan de prediking de bewogenheid die ook Christus zelf kenmerkt. De liefde van Christus dringt ons, zegt Paulus. De tranen van Christus zijn toch ook een dienaar van het Evangelie niet vreemd, wanneer hij te maken met heeft met onbekeerde en harde zondaren, ook in de verbondsgemeente, die niet willen buigen voor Christus?
Wanneer deze bewogenheid vanuit het besef van de schrik des Heeren ontbreekt, verliest de prediking haar indringend karakter dat het een zondaar in het heden van de genade leeft. We verliezen dan kracht van de prediking die zegt in de naam van Christus: Zo gij Zijn stem dan heden hoort, gelooft Zijn heil- en troostrijk woord, verhard u niet maar laat u leiden.
De gedrevenheid van de prediker om het Woord te brengen met heilige ernst en herderlijke liefde tot het verlorene, gebruikt de Heilige Geest.
Prediking en hel
Daarmee is uiteraard niet alles gezegd over de wijze waarop de hel als de plaats van de eeuwige verlorenheid een plaats moet krijgen in de prediking. Het is opvallend dat Christus in Zijn prediking de eeuwige verlorenheid in duidelijke bewoordingen aan de orde heeft gesteld. De eeuwige verlorenheid is een ontstellende realiteit. Dat mogen we nooit kwijtraken in de prediking. Er moeten momenten zijn in de prediking waarop de ernst van de eeuwige verlorenheid in sobere, maar duidelijke bewoordingen doorklinkt. Ik noemde reeds de bekende en beroemde preek van jonathan Edwards, de preek die een grote opwekking tot gevolg had. Het is onmiskenbaar dat God deze woorden gebruikt heeft om zondaren op te jagen uit hun valse gerustheid en hun gezapig godsdienstigheid waar het echte geestelijke leven aan ontbrak. We zullen de beeldende taal die hij uitvoerig gebruikt om de verschrikkingen van de hel aan te duiden, niet gebruiken. Maar als we recht doen aan het volledige Woord van God, zullen we ook in duidelijke woorden de goddeloze aanzeggen wat zijn deel zal zijn. Wie spreekt over de eeuwige verlorenheid in het kader van het Evangelie dat God niet wil dat enige verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen, trekt en lokt tot Christus zowel met ernst en met liefde. Deze twee zullen toch altijd samen gaan. Het verzwijgen van de hel als realiteit is hard, omdat we dan geen recht doen aan wat de Schrift zegt en niet eerlijk zijn tegenover hen die zonder Christus (blijven) leven.
Juist tegen die achtergrond krijgt ook het heil in Christus zijn grote en oneindige betekenis. Zijn redding is een eeuwige redding. Redding van de toorn van God. Zo groot is het werk van Christus en zo heerlijk is de zaligheid in Hem.
H. Polinder
(Ds. H. Polinder is predikant van de Maranathakerk op Urk.)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 2004
De Wekker | 16 Pagina's