Begin van het kerkelijk jaar: van dood naar leven
Het kerkelijk jaar werd zondag afgesloten met wat wel "eeuwigheidszondag" wordt genoemd. Het was een dag waarop in veel kerken in veel landen wordt stilgestaan bij hen die overleden zijn.
Morgen is het de eerste adventszondag, het begin van de voorbereiding op het kerstfeest. Zo is de overgang van de ene naar de andere zondag als die van dood naar leven.
Van een Duitse collega hoorde ik dat het in zijn gemeente gebruik is om op de eeuwigheidszondag 's middags gezamenlijk naar het kerkhof te gaan om daar in de openlucht de kerkdienst te houden. Op een bijzondere wijze klinkt dan de boodschap van het leven op een plek waar alles van sterven spreekt. Hij vond het goed om zo samen nog eens de realiteit van de dood onder ogen te zien.
Die noodzaak werd ook gevoeld in een tijd waarin de dood in het dagelijks leven meer zichtbaar was dan in onze tijd. Zo is het thema van de dood op afschrikwekkende wijze te zien in verschillende werken van Pieter Brueghel de Oude (1515-1569). De Duitse kunsthistoricus Anna Pawlak analyseert in "Trilogie der Gottessuche", een studie over het werk van Brueghel, diens schilderij "De triomf van de dood".
Volgens Pawlak bedoelde Brueghel een visueel rooms-katholiek antwoord te geven op de kritiek van de kant van de reformatoren dat er bij Rome te weinig Godskennis en zelfkennis was. Het is fascinerend om aan de hand van deze stelling naar het kunstwerk te kijken. Brueghel laat zien hoe arm en rijk, vorst en onderdaan allen gelijk zijn zodra de dood zijn intrede doet.
De behoefte om tot in de dood duidelijk te maken dat er vóór die tijd wel degelijk onderscheid was, is aan vele graven te zien. De Duitse historicus Arne Karsten redigeerde een boek over een in dit verband bijzonder thema, namelijk de graven van de zogenaamde "Günstlinge". Dat zijn mensen die tot de favorieten van de heerser hoorden. Als het om een vrouw ging, was het vaak een maîtresse van de vorst. In feite kon iedereen "Günstling" zijn die in de gunst van koning of prins viel, diens vertrouweling werd en daardoor een machtspositie kreeg.
De wijze waarop hun graven op kostbare wijze werden versierd met beelden en teksten, maakte hun positie duidelijk. Zo vertellen deze graven iets over wie er in Europa op politiek gebied iets te vertellen hadden zonder dat ze officieel een politiek ambt bekleedden.
Eeuwigheidszondag bepaalt echter niet alleen bij het sterven, maar geeft ook uitzicht voor hen die geloven. Dat uitzicht is verbonden met het feest van advent. Daarmee wordt als het ware de overstap van de dood naar het leven gemaakt. Twee nieuwe boeken beschrijven de wereld waarin Christus geboren werd. Die zijn ook daarom interessant, omdat vaak gezegd is dat het idee van de geboorte van "een zoon van god" niet zo heel uniek was en veel vaker in de godsdiensten van toen voorkwam. Het "verhaal" van Christus' geboorte zou dan slechts een variant zijn op bestaande motieven.
De Griekse geschiedenis en cultuur van de tijd die aan de geboorte van Christus vooraf ging, wordt uitvoerig en helder beschreven door de Duitse historicus Karl-Wilhelm Welwei. Wie inzicht wil hebben in de politieke, culturele en religieuze situatie van de Griekse wereld van die tijd kan hier uitstekend terecht. Dan wordt ook snel duidelijk hoezeer er verschil is tussen de Bijbelse voorstelling van de Zoon van God en de godenkinderen die in de Griekse mythologie een rol spelen. Met dat te zeggen is het bewijs van de goddelijkheid van Jezus nog niet geleverd, maar ook de objectieve waarnemer ziet dat de boodschap van Kerst niet maar als een variant op Griekse voorstellingen opgevat kan worden.
Dat het christendom zich zo snel wist te verbreiden kan juist samenhangen met een geestelijke vermoeidheid vanwege het veelgodendom en een verlangen naar een godsdienst van verlossing en vernieuwing. Dat althans is een lijn van denken die gevonden kan worden in het overzicht dat de Duitse religiewetenschapper Jörg Rüpke geeft van de religiegeschiedenis in het Romeinse Rijk in de periode voor en tijdens Jezus' leven op aarde. Religie kreeg volgens Rüpke in de loop der eeuwen een andere plaats in de samenleving en op het moment van Christus' geboorte was er juist behoefte ontstaan aan een godsdienst die niet slechts op het lenigen van individuele noden gericht was, maar een complete levens- en wereldbeschouwing gaf. Zo kwam het Evangelie van Christus precies op tijd.
De vraag wie Christus is, werd in de loop der tijden op velerlei wijze beantwoord. Het antwoord was blijkbaar minder gemakkelijk te geven dan menigeen misschien verwacht. Een denker als de kerkvader Origenes (ong. 185-253/4), van wie gezegd is dat hij met het hart een christen, maar met het hoofd een Griek was, heeft zich veel beziggehouden met de verhouding tussen de Vader en de Zoon, ook al omdat een verbinding van Godheid en mensheid in de Persoon van Christus voor hem niet gemakkelijk te aanvaarden was.
Veel van Origenes' gedachten over deze thematiek is te vinden in zijn preken over Genesis, die nu in een Latijns-Duitse editie zijn verschenen. Het is geen eenvoudige lectuur, maar bepaalt wel bij heel wezenlijke dingen, omdat gevorst wordt naar wie de Heiland is.
Een voorbeeld van de strijd die dat kan geven wordt beschreven in het geleerde boek van Ulrich Wiedenroth, predikant in de Evangelische Kirche. Hij beschrijft een discussie die in de 17e eeuw onder lutherse theologen is gevoerd over de vraag in hoeverre Christus als mens invloed uitoefent op de wereldgeschiedenis. Als Hij voluit God en voluit mens is, heeft Hij dan ook als mens deel aan het bestuur van de wereld? Dat kan overkomen als een vergezochte vraag, maar omdat het een vraag is die opkwam, moest die toch worden beantwoord.
Wiedenroth weet de verschillende posities die in dit opzicht zijn ingenomen heel goed te beschrijven. Menig theoloog zal verfrist uit de vele pagina's stevige historische theologie komen.
Echter, wie de discussie eenmaal goed in beeld heeft, kan weer hartelijk verlangen naar het brengen en horen van de eenvoud van de kerstboodschap, de boodschap van Hem die in dit leven kwam om de dood in te gaan. Zodat zij die in de dood zijn weer tot leven kunnen komen.
"Trilogie der Gottessuche. Pieter Breugels der Ä.", door Anna Pawlak; uitg. Gebr. Mann Verlag, Berlijn; ISBN 978 3 7861 26539; 252 blz.; ? 59,-; "Das Grabmal des Günstlings", door Arne Karsten (red.); uitg. Gebr. Mann Verlag, Berlijn; ISBN 978 3786 12644 7; 352 blz.; ? 59,-; "Von Jupiter zu Christus. Religionsgeschichte in Römischer Zeit", door Jörg Rüpke; uitg. WBG, Darmstadt; ISBN 978 3 534 23683 1; 304 blz.; ? 59,90; "Griechische Geschichte. Von den Anfängen bis zum Beginn des Hellenismus", door Karl-Wilhelm Welwei; uitg. Schöningh, Paderborn; ISBN 978 3 506 77306 7; 587 blz.; ? 49,90; "Die Homilien zum Buch Genesis", door Origenes; uitg. De Gruyter/Herder, Berlijn/Freiburg; ISBN 978 3 11 020435 3; 360 blz.; ? 89,95; "Krypsis und Kenosis", door Ulrich Wiedenroth; uitg. Mohr Siebeck, Tübingen; ISBN 978 3 16 150873 8; 676 blz.; ? 119,-.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 november 2011
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 november 2011
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's