Oude of Pelgrimvaderskerk opnieuw in gebruik genomen
Op zondagmorgen 15 november jl. vond de eerste dienst plaats in de Oude of Pelgrimvaderskerk van Delfshaven. Vrijdag eraan voorafgaand was de geheel gerenoveerde kerk in een besloten bijeenkomst officieel overgedragen door de restauratiecommissie aan het bestuur van de Stichting Oude Hollandse Kerken. In 1991 verkocht de hervormde gemeente het gebouw aan deze Stichting. Kort daarna werd begonnen met een uitvoerig restauratieplan ongeveer 3.5 miljoen omvattend. Uitgesmeerd over 10 jaar.
Het werden er slechts zeven. Behalve de kerkruimte werden ook gerestaureerd de fraaie historische consistoriekamer, een kleine zaal waarin o.a. een Memorial is ingericht ter nagedachtenis van de Pilgrimfathers die in 1620 vanuit Delfshaven vertrokken. Verder een schitterende leerkamer en aan de voorkant bij de haven een foyerruimte, het Klockhuys genoemd. De hervormde gemeente - hoofdhuurder van het gebouw - moest 1 mei jl. het gebouw verlaten voor de laatste restauratieronde. Vanaf dat moment werd een gastvrij onderdak gevonden in de Willebrorduskerk, een roomskatholieke kerk aan de Beukelsdijk, door de bisschop van Rotterdam toegewezen aan een parochie van de Poolse katholieken.
En dan nu eindelijk: 15 november, de eerste dienst in de Oude Kerk aan de oude haven van Delfshaven. Voorganger was ds. P. L. de Jong. Een heerlijke, feestelijke dienst, met veel gasten overal vandaan. Onder hen o.a. ds. L. van Nieuwpoort en ook ds. N. Kleermaker, die in zijn actieve jaren als predikant zich altijd zeer met de gemeente verbonden wist en ook vaak in de Oude Kerk voorging. Thema voor de preek was het randschrift van het zegel van de hervormde gemeente: alleen bij God in Sion is de haven van behoudenis. De Schriftlezingen waren uit Psalm 107 en uit Lucas 8 (de storm op het meer). Tekst van de preek was: en zij verheugden zich, omdat die tot rust kwamen en Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte.' In deze Psalm worden diverse groepen mensen, die allemaal op hun manier in de nood van hun leven tot God schreeuwden om hulp en gered werden, in de tempel naar voren geroepen. Om God te prijzen en de eer te geven. Onder hen ook een aantal Israëlitische waaghalzen: zeelieden voor de duvel niet bang. Maar toen de storm kwam opzetten en het hen groen en geel voor de ogen werd en al hun wijsheid op was, toen riepen ze tot God in hun angst. En Hij deed de storm bedaren en leidde hen in de haven van hun verlangen. Die haven: de plek waar een mens heen vlucht in zijn diepste nood en heimwee en redding vindt en thuis komt is de levende God. Die van Sion, de Vader van Jezus Christus. Hij laat zich vinden waar mensen verlegen om Hem zich verzamelen rond zijn Woord. Zo'n gemeenschap wordt zelf ook zoiets als een haven: a) een aanlegplek waar God zich laat vinden; b) een ontmoetingsplek waar mensen ook elkaar vinden: samen bidden, luisteren, elkaar bemoedigen, zingen vooral ook. Want in een haven wordt veel gezongen. Dat hoort bij een haven. Maar aan de haven van Delfshaven vind je niet alleen cafés als de Oude Sluis, maar ook de Oude Kerk. En in die mooie ruimte mag het loflied gaande blijven. Als een wonder van God. Maar. c): en haven is ook een uitvalbasis. Geen doel in zichzelf, maar een rust-plek en een start-plek voor alle mogelijk missionaire werk in de omgeving. Van harte hopen we dat we zó gemeente van Christus mogen zijn. Aan de haven van Delfshaven zelf zoiets als een haven van God. Waar alle mogelijke mensen binnenlopen, op verhaal komen, tot rust komen bij God, de God in Sion: vele jongen mensen overal vandaan, maar ook middelbaren en ouderen. Om te ontdekken: alleen bij God in Sion is de haven van behoudenis.
Namens de restauratiecommissie voerde dhr. F. Kuiper het woord. Slotlied was een pelgrimslied dat ds. A. F. Troost al eerder schreef voor de Oude of Pelgrimvaderskerk. En aan het begin zongen we o.a. Psalm 93. Over het water dat al hoger en hoger stijgt. Maar God in de hoge is machtiger. En dan volgt het laatste vers (nw. ber.): 'Uw macht is groot. Uw trouw zal nooit vergaan. Al wat Gij ooit beloofd hebt zal bestaan. Tot sieraad is Uw hoge heiligheid en in die glans trotseert Uw huis de tijd.'
Vooral de laatste regel maakte ons allen even stil: God zorgt voor Zijn huis en Zijn gemeente, ook in de stad.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 1998
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 1998
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's