Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerstening begint in binnenkamer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerstening begint in binnenkamer

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kerk in Nederland heeft te kampen met tegenwind. Een tegenwind die soms orkaankracht aanneemt, aldus ds. W. Silfhout. Relibashing, het kleineren, inperken en belachelijk maken van religie, is volgens hem bon ton in Nederland. Hij pleit voor een tegendraadse kerk.

De predikant van de gereformeerde gemeente in Capelle aan den IJssel wil een bezinning op gang brengen over de plaats van de kerk in de moderne seculiere samenleving. Daarom schreef hij het boek ”Tegendraads bij tegenwind”, dat volgende week uitkomt in de serie WeerWoord van uitgeverij De Banier.

Dat er binnen zijn kerkverband, de Gereformeerde Gemeenten, onvoldoende oog is voor de taak van de kerk in de samenleving, wil ds. Silfhout niet zeggen. „Er wordt zeker onderkend dat de plaats van de kerk in de samenleving niet meer dezelfde is als pakweg vijftig jaar geleden. Zo buigt de generale synode zich volgend jaar over de vraag hoe de Gereformeerde Gemeenten blijvend invulling kunnen geven aan de actualiteit van de belijdenis van de kerk in de seculiere samenleving.”

Maar ook aan de basis is toerusting nodig, aldus de predikant. „Gemeenteleden staan in de weerbarstige praktijk van alledag. Het is nodig dat ze zich bewust worden van de samenleving waarin ze leven. Ik hoor mensen vaak zeggen: Het zal in de toekomst vast wel een beetje moeilijker worden, maar we kúnnen nog naar de kerk. De gevaren voor de kerk van buitenaf worden onvoldoende onderkend. Er zal steeds meer vervolging en verdrukking komen – daarvan ben ik overtuigd. Jezus zégt dat ook: „In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen.””

De predikant verwacht vooral tegenwind uit libertijnse hoek. „Met de toegenomen secularisatie zien velen de kerk niet meer als een openbaring van het lichaam van Christus, met een eigen plaats in de samenleving. De kerk wordt op één lijn geplaatst met andere belangenorganisaties, zoals Milieudefensie of Wakker Dier. De kerk als instituut, waar het heil van Christus present is, heeft voor velen afgedaan. Ze is een gepasseerd station. Geloven is voor achter de voordeur.”

Toch denkt ds. Silfhout dat de gevaren in de kerk groter zijn dan die vanuit de samenleving. Hij noemt het individualisme. „De mens staat in het middelpunt. In het kerkelijk leven komt dat tot uitdrukking in het loslaten van vaststaande zekerheden en het zich richten op het gevoel en de eigen overtuiging. Het ik staat centraal. Maar gelukkig beschikken we over een norm buiten ons: Gods Woord.”

De gerichtheid op het hier en nu, die mede wordt versterkt door de moderne media, gaat volgens de 69-jarige predikant ten koste van de gerichtheid op God. Jongeren missen vaak identificatiefiguren, constateert hij, mensen die dicht bij de Heere leven. „Dat hoor je jongeren zelf ook zeggen. Als ze aan iemand in de kerk vragen wie de Heere voor hem of haar is, krijgen ze vaak een oppervlakkig verhaal waarop ze niet jaloers kunnen worden.”

Tegelijkertijd merkt de oud-jurist dat vooral de oudere jeugd betrokken is op het Woord, vaak meer dan de generatie van net na de Tweede Wereldoorlog, waartoe hij zichzelf rekent. „Toen ik in 1958 begon te werken, volgde de ene salarisverhoging na de andere. De bomen groeiden tot in de hemel. Mensen die in deze cultuur zijn opgegroeid, lopen groot gevaar om in het hier en nu, in het materialisme op te gaan.”

Is de kerk zelf schuldig aan de teloorgang van christelijke normen en waarden in de samenleving?

„De gereformeerde gezindte heeft heel lang naar binnen gekeken, naar de opbouw van het eigen kerkelijk leven. De blik op de samenleving wás er wel –de Gereformeerde Gemeenten hadden al in 1907 een deputaatschap kerk en overheid– maar de kerk had ook moeite om iets van de waarde en heerlijkheid van de dienst aan de Heere te laten zien. Dat zie ik als schuld. We moeten nu goed kijken hoe we de boodschap van zonde en genade, van de heilzaamheid van Gods geboden, kunnen laten klinken in een samenleving die nauwelijks iets weet van het christelijk gedachtegoed.”

Hoe kan de kerk deze boodschap in de samenleving laten klinken?

„Door de overheid te wijzen op haar roeping: ze is een dienares van God, ons ten goede. En dan het liefst door de kerken gezamenlijk. Dat gebeurt bijvoorbeeld al door het Platform Waarden en Normen, waarin verschillende kerkgenootschappen als waarnemer participeren, en het Woerdens Beraad, waaraan vertegenwoordigers uit acht kerkgenootschappen meedoen.

Ook gemeenteleden hebben de taak om in de samenleving voor hun drijfveren uit te komen en uitdrukking te geven aan wat zij geloven. Daarvoor is toerusting nodig, en dat zal ongetwijfeld ook aan de synode worden geadviseerd. In de prediking, het verenigingswerk en de catechese. Hoe kom je op de werkplek uit voor het christelijk geloof, bijvoorbeeld als je gaat eten en stilte wilt vragen om te bidden? Wat doe je met bedrijfsfeestjes? Maar al te vaak is er sprake van een soort dubbelleven, een kloof tussen de zondag en weekdagen.”

De Protestantse Kerk in Nederland spreekt zich in de visienota ”Hartslag van het leven” uit over de positie van de kerk in de samenleving. De Christelijke Gereformeerde Kerken doen dat in de notitie ”Kerk en overheid in de postmoderne samenleving”. Welke elementen uit deze nota’s zou u willen meenemen in een advies aan uw generale synode?

„In de visienota van de Protestantse Kerk wordt duidelijk gesteld dat het Woord heerschappij moet hebben. Zonder dit uitgangspunt zal alles wat we doen weinig nut hebben. We hebben een boodschap voor de samenleving. En degenen die deze boodschap brengen –en dat mis ik een beetje in deze visienota– moeten die ook doorléven. Anders zal er geen kracht van uitgaan.

De notitie van de Christelijke Gereformeerde Kerken spreekt heel duidelijk over de crisis waarin het Evangelie mensen brengt, met als doel hen te leiden tot bekering en geloof in Christus en tot navolging van Hem. We staan in de samenleving, maar hebben toch een andere visie dan de meeste mensen: vanuit het Woord mogen we wijzen op Jezus Christus als de Opstanding en het Leven.”

Volgens ds. Silfhout moeten de reformatorische kerken zich niet aanpassen aan de seculiere samenleving, maar zich ook niet helemaal isoleren. „Hoewel, soms is het nodig dat we ons een beetje afschermen. En dan de beweging naar de samenleving toe maken. Laten we goed beseffen wat de kerk precies is. We hebben verenigingen, deputaatschappen, we zijn goed voor elkaar. Dat is mooi, maar het gaat erom dat de kerk een heilsinstituut is, om het maar eens met een wat modern woord te zeggen. Het Evangelie voor zondaren brengt voor de kerk en haar leden de taak mee om die zondaren op te zoeken. De kerk moet zoeken naar wegen en mogelijkheden om de samenleving te bereiken.”

Gebed is daarbij onmisbaar, aldus ds. Silfhout. „Dat moet ons hele leven doordrenken. Ik kijk dan ook naar mezelf. Als deputaat doe ik van alles, zit soms een hele dag te schrijven – op zich goed en nodig werk. Maar soms vraag ik me af: Ben ik daarvoor geroepen? Je bent geroepen om het Woord te verkondigen, het Evangelie te brengen. Want dat is het doel: een kerk als vergadering van Christusgelovigen.”

Eerder deze maand verscheen het boek ”Up to date gereformeerd” van Johan Schouls, dat raakvlakken heeft met dat van u. Deelt u zijn visie op het einde van de reformatorische zuil?

„Ik kan me vinden in zijn pleidooi voor openheid en de vorming van kerkleden in het hanteren van Bijbelse principes in de moderne samenleving. Of de reformatorische zuil zijn einde nadert, durf ik niet te zeggen. De zuil heeft zijn voors en tegens, maar dat die grote waarde heeft gehad, is ontegenzeggelijk waar. De tijd komt dat de refozuil geen stand meer houdt, al hoop ik dat het nog lang niet zover is. Het gaat me om de inhoud van de zuil, het geestelijke – daar doe ik van harte aan mee, en dat is er gelukkig ook nog.”

In uw boek kijkt u regelmatig in de spiegel van de Vroege Kerk. Wat heeft u geleerd?

„Het is bekend dat van het leven van de eerste christenen een wervende kracht uitging, waardoor veel heidenen tot het christendom zijn overgegaan. Er liggen hier heel wat aanknopingspunten voor onze houding in de samenleving, hoewel we niet alles een-op-een kunnen overzetten naar onze tijd. Wat mij persoonlijk sterk heeft aangesproken, is de levenswandel van de eerste christenen en hun bereidheid om tot het uiterste te gaan in naastenliefde en martelaarschap. Dan vraag ik me toch wel af: zou ik niet als eerste op de vlucht slaan als er vervolging komt?”

Moet de kerk relevant willen zijn voor de samenleving?

„De kerk moet niet relevant willen zijn door de boodschap zo aan te passen dat die hapklaar is voor iedereen. Het Woord van God is een reuke des levens ten leven of een reuke des doods ten dode.”

Hij wijst uit het raam van zijn werkkamer, op de bovenste verdieping van een woontoren in Capelle aan den IJssel. In de verte is de skyline van Rotterdam te zien, met veel wolkenkrabbers maar nauwelijks nog een kerktoren. „Als ik op de Lijnbaan zou gaan staan en zeggen: „Bekeer u”, dan zou ik binnen de kortste keren een opstootje veroorzaken. Maar toch blijft dit onze boodschap: zonde en genade en het leven in Christus. Dan staat de kerk wel midden in de samenleving, maar geeft daarin een tegendraads geluid.”

Reformatorische christenen hoeven van ds. Silfhout niet zo nodig de barricaden op. „De kerk is geen Greenpeace. Ik verwacht ook niet zo veel van het organiseren van dagen van bezinning en gebed, waarvoor ds. W. Visscher onlangs in het RD pleitte. De landelijke bezinnings- en verootmoedigingsavond in de Sint-Jan in Gouda afgelopen voorjaar trok zo’n duizend mensen. Dat is niet veel, zeker als je naar het totaalaantal christenen in Nederland kijkt. Dan kan zo’n initiatief zelfs een negatieve uitstraling hebben.

We hebben Daniëls nodig, met open vensters naar Jeruzalem. Voorbidders, die in het gebed worstelen met land, volk en kerk. Veel dingen in de samenleving zijn we gewoon gaan vinden en zo slijten we langzaam mee. We maken ons niet meer zo druk over de 30.000 abortussen die er jaarlijks in Nederland worden gepleegd. Kerstening, ook herkerstening, begint in de binnenkamer.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 oktober 2012

Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's

Kerstening begint in binnenkamer

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 oktober 2012

Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's