Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het respect voor Schepper en schepping

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het respect voor Schepper en schepping

Of geref. gezindte behoefte heeft aan een christelijke natuurclub, blijft de vraag

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat de gangbare tijdgeest nog steeds doorslaat in liet voordeel van Darwins evolutietheorie en veel natuurorganisaties bij voorbeeld hun excursies voornamelijk op zondag houden, stuit veel christenen tegen de borst. Of de gereformeerde gezindte ondanks deze zwaarwegende zaken behoefte heeft aan een christelijke natuurclub of een reformatorisch natuurblad, blijft echter de vraag.

J. van Gemeren, directeur van Natuuractiviteitencentrum "De Watersnip" te Reeuwijk, (h)erkent het probleem dat De Gier aansnijdt „Jammer dat in veel goede informatie de evolutionist aan het woord is. Maar ook bij de behandeling van aspecten als seksualiteit en omgang met gevoelens kun je in veel gevallen kritische kanttekeningen plaatsen".

Jeugd wapenen

Op het vlak van natuurgenoten natuurstudie komt veelal ook de zondagsheiliging in het geding. Veel natuurverenigingen, maar ook dierentuinen en musea organiseren excursies en lezingen. Dat deze vaak interessante activiteiten meestal op zondag plaatsvinden, manoeuvreert de gereformeerde gezindte in een positie om steevast „nee" te moeten zeggen. Veel christenen besluiten daarom geen lid te worden/blijven van een natuurclub. En natuurbladen zijn om hun pro-evolutionistische inhoud evenmin welkom. Het opzeggen of aanmelden als lid/- abonnee van club of magazine vindt C. Janse, coördinator van de landelijke Jeugdnatuurwacht Nederland, een beslissing die elke ouder voor zich moet nemen. „Stap je uit een bepaalde club, dan geef je ook een stuk beïnvloeding prijs. Persoonlijk zou ik Grasduinen niet willen missen. Hetzelfde geldt voor Wapiti. Los van het feit dat m'n kleinkinderen om dit laatste jeugdblad vechten, is de inhoud een stuk acceptabeler dan die van Grasduinen. Voor het februarinummer gold dit echter bepaald niet.

Veel van onze reformatorische scholen zijn voor het personeel geabonneerd op Grasduinen en voor de leerlingen op Wapiti, Het Vogelaartje of iets dergelijks. Als de inhoud voor onze scholen niet acceptabel is, is het zaak bij de redactie te reclameren. Hoe frequenter dat gebeurt hoe groter het effect. Een uitgever is met name geïnteresseerd in oplagecijfers. Klachten over de inhoud en opzeggingen van abonnementen zijn signalen die zakelijk gezien best worden opgepakt.

Overigens is het goed ook basisschoolleerlingen te confronteren met afwijkende meningen. Daarmee komen ze zonder twijfel reeds op deze leeftijd in aanraking. Later zal dat nog meer voorkomen. Indien zij hier niet tegen gewapend zijn, lopen ze argeloos in de val. Een door de leerkracht begeleide kennismaking, bij voorbeeld via zo'n jeugduitgave, zou een van de mogelijkheden kunnen zijn".

P. van der Waal, die verbonden is aan de reformatorische Calvijnschool te Leerdam en de rubriek "Natuur" in Terdege-Junior vult hoeft in zijn klas maar een natuurblad aan te bevelen of sommige leerlingen geven zich op als abonnee. Zijn ervaring is ook dat men van veel plaatselijke natuurverenigingen nog lid kan zijn.

„Je persoonlijke opstelling is ontzettend belangrijk. Spotten met de Schepper kan bij mij niet door de beugel. In een strip in Het Vogelaartje stond eens het woord "eeuwigheid". Het gebruik van zo'n ernstig woord in dat verband stuitte me geweldig tegen de borst. Ik schreef de redactie een briefje en kreeg als antwoord dat ze in het vervolg er beslist rekening mee zouden houden. Kijk, wat dat betreft hoef je je aan Jac. P. Thijsse niette ergeren. Jammer genoeg was de man geen christen".

Discriminatie

Van Gemeren heeft de indruk dat de "natuurbranche" redelijk met andersdenkenden rekening houdt „Ik vind niet dat de gereformeerde gezindte ten aanzien van natuurgenot en natuurstudie steeds meer op zichzelf wordt aangewezen. Wanneer je als lid van een vereniging je standpunten op een waardige, rustige en heldere wijze duidelijk maakt worden ze maar zelden zomaar van tafel geveegd. In ieder geval wordt er naar geluisterd. Je moet natuurlijk als christen niet bij voorbaat beducht zijn voor discriminatie. Die gedachte leeft zo vaak. Zou men een christelijk standpunt echter belachelijk maken, dan is de grens bereikt". De praktijk leert dat een groot aantal mensen geen weet meer heeft van principiële opvattingen over zondag en schepping. De Gier: „Organiseren ze een excursie op zondag, dan komt het niet in hen op om ook aan kerkmensen te denken. Er is dus lang niet altijd een kwestie van onwil, maar veeleer een gebrek aan kennis. We zullen onze standpunten dus steeds meer duidelijk moeten maken. Ik vind overigens dat er tegenwoordig voldoende mogelijkheden overblijven om elke zaterdag op pad te kunnen. Dat neemt niet weg dat ik het ontzettend jammer vond dat ik vroeger niet op natuurkamp kon".

Intermenselijk

Grasduinen, een populair natuurmagazine, steekt zijn mening over creationisme niet onder stoelen of banken. Zo kreeg een briefschrijver in 1987 het volgende antwoord: „VVie vast wil houden aan het verhaal dat alle levensvormen binnen enkele dagen kant en klaar zijn geschapen en dat "Scheppingswetenschap" noemt mag dat van ons. Maar hopelijk neemt u het ons niet kwalijk dat wij het op een evolutieleer houden zoals die in de vorige eeuw voor het eerst werd geformuleerd en sindsdien door wetenschappelijk onderzoek steeds verder werd verfijnd. Uit een stortvloed aan waarnemingsgegewaarnemingsgegevens valt telkens opnieuw af te leiden dat de hogere levensvormen zich uit lagere hebben ontwikkeld. Absolute zekerheid valt niet te krijgen. We zijn er immers niet persoonlijk bij geweest (en dan nog...)". Einde citaat.

Janse, die grote waarde hecht aan het „intermenselijk contact", kan zich goed voorstellen dat zulke reacties bij christen-abonnees de stekels opzetten. „Zo'n antwoord getuigt weinig van een respectvolle houding voor de medemens. Bovendien kun je dit toch moeilijk een serieuze, wetenschappelijk benadering noemen".

Neerbuigend

Het feit dat leerlingen van reformatorische scholen niet bepaald uitblinken in een respectvolle houding voor de schepping, vindt Van Gemeren triest „Ze lijken vaak minder in de natuur geïnteresseerd dan leeftijdgenoten uit niet-christelijke milieus en spreken er soms zelfs neerbuigend over. Insekten moet je maar met de gifspuit te lijf gaan. Een brandnetel, dat is toch onkruid? Weg met die troep! Onze kinderen hebben dan niet in de gaten dat ze het over een deel van de schepping hebben".

Van Gemeren wijt deze houding gedeeltelijk aan het feit dat christenen zich te laat bewust zijn geworden van hun bijzondere band met de natuur. „Het is natuurlijk goed dat er stelling wordt genomen tegen vergoddelijking van de natuur. Het waarschuwen daartegen krijgt mijns inziens echter te veel de nadruk. Dat heeft mede tot gevolg dat ook de visie van ouders op de schepping te weinig is ontwikkeld".

Van der Waal juicht het toe dat ouders met hun kinderen de natuur in trekken. „Dat gebeurt veel te weinig. Natuurstudie krijgt in onze kring een wat stiefmoederlijke behandeling. Dat terrein laten we veel te veel braak liggen.

Dat is toch een zaak van de school, zo redeneert men. Natuurlijk gaan vader en moeder met hun kroost af en toe naar het bos. De kinderen kunnen dan lekker tegen een bal aan trappen. Op de knieën bij een bloempje hurken of speuren naar vogeltjes is er echter veelal niet bij. Het besef dat God zich openbaart door Schriftuur èn natuur zou ons meer verantwoordelijkheid moeten geven ten aanzien van alles wat groeit en bloeit".

Invloed uitbouwen

Een christelijke natuurvereniging is er volgens het viertal niet. Leeft volgens hen de behoefte voor een christelijke, eventueel reformatorische natuurclub of een dito natuurblad?

De Gier „Die behoefte zou gepeild moeten worden. Ik vind veel belangrijker dat christenen hun stem laten horen binnen de huidige verenigingen. Wel is nodig dat onze jeugd meer natuurbesef wordt aangekweekt".

Van Gemeren: „Ik reageer niet enthousiast om het bestaande aanbod terzijde te schuiven. Ik zou het jammer vinden als christenen hun lidmaatschap zouden beëindigen. Hun invloed aldaar kan niet gemist worden en moet juist uitgebouwd worden. Ik betwijfel de behoefte aan een reformatorische club. De leeftijdscategorie van twaalf tot negentien jaar zou je misschien wel iets kunnen bieden. Voor hen kun je best wat leuks verzinnen. Het organiseren van een goed kamp bij voorbeeld. De commerciële haalbaarheid van een nieuw natuurblad lijkt me uiterst twijfelachtig. Je moet dan opboksen tegen visueel prachtige produkten".

Janse: „De Christelijke Jeugdbond voor Natuurstudie is niet meer. Jeugdnatuurwacht Nederland, waar ik zelf bij betrokken ben, is een algemene organisatie, bedoeld om jongeren tot twaalf jaar dichter bij de natuur te betrekken. Als coördinator steun en stuur ik initiatieven om plaatselijke afdelingen van de grond te krijgen. Zeeland en de Veluwe vertonen nog behoorlijk wat witte vlekken. Het zou leuk zijn als mensen uit reformatorische kring het voortouw namen om een plaatselijke afdeling op te richten. Als christen is men eigenlijk verplicht daar zijn schouders onder te zetten. Er zijn genoeg jongelui die zich voor de natuur interesseren. De grootste handicap is echter het vinden van voldoende en goede begeleiders. De animo om vrijwilligerswerk te doen, verdwijnt wat. Twee enthousiaste vrijwilligers kunnen geen groep runnen. Dat moeten er minstens vijf zijn. Een natuurblad is economisch niet haalbaar. Onze gezindte zou meer gediend zijn met een wekelijkse natuurbijdrage in het Reformatorisch Dagblad".

Van der Waal: „De behoefte aan een blad zie ik meer dan aan een club. Het is de vraag of beide haalbaar zijn. Niettemin is en blijft de hobby behalve gezond en leerzaam bijzonder nuttig. Het is veruit de goedkoopste tijdsbesteding. De duurste aanschaf is een verrekijker".

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 maart 1992

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's

Het respect voor Schepper en schepping

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 maart 1992

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's