Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Dat ruisen van de orgelpijpen..."

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Dat ruisen van de orgelpijpen..."

Ds. A, J. Schalkoort werkt met orgelbouwer Huivenaar aan uniek huisorgel

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De melodische klanken van een kabinetorgel weergalmen binnenkort door een hervormde pastorie in Delft. Dit huisorgel kan gerust uniek genoemd worden. Vrijwel aan ieder onderdeel zit een verhaal vast. Het feit dat een herder en leraar als hobby een orgel bouwt, is minstens zo bijzonder. In zijn vrije tijd werkt ds. A. J. Schalkoort mee aan de bouw van zijn orgel. „Voor zover een predikant tenminste van vrije tijd kan spreken...", voegt hij er aan toe.

Het begon in de tijd dat hij nog in Canada woonde. Toen de hervormde predikant nog een schooljochie was, mocht hij met zijn vriendje mee naar een kerk waar een pijporgel stond. Met het spelen op een heus kerkorgel werd zo'n beetje de liefde voor dat instrument geboren. Eerst kwam die tot uiting in het proberen kleine orgelpijpjes te maken. Maar toen de jonge Schalkoort eenmaal in Nederland -„een echt orgelland"- woonde, zou het uitlopen op het bouwen van een pijporgel en, later, een kabinetorgel.

In 1972 had ds. Schalkoort, abonnee van "De Orgelvriend", plannen zelf een orgel te bouwen. Daarom reageerde hij op een advertentie van de heer D. Monster -toen orgelbouwer in Puttershoek, nu lerend ouderling in de oud gereformeerde gemeente van Barneveld- in dat blad. Die had een aantal dingen te koop, zoals wat pijpwerk. Van onder andere de opgekochte onderdelen bouwde ds. Schalkoort zijn eerste orgel. Het werd een pijporgel met vijf stemmen.

Op zolder

De kennis voor het bouwen van een orgel verkreeg de predikant door veel te lezen, te studeren in orgelbouwboeken, her en der orgels te bekijken en deel te nemen aan orgelexcursies. „Ik ben nooit beroepsorgelbouwer geworden hoor, het is echt een hobby gebleven", zegt hij.

De bouw van het -elektropneumatische- pijporgel, die twee jaar duurde, vond plaats op de zolder bij zijn schoonouders in Nieuwland. Er werd pijpwerk ingebouwd dat afkomstig was uit de gereformeerde gemeente van Hardinxveld-Giessendam en uit de hervormde kerk van Strijen. Omdat het orgel nogal groot uitviel, vanwege de Subbas 16' van het pedaal, moest men bij de verhuizing naar Culemborg een huis bij het orgel zoeken. Toen dat gevonden was, moest het verbouwd worden om de plaatsing van het orgel mogelijk te maken.

In mei 1981 werd ds. Schalkoort predikant in zijn eerste gemeente. Streefkerk. De verhuizing gaf wel problemen: het zelfgebouwde orgel kon niet mee. Daar was de Streefkerkse pastorie niet op berekend. Er zat niets anders op, het moest verkocht worden. „Tja, dat gaat je natuurlijk wel aan het hart". Toch misten ze een orgel niet eens zo erg, vertelt mevrouw Schalkoort. „Als mijn man wilde spelen, dan liep hij naar de kerk, naast ons huis. Ik zette de kerktelefoon aan en zo hadden we eigenlijk toch een orgel in huis".

Pas in 1986, het jaar dat de predikant verbonden werd aan de hervormde gemeente van Delft, kwam het idee weer op, zelf een orgel te gaan bouwen. „Maar als predikant heb je niet altijd de gelegenheid en de ruimte om dat te doen". In februari 1987 stond er in "De Orgelvriend" een advertentie van de firma Louis Huivenaar uit Oostzaan, waarin deze een klein mechanisch pijporgel te koop aanbood. Huivenaar is harmoniumrestaurateur, boekbinder en leraar op een technische school. Ook bouwt hij portatiefjes, kleine draagbare orgels. De predikant nam contact op met Huivenaar en na enig overleg werd besloten dat het orgel helemaal verbouwd zou worden. „Er werd geen uitgebreide werktekening gemaakt, al gaande is er een plan gegroeid. Het wordt een orgel waarin dank zij goede, nauwe samenwerking veel eigen ideeën verwerkt zijn", aldus ds. Schalkoort.

Vroedvrouw

Het oorspronkelijke orgel had één klavier en vier en een halve stem. Het was afkomstig van een vroedvrouw. „Die wilde als ze 's nachts thuis kwam graag orgelspelen. Maar ja, daar zijn de buren niet altijd blij mee. Daarom heeft ze het ding verkocht. Nu staat er een elektronisch orgel met een hoofdtelefoon".

Het was de wens van de predikant van het orgel een mechanisch kabinetorgel in 18e-eeuwse bouwstijl te maken. Dat is gelukt. In Huivenaars werkplaats staat (nog even) een tweeklaviers orgel met in totaal veertien stemmen. Het bovenklavier telt vijf stemmen, het onderklavier zeven en het pedaal heeft twee vrije stemmen. „Voor het pedaal pasten we een ongebruikelijk systeem toe: we gebruikten twee tongwerken uit een pedaalharmonium, om ruimte te besparen en toch grond in het orgel te hebben", zo licht ds. Schalkoort toe. Er werd gezocht naar een geschikte antieke kast, maar die was niet te vinden; de meeste waren te ondiep. Daarom kreeg de Nijkerkse firma Prins -het idee kwam uit een muziekbijlage van het RD- de opdracht tot de bouw van de kast.

Verrassing

In het achterliggende jaar is daadwerkelijk met de bouw begonnen. In zijn 'vrije' tijd helpt ds. Schalkoort zo veel mogelijk mee aan de bouw. Hij verrichtte bij voorbeeld restauratiewerkzaamheden aan de klavieren en maakte verschillende houten onderdelen en pijpen. Ook belegde hij de voorkant van iedere toets met een stukje leer waarop een goudstempel (een lelie) afgebeeld is. „Maar het echte orgelvakwerk doet Huivenaar". „Op een gegeven moment", aldus ds. Schalkoort, „vertelde Huivenaar dat hij van iemand uit Haarlem een huisorgel gekocht had. Ik schonk daar eerst niet zo veel aandacht aan. Later ontmoette ik die man, Max Koning heet hij, in de werkplaats bij Huivenaar, omdat hij een harmonium bij hem in restauratie had. En wat bleek toen? Het orgel dat die Haarlemmer aan Huivenaar verkocht had, was mijn eerste orgel! Acht jaar lang was hij daar de eigenaar van geweest. Het orgel had hij opgeslagen en helaas niet opgebouwd. Max koos toch liever voor het harmonium. Toen heb ik uit mijn eerste orgel het historische pijpwerk (uit 1839) teruggekocht. Verder heb ik er nog wat hout van gebruikt voor mijn tweede orgel".

Het orgel krijgt een antiek, tweehonderd jaar oud pijpenfront. Het prachtige houtsnijwerk aan het orgel is uitgevoerd door houtsnijder en oud-gemeentelid De Graaf uit Streefkerk. Ook anderen hebben een aandeel(tje) in de orgelbouw gehad. Een gemeentelid uit Delft draaide de registerknoppen. Een ander maakte de Holpijp 8'.

Christelijk gezin

Het orgel moet mede een studieorgel worden voor de oudste zoon, Wouter, die orgelles heeft van Jan J. van den Berg, organist van de Nieuwe Kerk. Het (muzikale) gezin Schalkoort zingt graag. Volgens ds. Schalkoort hoort er in ieder christelijk gezin een orgel thuis. „Al was het maar een harmonium. We zingen toch al zo weinig. Het gezin wil een kerkje in 't klein zijn. We mogen wat er in ons leeft, wat de Heere aan ons wil geven, ook tot uiting laten komen in onze zang en muziek". Het harmonium dat nu nog in de huiskamer van de pastorie staat, zal binnenkort vervangen worden door het kabinetorgel. „Want een pijporgel, dat gaat boven alles. Dat is écht. Dat geruis van die pijpen hè...".

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Dispositie:

Bovenklavier: Liefelijk gedekt 8', Holfluit 4', Roerquint 2 2/3', Terts 1 3/5' D, Dulciaan 8'.

Onderklavier: Holpijp 8', Prestant 8' D, Viola 4', Prestant 4', Octaaf 2', Quint l 1/3' vanaf klein C, Flageolet I 'D.

Pedaal: Basson 8', Fagot 16'.

manuaalkoppel
pedaalkoppel
tremulant op bovenklavier

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 oktober 1989

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's

„Dat ruisen van de orgelpijpen..."

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 oktober 1989

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's